secundair logo knw 1

  • Colors: Blue Color

Er is een vernieuwing gaande in het Nederlandse waterveiligheidsbeleid van een door preventie gedomineerde benadering naar een risicobenadering waarbij ook het beperken van de gevolgen met ruimtelijke maatregelen en rampenbeheersing een belangrijke rol speelt: meerlaagsveiligheid. Uit de resultaten van een lerende evaluatie van drie pilots meerlaagsveiligheid blijkt op welke wijze deze beleidsvernieuwing vorm krijgt. Een belangrijke conclusie is dat de verankeringen van resultaten bij de ‘thuisorganisaties’ essentieel is. De pilots tonen daarnaast aan dat beleidsvernieuwing een proces is van doormodderen: kleine stapjes en slimme duwtjes, in plaats van ‘grote stappen, snel thuis’.

Levenscyclusanalyse (LCA) is een methode om de invloed van producten en processen op het milieu in kaart te brengen. Schade door waterverbruik is in LCA-studies vaak één van de beschouwde milieueffecten, naast bijvoorbeeld klimaatverandering. Dit artikel bespreekt het bepalen van de milieuschade van het verbruik van water, voor alle landen in de wereld, in het LCA-model ReCiPe. De milieu-impact van waterconsumptie is zowel op midpoint- (waterconsumptie) als endpointniveau (schade aan ecosystemen en humane gezondheid) bepaald. Schade voor mensen wordt veroorzaakt door de competitie tussen waterverbruik voor irrigatie en andere doeleinden. Tekort aan irrigatie leidt uiteindelijk tot voedselgebrek voor lokale bevolkingsgroepen.

De belangrijkste bronnen van methaanemissie in een rioolwaterzuivering met slibgisting bleken de slibopslagtanks ná gisting te zijn. Dit vormde de aanleiding voor STOWA voor een onderzoek naar de mogelijkheden om deze emissie te inventariseren en te reduceren. Met een theoretisch model kan voor in serie geschakelde tanks een eerste inschatting worden gemaakt van de methaanemissie uit de slibopslagtanks ná gisting. Metingen in de praktijk zijn nodig om de werkelijke bijdrage van de methaanemissie aan de CO2-voetafdruk vast te stellen. Aangetoond is dat haalbare maatregelen beschikbaar zijn om de emissie van methaan ná de gisting te reduceren.

De KRW verplicht waterbeheerders onderzoek te doen naar de visstand. Door het grotendeels verdwijnen van de commerciële aalvisserij op de rijkswateren is de passieve vismonitoring (gebruik maken van gegevens van de vissers) onder druk komen te staan. De eDNA-methode (environmental DNA) zou een alternatief kunnen zijn. Door het nemen van watermonsters kan vrij in het milieu aanwezige DNA ‘gevangen’ worden en op basis van analyse vastgesteld worden van welk organisme het DNA afkomstig is. Het onderzoek dat in dit artikel wordt beschreven toont aan dat de eDNA-methode geschikt kan zijn al alternatief voor het tellen van de vissen zelf.

Geneesmiddelen die via het rioolwater in een rioolwaterzuivering terechtkomen, worden daar slechts deels afgebroken. Hierdoor komen restanten in het oppervlaktewater. Technieken om drinkwater te zuiveren zijn vaak minder effectief bij afvalwater omdat dit veel organisch materiaal bevat. Door een groot deel al eerst te verwijderen, is het mogelijk geneesmiddelen veel effectiever om te zetten met behulp van geavanceerde oxidatieprocessen. Hoewel dan twee zuiveringsprocessen nodig zijn, kan dit een kostenbesparing opleveren in vergelijking met eerdere schattingen, waardoor zuivering van afvalwater niet alleen technisch maar ook economisch beter haalbaar wordt. Dit blijkt uit een onderzoek op de rioolwaterzuivering Panheel in Limburg.

Om droogteschade aan landbouwgewassen te voorkomen is het van belang dat regio’s beter kunnen voorzien in hun eigen zoetwaterbehoefte. Onder andere door gezuiverd restwater van rioolwaterzuiveringen en industrieën niet af te voeren via het open water, maar te benutten voor droogtebestrijding, kunnen watertekorten in de landbouw worden verminderd. Waterschap Vechtstromen voert een praktijkproef uit waarbij effluent van een rioolwaterzuivering via subirrigatie ondergronds wordt geïnfiltreerd, waardoor de grondwaterstand en het bodemvochtgehalte op peil blijven of verhoogd worden. Daarbij worden tevens waterkwaliteitsaspecten in beeld gebracht om risico’s op verontreiniging van gewas en dieper grondwater te kwantificeren.
(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

@P.C. de RuiterOppervlakte is aangepast in 67 hectare.
Geachte Redactie, Dank voor uw bijdrage voor de uitreiking van de Keppler-prijzen. Afkomstig van een agrarisch akkerbouwbedrijf in het zuiden van de Haarlemmermeerpolder en betrokken vanaf het allereerste begin, de oplevering en dan nu een prijs als beloning. (Raadswerk Haarlemmermeer en fractie-ondersteuning Bestuur Rijnland)
Bovendien nog een tweede prijs in Hoofddorp, de Winnaar van de Publieksprijs de Gerritshoeve / Kastan van Ontwerper Architectenbureau Gijs de Waal. (Winnaars Arie Keppler Prijs 2024 - Architectuur.nl) Ik heb vaak en veel moeten uitleggen waarom juist in deze ruimte vragende polder opnieuw een aanslag wordt gedaan op vruchtbare agrarische grond. *)
De aanleiding van mijn reactie is een fout in de oppervlakte maat van de Piekberging, 16 ha. moet 67 ha. zijn. Aansluitend heb ik nog een verzoek om met een link ook de informatie over de Piekberging zelf te ontsluiten: https://www.rijnland.net/actueel/nieuwsoverzicht/piekberging-haarlemmermeer-wint-arie-keppler-prijs-2024/
https://www.rijnland.net/wat-doet-rijnland/in-uw-buurt/piekberging-haarlemmermeer/ 
https://www.rijnland.net/wat-doet-rijnland/in-uw-buurt/piekberging-haarlemmermeer/veel-gestelde-vragen-piekberging-haarlemmermeer/ *)
En de lozingen van de waterschappen zelf? Heeft al iemand een idee wat daar aan te doen is?
Interessante innnovatie.
Wat ik me nu afvraag met die sluitdeuren: ze moeten een faalkans hebben van iets van 10^-4 per jaar, mogelijk nog een factor 10 lager.
Hoeveel kogels heeft men laten vallen (op verschillende plaatsen) om te concluderen dat de faalkans als gevolg van een impact (25 kg bal van 22 meter hoogte lijkt me inderdaad een aardige klap geven) op een voldoende laag niveau zit?
Natuurlijk is een gat op één plek niet direct einde levensduur van deur, maar hij zal iig niet mogen bezwijken.