Natuurinclusief bouwen
In de waterwereld worstelen we met natuurherstel: maatregelen, onderbouwing en financiering. Overkoepelende concepten geven richting.
In de waterwereld worstelen we met natuurherstel: maatregelen, onderbouwing en financiering. Overkoepelende concepten geven richting.
Als beginnend onderzoeker in 1992 was de eerste opdracht die ik kreeg bij het Waterleidingbedrijf Zuid-Holland Oost: ”Kijk jij eens naar het oplopende zoutgehalte van pompstation Lexmond.” Gevreesd werd voor verzilting uit de diepe ondergrond; de doodsteek voor vele Zuid-Hollandse grondwaterwinningen in de vorige eeuw. Mooi werk. Eerst uit allerlei archiefmappen de analyseresultaten sinds de jaren zeventig overtypen en ordenen in Lotus123, en dan puzzelen.
Het advies van de Deltacommissaris over woningbouw in december houdt me nog steeds bezig. De teneur van het advies als geheel komt op mij over als het pogen te beperken van anderen. Je kan als waterbeheerder ook zelf initiatief nemen, faciliteren of aanmoedigen (zie mijn water en woningnood column).
Veel hoofdpijndossiers hebben met elkaar gemeen dat ze vast zitten in de disfunctionele kringloop van rijksbeleid en regionale regie. Te veel bestrijdingsmiddelen in grondwaterbeschermingsgebieden is bijvoorbeeld een typisch regionaal probleem dat je op die schaal oplost. Het past ook mooi binnen de Kaderrichtlijn Water (KRW) en het afgebakende takenpakket van waterschappen en provincies. 'Geef maar hier, wij gaan dat regelen’. Het rijk vindt het vanzelfsprekend best. Alsjeblieft. Hier heb je een ambitieuze (Europese) doelstelling en succes ermee. Afspraak: wij zijn systeemverantwoordelijk, jullie doen de uitvoering. Deal? Deal.
Er zit een getal in mijn hoofd dat me niet loslaat.
Ik ben voor natuurherstel: vergroten van diversiteit, hoeveelheid en schoonheid van organismen die niet primair voor het gerief van de mens op aarde leven. Ik ben niet de enige.
Mopperen is heerlijk. Bijvoorbeeld dat er in de waterwereld eindeloos wordt afgestemd. Het befaamde polderen. Werkverschaffing voor hoger opgeleiden heb ik het wel eens genoemd. Het is verwonderlijk dat uit het onoverzichtelijk oerwoud van overleggen en adviescommissies van het delta-dinges programma af en toe ook nog een besluit valt. Dat daar vervolgens echte acties uit volgen is nog verwonderlijker, en dat er per saldo zelfs doelen worden gehaald is een mirakel.
Vlak voor de watercrisis in Limburg werd de motie-Grinwis aangenomen: water moet sturend zijn in de ruimtelijke ordening. Oftewel: klimaatadaptiviteit, waterrobuustheid en waterbestendig bouwen. Het is algemeen bekend dat vage termen meer aantrekkingskracht hebben dan scherp gedefinieerde en het is aan wetenschappers en publicisten om vaagheid te ontmaskeren. Een nadere blik op drie vormen van waterbestendig bouwen.
Hoe de regenboogforel zich identificeert is onbekend. Maar eenmaal opengesneden voor het Landelijk Onderzoek oEstrogene Stoffen (LOES), bleek 20 jaar geleden al dat de mannetjes opvallend veel vrouwelijke kenmerken hadden. Dit was geen vrijwillige keuze. Zwemmen in de Dommel, destijds vooral bestaand uit afvalwater van Eindhoven, was genoeg.
Waarom doen we wat we doen in het waterbeheer? We zijn vooral bezig om operationele doelen te halen op basis van fundamentele doelen die maar zelden in ons werkende leven veranderen. Minder op operationele en méér op fundamentele doelen sturen maakt beslissingen democratischer, waardecreatie fijnmaziger en het werk leuker.
Nederland lijdt aan beleid. Iedereen uit een grotere organisatie herkent dit. Geef ondersteunende afdelingen te veel ruimte en het wordt een drama. Inkoop, Kwaliteitszorg, HR.
Het woningnoodvraagstuk is een uiterst complex samenspel van macro-economische omstandigheden, bevolkingsgroei, woonwensen, subsidiestructuren en ruimtelijke ordening. In dit geheel speelt de watersector een kleine rol, maar ook waterbeheerders en waterbeleidsontwikkelaars kunnen een creatieve bijdrage leveren.
