secundair logo knw 1

  • Colors: Blue Color

Veel zwemplassen zijn vervuild met bacteriën uit uitwerpselen. Mogelijke bronnen zijn mensen, honden, paarden en watervogels. De herkomst van fecale bacteriën is echter nog niet traceerbaar. Om toch vast te stellen of vogelpoep belangrijk is voor de zwemwaterkwaliteit, verzamelde Alterra gegevens van 20 zwemplassen verspreid over Nederland. Het statistische verband tussen aantallen watervogels en concentraties van fecale bacteriën bleek significant. Bovendien waren in helder, plantenrijk water de aantallen bacteriën duidelijk lager dan in troebel water zonder waterplanten.

De Europese Zwemwaterrichtlijn schrijft voor dat elke zwemplas minimaal eens per maand wordt bemonsterd op één vast meetpunt. In Nederland wordt op de meeste locaties tweewekelijks bemonsterd. Waterschap Rivierenland heeft onderzoek laten doen naar de spreiding in ruimte en tijd van de metingen. Hieruit blijkt dat de hoogste concentraties E. coli zijn gemeten in de zone het dichtst bij het strand. Het vaste meetpunt is onvoldoende representatief voor deze zone. De dagelijkse variatie in E. coli-concentratie is groot. Dit bevestigt het beeld dat de huidige wijze van monitoren niet geschikt is voor het bepalen van een actueel gezondheidsrisico. Daarvoor is een andere aanpak nodig.

REFLECT is rond 1998 ontwikkeld om risico’s van landgebruik voor het grondwater te beoordelen. Het instrument geeft kwalitatieve risico-scores voor elk type landgebruik. Inmiddels wordt REFLECT behalve in het ruimtelijke-ordeningsbeleid ook gebruikt in de gebiedsdossiers, die de risico’s door het huidige landgebruik voor drinkwaterwinningen in beeld brengen voor de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Het brede gebruik van REFLECT en de verandering in het landgebruik over de afgelopen 20 jaar zijn aanleiding de risico’s opnieuw te beoordelen. Dit artikel beschrijft de actualisatie van REFLECT en bediscussieert de verschillen met de scores uit 1998.

Waterleidingmaatschappij Limburg (WML) bereidt ruim twee derde deel van haar drinkwater uit grondwater, waarvan het overgrote deel niet extra gezuiverd hoeft te worden. Om dat ook in de toekomst zo te houden, werkt WML sinds jaren samen met de agrarische sector. Dat gebeurt ook elders in Nederland, maar nergens zo langdurig en op zo’n grote schaal als in Limburg. Het project Duurzaam Schoon Grondwater is inmiddels een bekend begrip in de regio. Agrariërs werken er graag aan mee, omdat er veel aandacht is voor hun bedrijfsvoering. Een nitraatzuiveringsinstallatie heeft WML nog steeds niet nodig.

De procedure voor het uitvoeren en verwerken van veldmetingen kan veel kosten-effectiever. Vaak worden veldmetingen nog opgeschreven in een notitieblok, waarna ze aan het einde van de week op kantoor handmatig worden verwerkt. Tenslotte worden de meetwaarden naar de leidinggevende gestuurd die de metingen vervolgens archiveert. Met Mobiel Water Meten (MWM) wordt deze hele procedure van begin tot eind gereduceerd tot één druk op de knop. Dat levert flinke besparingen op.
(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte mevr. Sien Kok,
alles is onlosmakelijk atomair verbonden binnen relativiteit van tijd/ruimte en eenheid geest stof, telen zonder chemie, inschakelen industrie en prive personen telt allemaal, maar denk ook even aan satellieten met hun negatieve effect op klimaat, 24/7. U geeft oude wetmatigheden een nieuw jasje. Succes, Jan Kalverdijk
Interessant. Hoe staat het met de PFAS-hoeveelheden die bij Chemelot in de Maas worden geloosd, wordt hier wel op gehandhaafd? 
Niet zo vreemd dat van die akker- en weidevogelsoorten de populaties teruglopen . Dat kan je zo hebben als je het vol zet met zonnepanelen en windturbines (birdblenders).
Dit heb ik ook nodig. Wij maken van slootmaaisel, een nieuw product, Wortelbeton, voor waterschap Rijnland. Artificiële Rietzudde, voor KRW- doelen. We hebben nog een toepassing van Wortelbeton en dat is veen maken. Daarmee werken we samen met gem Amsterdam en Waternet/AGV en VIP_NL. 
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.