Verdubbel het doel voor de binnenlandse productie van hernieuwbare waterstof in 2030 ten opzichte van wat eerder in het Klimaatakkoord is aangegeven. Deze ambitie wordt uitgesproken in de Routekaart Waterstof. Daarvoor is een snelle opschaling van de hele waterstofketen nodig.
De routekaart is vorige week door het Nationaal Waterstof Programma (NWP) overhandigd aan minister Rob Jetten voor Klimaat en Energie. Hierin worden concrete doelen en acties tot 2030 beschreven en ook vooruitgeblikt op de periode daarna (zie infographic). Binnen het NWP dat voort is gekomen uit het Klimaatakkoord van 2019, werken overheid en bedrijfsleven samen.
Nederland kan en wil een belangrijke rol spelen in de mondiale waterstofmarkt, is het uitgangspunt. Ons land produceert momenteel een grote hoeveelheid waterstof uit aardgas, maar de samenstelling van deze productie gaat in de toekomst fundamenteel veranderen. Voor hernieuwbare elektrolyse zal er een grotere rol weggelegd zijn. Hernieuwbare en koolstofarme waterstof en derivaten dragen bij aan de verduurzaming van industrie, mobiliteit, gebouwde omgeving en elektriciteitsopwekking.
Verdubbeling naar 6 tot 8 GW in 2030 bepleit
De ambitie in het Klimaatakkoord is om 3 à 4 gigawatt (GW) elektrolysevermogen in 2030 te realiseren. Volgens de deelnemers aan het NWP is echter een verdubbeling naar ongeveer 6 tot 8 GW in 2030 nodig, om zeker te zijn dat Nederland dan aan de Europese doelen voor verplichte toepassing van hernieuwbare waterstof voldoet. Daarom roepen zij het kabinet op het doel voor de productie van hernieuwbare waterstof vast te stellen op minimaal 80 petajoule.
Voor 2025 gaat het Klimaatakkoord uit van 500 megawatt (MW) elektrolysecapaciteit. In de routekaart wordt een verhoging naar 600 MW voorgesteld. Deze capaciteit moet in de jaren daarna lineair doorgroeien en aansluiten op de realisatie van wind- en zonneparken en het landelijke waterstoftransportnet.
Een belangrijk element is de ontwikkeling van een offshore waterstofnetwerk. Verder moeten andere kansrijke productiemethoden, zoals vergassing van restafval, pyrolyse en thermolyse, de komende jaren de kans krijgen om zich te bewijzen.
Er wordt nog een kanttekening gemaakt. Als de waterstofproductie niet ten koste mag gaan van directe elektrificatie en verduurzaming van bestaand elektriciteitsverbruik, moeten de productie of import van CO2-vrije elektriciteit omhoog zodat in de resterende elektriciteitsvraag kan worden voorzien.
Snelle opschaling van keten vereist
Dit alles vraagt om een snelle en significante opschaling van de gehele keten: productie, import., transport, distributie en gebruik. Volgens de routekaart heeft Nederland daarvoor een uitstekende uitgangspositie.
Hierbij wordt gewezen op de al opgedane ervaring met waterstof, de uitgebreide infrastructuur voor onder meer transport en opslag, de aanwezige industrie, de grootschalige uitrol van wind op zee en de gunstige ligging voor doorvoer. Voor de Nederlandse maakindustrie biedt de snelle groei van waterstofketens kansen op nationale en internationale markten. Die kunnen al snel in de miljarden euro’s lopen.
DOELEN TOT EN MET 2025
De Routekaart Waterstof bevat zes overkoepelende doelen voor de periode 2022-2025 (met daarbij tal van acties voor het Rijk en NWP-deelnemers):
• Duidelijke doelen stellen voor waterstofproductie en -gebruik en het ontwikkelen van passende instrumenten.
• Zekerheid geven over de essentiële randvoorwaarden voor de import en doorvoer van waterstof.
• Zorgen voor een landelijk waterstoftransportnetwerk met bijbehorende opslag.
• Inzicht verkrijgen in (potentiële) waterstofverbruikers en het realiseren van condities voor de opschaling van waterstofgebruik.
• Voldoende aandacht geven aan innovatie voor de opschaling en toepassing van waterstof.
• De inpassing van waterstof in het energiesysteem bewaken en rekening houden met alternatieve verduurzamingsmogelijkheden.
LEES OOK
H2O Artikel: Nieuwe route naar de waterstofeconomie gaat via de rwzi
H2O Actueel: Waterstofcoalitie roept op om slim te investeren
H2O Actueel: Snelle ontwikkelingen en veel uitdagingen bij groene waterstof
In het genoemde Stowa rapport wordt een onderscheid gemaakt naar:
Op basis van de nadere uitwerking kunnen technologen en beleidsmedewerkers van waterschappen een gefundeerde keuze maken voor een natuurlijk systeem, afhankelijk van de specifieke situatie op een RWZI en de gekozen opties:
A. Toepassing van een enkel systeem als ‘stand alone’ techniek als uitbreiding van de RWZI, voor upgrading van het effluent (afloop nabezinktank).
B. Als inpassing in een integraal natuurlijk systeem wat naast effluentbehandeling ook recht doet aan de omgeving en waarbij functies zoals het creëren van natuurlijk, levend water, effluentbuffering, recreatie en natuur gecombineerd worden.
De Waterharmonica's nemen de meeste ruimte in, zeker omdat voor een goede verwijdering van medicijnen laag tot zeer lage belaste Waterharmonica's nodig zijn (zie ook Stowa 2013-07). Dus een hydraulische belasting van zeker niet meer dan 0,05 m/dag. Ofwel een ruimte beslag van 2,5 tot 3,75 m2 per inwoner.
Het totale debiet aan gezuiverd afvalwater in Nederland is ca. 2.000.000 m3 per jaar (CBS, data 2020). Dit zou dan neerkomen op een totaal netto ruimte beslag van 4.000 ha in heel Nederland. Zeg 5.000 tot maximaal 10.000 ha. Dit lijkt veel, maar het is wel met gestapelde belangen en mogelijkheden. Stel 25 cm waterberging: 10.000.000 waterberging, stel dat een kwart van de Waterharmonica's als KRW-waardig wordt beschouwd (is best wel reëel): 500 tot 1.000 ha.... En dan nog recreatie, natuur, CO2-vastlegging, stikstofrechten? Vrienden maken, bufferzones rond de rwzi's. Een voorbeeld van een zoektocht, uitgevoerd door het Wetterskip Fryslân: http://www.waterharmonica.nl/reports/LW289-47_005-rapd02-waterharmonica.pdf. Op weg naar 2027?
Ruud Kampf
Rekel/water