secundair logo knw 1

  • Colors: Blue Color

De uitvinding van het allereerste meetinstrument om stromingen in de Nederlandse rivieren te meten uit 1792, was een verstrengeling van unieke wetenschap met een politiek-bestuurlijke agenda. Dat betoogt hoogleraar Maarten Kleinhans na een grondige studie van het instrument dat was ontworpen door Christiaan Brunings (1736-1805), oprichter van Rijkswaterstaat. Hij publiceerde afgelopen maand een wetenschappelijk artikel over de uitvinding.

Herken jij een drogredenering? Ze komen nogal eens voorbij, vooral in het klimaatdebat. Een drogredenering is een redenering die wel aannemelijk lijkt, maar waarvan de argumenten niet logisch op elkaar volgen. De conclusie kan zowel juist als onjuist zijn. Soms gebeurt het bewust, maar vaak ook niet.

“Tel uw zegeningen”, citeert mijn moeder regelmatig. Ze heeft natuurlijk gelijk. We staan vaak onvoldoende stil bij al het goede dat we met elkaar hebben bereikt. Hier zijn we onze eigen vijand. Voor veel mensen klinken revoluties, transities, ’out-of-the-box-denken’ en paradigma-veranderingen veel aantrekkelijker en dynamischer dan het koesteren wat je hebt. Dat associëren we met conservatief, behoudend, degelijk en saai. Nieuw en fundamenteel anders is aantrekkelijk. In de afgelopen eeuw zijn er miljoenen mensen gesneuveld voor het ideaalbeeld van een volstrekt andere samenleving. 

Met een vers gezet theetje installeer ik me in de vroege ochtendzon met vergaderstukken voor waterschap Rijn en IJssel. Voor de komende algemeen bestuursvergadering staan er acht thema’s op de agenda. Alle voorstellen en bijlagen tezamen tellen 27 stukken. Exclusief mededelingen. U begrijpt: naast het ene theetje staat een thermoskan.

‘De Waarheid’ was in mijn jeugd een communistisch dagblad waarvan bijna iedereen begreep dat het nieuws wat rood gekleurd was. Ook tegenwoordig is de waarheid een rekbaar begrip. Feiten liegen niet, maar mét feiten kan je vaak meerdere kanten op. Iets wat veel gebeurt in de waterwereld. Ook ik maak me er wel eens schuldig aan.

Steeds vaker bekruipt mij als wetenschapper het gevoel dat we wat vergeten als het gaat om keuzes in waterbeheer. Waterveiligheid en zoetwatervoorziening zijn hoofddoelen, maar daarmee is het niet klaar. Het lijkt alsof twee belangrijke onderwerpen wel erg op de achtergrond zijn, namelijk: natuur en klimaatmitigatie. En ook deze twee zijn van groot belang voor de leefbaarheid van onze delta.

Reinier van Zutphen, de Nationale Ombudsman en Arno Visser, de aftredend directeur van de Algemene Rekenkamer concludeerden afgelopen januari onafhankelijk van elkaar dat het openbaar bestuur vastloopt. De Ombudsman stelde dat de overheid in de uitvoering faalt en haar beloftes niet nakomt.

‘Zoekt en gij zult vinden’. Een wijsheid die ook opgaat voor vreemde stoffen in water. Met de komst van steeds betere analysetechnieken ontdekten we sinds de jaren tachtig steeds meer nieuwe verbindingen in de Rijn en Maas en soms in het drinkwater zelf. Lompere industriële organische verontreinigingen als PAK’s en PCB’s waren destijds al goed in beeld en bleken gelukkig goed te zuiveren, maar met het bredere analysespectrum kwamen ook de lastig verwijderbare mobiele en polaire stoffen in beeld.

“Pfff, wéér zo’n ingenieur”, hoor je bestuurders soms verzuchten als een archetype specialist opnieuw zijn eendimensionale technische oplossing voor iets complex bepleit. Een timmerman ziet immers elk probleem als een spijker. De techniek is een bekend reservaat voor mensen met autistische trekjes. Hydrologen zijn er ook niet vrij van.

‘Het security-team staat paraat om jullie te begeleiden’, schreef Erik ter voorbereiding op mijn rioolbezoek dat ‘een mooie belevenis wordt’ echter ‘bij regen niet door kan gaan.’ Acute spanning. Beveiliging? Team!? Regen? Wanneer de dag van de afdaling nadert, nemen de angstplasjes toe. Had ik, in plaats van in het eerste team, niet beter in de tweede kunnen zitten? Dan zijn potentiële gevaren vast ondervangen.

De begrafenis van Koningin Elisabeth maakte weer eens duidelijk dat we het op het vlak van rituelen en eeuwenoude tradities nooit gaan winnen van de Britten, al doen we aardig mee nu er ook weer een rijtoer was. Ons Staatshoofd las deze Prinsjesdag weer voor over de kabinetsplannen voor het nieuwe parlementaire jaar. Zoals in andere jaren luisterde ik opnieuw aandachtig; als zelfbenoemd waterdrammer vooral naar de passages over water en ruimte.

Ik durf het eigenlijk niet te zeggen, maar ik heb al sinds ik het voor het eerst hoorde in 2005 moeite met het credo dat water en bodem sturend (of zelfs leidend) moeten zijn in de ruimtelijke planvorming. Ik durf het niet te zeggen omdat ik zie hoe trots velen zijn dat dit in het coalitieakkoord staat.

Ik voel me heel wat. Voor het eerst durf ik over te zwemmen. Ik fietste langs de Rijn, pardon Neder-Rijn, tot deze gedachte me overviel. Me zo overviel, dat ik er even voor afstapte. Nu omklemmen mijn handen het stuur en tuur ik over het gezonken water.

Cruyff zei het al: ’Je gaat het pas zien als je het door hebt’. Soms veranderen dingen zo traag dat een ander je erop moet wijzen dat het anders is geworden dan je altijd dacht. Voor mij viel dit jaar het kwartje na een bezoek aan Brussel: Nederland is Roemenië geworden.

Als beginnend onderzoeker in 1992 was de eerste opdracht die ik kreeg bij het Waterleidingbedrijf Zuid-Holland Oost: ”Kijk jij eens naar het oplopende zoutgehalte van pompstation Lexmond.” Gevreesd werd voor verzilting uit de diepe ondergrond; de doodsteek voor vele Zuid-Hollandse grondwaterwinningen in de vorige eeuw. Mooi werk. Eerst uit allerlei archiefmappen de analyseresultaten sinds de jaren zeventig overtypen en ordenen in Lotus123, en dan puzzelen.

Het advies van de Deltacommissaris over woningbouw in december houdt me nog steeds bezig. De teneur van het advies als geheel komt op mij over als het pogen te beperken van anderen. Je kan als waterbeheerder ook zelf initiatief nemen, faciliteren of aanmoedigen (zie mijn water en woningnood column).