Vincent Vuik heeft de Waddenacademieprijs 2019 gekregen voor zijn proefschrift ‘Building Safety with Nature, Salt Marshes for Flood Risk Reduction’. Het onderzoek is 'wetenschappelijk van zeer goed niveau en maatschappelijk zeer relevant'.
Vincent VuikVoor de Waddenacademieprijs 2019 waren zes proefschriften genomineerd. De jury koos unaniem voor Vincent Vuiks proefschrift. Hij ontving de prijs vorige week.
Vuik laat zien hoe begroeide voorlanden, bijvoorbeeld schorren en kwelders, kunnen bijdragen aan hoogwaterbescherming. Door te kiezen voor deze vorm van Building with Nature wordt zowel een bijdrage geleverd aan waterveiligheid als aan natuurontwikkeling.
Maatschappelijk zeer relevant
Juryvoorzitter Piet Hoekstra, portefeuillehouder Geowetenschap bij de Waddenacademie en hoogleraar Fysische Geografie van de Universiteit Utrecht, noemde het onderzoek in zijn laudatio “niet alleen wetenschappelijk van zeer goed niveau, maar is ook maatschappelijk zeer relevant”.
Volgens de jury is Vuik erin geslaagd de voordelen van begroeide voorlanden voor de hoogwaterveiligheid goed te onderbouwen. “Met zijn interdisciplinaire aanpak, goed vertaald naar de praktijk, is er een praktische handreiking gekomen voor het gebruik van begroeide voorlanden binnen dijkversterkingsprojecten.”
De Waddenacademieprijs ter waarde van 5000 euro wordt sinds 2009 uitgereikt door de Waddenacademie voor het beste proefschrift met een waddengerelateerd onderwerp. Met deze prijs wil de Waddenacademie het onderzoek over het waddengebied door jonge onderzoekers stimuleren.
Vincent Vuik werkt als postdoc bij kustwaterbouwkunde aan de Technische Universiteit Delft. Hij promoveerde op 27 maart 2019 aan dezelfde universiteit.
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.