De uitvinding van het allereerste meetinstrument om stromingen in de Nederlandse rivieren te meten uit 1792, was een verstrengeling van unieke wetenschap met een politiek-bestuurlijke agenda. Dat betoogt hoogleraar Maarten Kleinhans na een grondige studie van het instrument dat was ontworpen door Christiaan Brunings (1736-1805), oprichter van Rijkswaterstaat. Hij publiceerde afgelopen maand een wetenschappelijk artikel over de uitvinding.
door Wim Eikelboom
Brunings meetapparaat gaf voor het eerst in de geschiedenis de mogelijkheid om stroomsnelheden in de Nederlandse rivieren te meten. Met die gegevens is de waterverdeling bij Pannerden aangepast. Tot op de huidige dag stroomt hier bij hoogwater tweederde van het binnenkomende Rijnwater naar de Waal en een derde via de Neder-Rijn en de IJssel.
"Brunings wist zeker dat de veranderlijke verdeling van de afvoer over de Rijntakken en de gevolgen daarvan een politieke kwestie was met grote lokale en nationale belangen", stelt Kleinhans, hoogleraar aan de Universiteit Utrecht. "Hij testte eerst de beschikbare theorieën voor de voorspelling van die verdeling."
Brunings ontwierp in 1790 een catamaran met een meetinstrument, waarmee hij nauwkeurig de afvoer berekende uit de gedetailleerde meting van de stromingssnelheid. Daarmee schreef hij geschiedenis als grondlegger van de huidige rivierhydraulica.
Nabouwen
Professor Kleinhans heeft even met de gedachte gespeeld om de uitvinding na te bouwen. Maar daaraan kleefden te veel haken en ogen. "Het vergt expertise van een professionele instrumentmaker."
Brunings leefde in de tijd dat de Neder-Rijn en de IJssel (de noordelijke Rijntakken) geleidelijk verzandden en dat de Waal almaar meer water kreeg. Dat veroorzaakte problemen voor de vrachtvaart, bereikbaarheid van steden, overstromingen, landverlies en politiek gekrakeel. "Brunings speelde een centrale rol in de informatievoorziening van een conferentie in 1777 waar de verdeling van water over de Rijntakken werd vastgesteld."
Kleinhans noemt het werk van Brunings ‘een mooi staaltje onderzoek met een opvallend gebrek aan maatschappelijke relevantie’. "Hij werkte schijnbaar zo objectief mogelijk maar was zich terdege bewust dat het om een politiek licht ontvlambare situatie ging. Die worsteling zie ik vandaag de dag terug bij onder meer Rijkswaterstaat."
Wim Eikelboom is freelance journalist
LEES OOK
Het volledige artikel van Maarten Kleinhans over Brunings instrument
We doen er alles aan via rechtszaken, gesprekken gemeente, overleg ministeries, RIVM, maar het kwartje wil maar niet zakken. De PFAS productie moet per direct stoppen. Elke gram is er een te veel.
Tot mijn grote verdriet heeft de heer Draghi in een op verzoek van de EU voorzitter in een landmark report verkondigt dat de voorgenomen PFAS restrictie moet worden versoepeld https://www.euronews.com/green/2024/09/11/landmark-eu-report-embraces-green-energy-transition-but-advocates-for-softer-rules-on-pfas. Zogenaamd omdat anders de energietransitie wordt belemmerd.
Onacceptabel. In een woord.
Tja. Zo'n simpele maatregel en dan mag het wettelijk niet. Omdat de administraties van Delfland en Dunea niet goed corresponderen. Toch is er minimaal risico op "oneerlijk" want er zijn GEEN huishoudens die GEEN drinkwateraansluiting hebben. En ALS huishoudens zijn aangesloten op het drinkwater, DAN betalen ze daar ook voor. Het enige probleem is dat in oude flatgebouwen er vaak nog 1 watermeter is voor alle bewoners samen. Maar vanuit de doelstelling voor drinkwaterbesparing moeten die huishoudens toch al een eigen (slimme) meter krijgen.
Dus dan denk je dat Dunea en Delfland de handen inéén slaan om de administratie op orde te krijgen. Maar nee, zooo belangrijk is het besparen van drinkwater (en dus minder rioolwater om te zuiveren) nou ook weer niet.