Hoe krijgen we mensen in beweging voor het onbekende? Ook als het moeilijk voor te stellen is wat de klimaatgevolgen zijn, en naar welke aantrekkelijke toekomst we kunnen toewerken. Kunst en verbeelding kunnen wellicht helpen. Een beeld zegt immers meer dan 1.000 worden.
door Marjolijn Haasnoot
De toekomst wordt sowieso anders, of we nu wel of niet klimaatmaatregelen nemen. En we weten dat ‘niet handelen’ tot een minder leuke toekomst leidt dan als we ‘wel handelen’.
Verbeelding helpt bij het overbrengen van een boodschap en het inzichtelijk maken van complexe materie voor experts, beleidsmakers en een breder publiek. Bij het publiceren van wetenschappelijke resultaten wordt het dan ook steeds belangrijker om bijpassend beeldmateriaal te tonen. De verbeelding van de Deltares oplossingsrichtingen voor het aanpassen aan zeespiegelstijging, gemaakt door tekenaar Carolien Feldbrugge, zorgt ervoor dat mensen snel een idee krijgen van de omvang en wat de richtingen inhouden.
Dit zorgde er mede voor dat ervan uit allerlei hoeken in de samenleving iets mee werd gedaan. Uiteraard is hierbij ook een onderbouwing nodig en zijn bij verdere verdiepingsstudies weer nieuwe visualisaties gemaakt. De groene kaarten van de NL2120 studie van de WUR met daarbij verbeelding van op natuur gebaseerde maatregelen laten zien wat op dat gebied mogelijk is.
Ook kunst en literatuur kunnen helpen om klimaatgevolgen invoelbaar te maken. De voorstelling ‘Hoogtij’ van Patrick Nederkoorn laat je voelen hoe het zou kunnen zijn als we niets doen, ook als klimaatvluchteling. Het boek ‘The ministry for the future’ van Kim Stanley Robinson wordt ook wel gezien als een ‘een meesterwerk van de verbeelding’. Door de ogen van de hoofdpersonen ervaar je de klimaatgevolgen. Het verhaal begint met een vreselijke hittegolf wat een aanzet is tot klimaatmaatregelen die worden besproken. Het verhaal is fictie, maar je krijgt wel een goed beeld van hoe het zou kunnen gaan en met welke maatregelen.
Kunst en literatuur kunnen helpen om klimaatgevolgen en oplossingen invoelbaar te maken
Fotograaf Rem van den Bosch laat modellen in klederdracht op een rode trap aantonen waar het NAP ligt en helpt daarmee bewustzijn over wonen in een laaggelegen land te creëren. En fotograaf Kadir Lohuizen laat met zijn project ‘After us the deluge’ de gevolgen van zeespiegelstijging zien op sommige plekken in de wereld. Zelf vond ik zijn tv-uitzending waarbij hij naast de ijskap van Groenland vaart heel indrukwekkend en dan met name het geluid van het instortende ijs. En na de ‘experience’ van de watersnoodramp bij Neeltje Jans, loop je in tranen naar buiten.
De verbeelding van een aantrekkelijke, klimaatneutrale en klimaatbestendige toekomst is wat mij betreft meer nodig, ook in de waterwereld. Dan bedoel ik niet alleen hoopvolle beelden en verhalen, maar ook een wetenschappelijke onderbouwde verbeelding van een gezonde leefomgeving en waterkwaliteit met ruimte voor natuur, wonen en werken. Dus niet met een beeld van vogels en groen als dat er volgens de systeemkennis niet kan komen.
In luchtkastelen kunnen we niet leven, maar we hebben ze wel nodig om te bedenken hoe ze er uit kunnen zien, waar we naar toe kunnen werken en wat nodig is om kastelen te bouwen. En om meer mensen aan te spreken stel ik me voor dat niet alleen theater, fotografie en literatuur helpen met verbeelding, maar ook games en pretparken.
Deze tijd vraagt om verbeelding van het onvoorstelbare. Zowel om urgentie van handelen te benadrukken als om te laten zien waar we naar toe kunnen werken, een aantrekkelijke toekomst dus, onderbouwd door kennis van praktijk en wetenschappers. Dat helpt wellicht om, naast overheidsbeleid zoals wetgeving en financiële support, mensen en bedrijven te verleiden om in actie te komen. Als we dat niet doen zal de klimaatverandering zichzelf tonen, maar dan in een toekomst die we niet willen.
Marjolijn Haasnoot is onderzoeker klimaatadaptatie bij Deltares en Universiteit Utrecht
LEES OOK DE EERDERE COLUMNS VAN MARJOLIJN HAASNOOT