Inzicht komt met de jaren. In 2006 was Prins Willem-Alexander samen met 30.000 andere congresgangers op het 4e World Water Forum in Mexico. Moeder belde trots: “Jullie boegbeeld op TV!”
Wat een woning is voor een gezin, is het watersysteem voor een land. De kwaliteit van woning én watersysteem zit in slimme synergie tussen functies. Beleidsontwikkeling is echter opgesplitst in sectoren. Dit werkt lekker voor de democratische sturing: per functie zijn budgetten toe te kennen (en terug te trekken), is de status te bewaken en is een overheid verantwoordelijk te stellen.
Op 14 december 2020 was het 30 jaar geleden dat het Genootschap van de Ouwe Jonkers voor de eerste maal bijeen kwam, in Boxtel bij het waterschap De Dommel. Nu is 30 jaar doorgaans niet een aantal dat noodt tot een grootse viering en in deze coronatijd bovendien geheel onmogelijk, maar de huidige secretaris, Frank Kouwe, heeft dit jubileum aangegrepen om een bijzonder leesbaar gedenkboek samen te stellen: “Ouwe Jonkers 1990-2020, over eeuwige passie voor het vak”.
Veel milieuproblemen zijn bestuurlijke hoofdpijndossiers. Droogte, vervuiling, stikstof: inhoudelijk niet eens zo complex, maar bestuurlijk wel. De oplossingen zijn immers duur en moeten landen bij goed georganiseerde sectoren als de overheid, de landbouw en de industrie. Echt milieuneutraal is kostbaar. Hoe ver willen we gaan en waar leg je de rekening? Lastig.
Stel: je hebt de opdracht om een dijkentalud te maaien maar ziet dat niet zitten omdat de klaprozen in bloei staan. Je verdedigt een ontwerp dat rivierverruiming met natuur-ontwikkeling combineert. Of je schrijft een visie om het verdrinken van 500 vierkante kilometer intergetijdengebied te voorkomen. Welke argumenten gebruik je?
In H₂O van april 2020 introduceerde Theo Claassen zijn boek ’Het Wezen van Water‘ en stelde hij dat de tijd rijp lijkt om aandacht te besteden aan de intrinsieke eigenschappen van water [1]. Dit als aanvulling op de terechte jarenlange aandacht voor alles wat er in water zit en leeft. Aandacht voor een vierde groep van eigenschappen, na of naast die voor de fysieke en chemische eigenschappen van water en voor het aquatisch ecosysteem als geheel.
Het is een terugkerend patroon. Het is een jaar te droog of te nat, de zeespiegel stijgt, de bodem daalt, het water is te vies en er moet wat gebeuren. De Tweede Kamer stelt kritische vragen. De minister komt met goede en stevige plannen. Het moet zeker 80 procent beter in 2040. Lof alom. De minister heeft ambitie.
Wie gebukt gaat onder Corona, reorganisaties en/of andere onzekerheid: zet u schrap, het is nog niet voorbij. 2020-2021 wordt een bewogen jaar.
Het is 1952: mijn moeder zwaait met vlaggetjes om de komst van de drinkwaterleiding te vieren. Vooruitgang! Een grote stap voor de volksgezondheid. Gestart als lokale initiatieven van gezondheidscommissies in de 19e eeuw, vierden we een eeuw later dat vrijwel heel Nederland voorzien was van schoon drinkwater. Een succes dat niet in het minst te danken was aan overheidsbeleid. Nooit meer cholera.
Tijdens een ongrijpbare crisis moet juist de waterwereld het hoofd koel houden. Nederland blijft staan op een stevig fundament als niet de krant, de beurs of de conjunctuur de koers van het waterbeleid bepalen, maar een langetermijnvisie op structurele waardecreatie. Er is nog een wereld te winnen met het uitwerken van risicogestuurde systeembenaderingen, bouwen met de natuur, e-participatie en waarachtig integraal werken.
PODIUM
Podium is een platform voor opinies, blogs en door waterprofessionals geschreven artikelen (Uitgelicht). H2O draagt geen verantwoordelijkheid voor de inhoud van deze bijdragen, maar bepaalt wel of een bijdrage in aanmerking komt voor plaatsing. De artikelen mogen geen commerciële grondslag hebben.