Het regent harder en vaker, concludeert Stowa op basis van nieuwe neerslagstatistieken voor korte tijdsduren. Deze vallen tot enkele tientallen procenten hoger uit dan de statistieken die tot nu toe zijn gehanteerd.
De nieuwe statistieken gaan over neerslag die minstens tien minuten en hoogstens twaalf uur duurt. Ze zijn gebaseerd op waarnemingen van De Bilt en zo’n dertig andere weerstations over de periode van 2003 tot en met 2016. De neerslagstatistieken voor korte tijdsduren zijn geactualiseerd door het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut en het adviesbureau HKV Lijn in water, in opdracht van het kenniscentrum Stowa van de regionale waterbeheerders. Zo dateerden de statistieken voor neerslagduren van tien minuten tot en met twee uur nog uit 2007.
Door de actualisatie is er nu een betrouwbaar beeld van de huidige neerslaggebeurtenissen, stelt Stowa. Daarbij zijn al gevolgen van de klimaatverandering te zien. De nieuwe neerslagstatistieken vallen tot enkele tientallen procenten hoger uit. De onderzoekers constateren over de hele linie kansverdelingen met duidelijk hogere extremen dan voorheen, met name bij herhalingstijden die hoger dan vijftig jaar zijn.
De onderzoekers hebben ook zes extreme neerslaggebeurtenissen in Nederland geanalyseerd, waarvan vier in de laatste tien jaar plaatsvonden. Buien gedragen zich veel grilliger dan langdurige neerslag. Volgens de onderzoekers vallen de grootste intensiteiten wel kort na het begin van een bui en meestal ook wel voor een derde van de totale duur van een bui, maar dat is zeker geen wetmatigheid. Dit is terug te zien bij de zes extreme historische buien. Bij vijf treden de grootste intensiteiten op tussen de tien en twintig minuten na aanvang van de bui, maar bij de zesde werd pas na ongeveer negentig minuten de grootste intensiteit bereikt.
Volgens Stowa vormen de statistieken voor korte tijdsduren belangrijke informatie voor modelberekeningen van waterbeheerders, gemeenten en projectontwikkelaars. Zij kunnen hiermee zien in welke mate de omgeving gevoelig is voor extreme neerslaghoeveelheden. Vooral voor de modelberekeningen voor stedelijk gebied zijn de geactualiseerde neerslagstatistieken van belang. Deze geven een duidelijke richting aan voor de verplichte stresstesten.
De nieuwe neerslagstatistieken zijn al gebruikt voor de app Water op straat, die HKV lijn in water een week geleden lanceerde. Deze gratis app geeft een beeld van de wateroverlast door een hevige bui op elke locatie in Nederland. Iedereen kan zo zien wat er kan misgaan rondom zijn eigen woning of bedrijf.
Meer informatie
Rapport Neerslagstatistieken voor korte duren
Bericht over app Water op straat
Bericht Stresstest wordt krachttoer voor gemeenten
De vraag is of dat dan komt door alleen de waterkwaliteit of dat het komt omdat we, bijvoorbeeld, gewoon gruwelijk dicht bevolkt zijn en ik al heel wat weilanden en dergelijke omgezet heb zien worden in woningen.
Mijn idee is overigens niet om te infiltreren in bestaande vennen - dat zou inderdaad de ecologie van die vennen veranderen – maar in aangelegde plassen (met een oppervlak minder dan 0,1 procent van de Veluwe). Die vallen droog, enkele dagen nadat infiltratie stopt. Infiltratieplassen hebben landschappelijk gezien wellicht wat waarde (als je saai naaldbos daarvoor kapt), aangaande natuur is die inderdaad beperkt.
Zeg 10 jaar geleden al waarschuwde ik dat we in 2027 in Nederland nooit de KRW doelen gaan halen. Ik betreur het ten zeerste dat ik gelijk ga krijgen. Ik voorspel nu dat we in 2030 met de mond vol tanden staan als Brussel ons vraagt wat onze plannen/maatregelen zijn om de Veluwe natuur en biodiversiteit te herstellen. Zonder fors ingrijpen in de waterbalans van het Veluwemassief gaan we verdroging echt niet bestrijden en zullen beken en sprengen niet structureel meer water voeren. Dat geef ik je op een briefje.