Pieter Litjens is de nieuwe voorzitter van Vewin, de vereniging van drinkwaterbedrijven. Hij maakte zijn opwachting in de eerste Nacht van het Drinkwater die in Den Haag werd gehouden.
Litjens zal naast het voorzitterschap van Vewin zijn huidige functie als directeur/bestuurder van het kenniscentrum CROW behouden. Hij was eerder burgemeester van Aalsmeer, wethouder in Amsterdam en ook lid van de Tweede Kamerlid voor de VVD.
Litjens volgt Peter van der Velden op als voorzitter. De scheidende voorzitter onderstreepte nog eens het belang van meer centrale regie op(drink)watergebied, om te voorkomen dat er straks niet overal meer water uit de kraan komt.
Tijdens het drinkwaterevenement debatteerden vijf jonge waterambassadeurs van het Haagse Dalton College over de noodzaak om waterbesparende maatregelen te nemen om ook later voor iedereen over voldoende drinkwater te beschikken. Een conclusie: “Misschien moet ik minder lang zingen onder de douche”.
Tijdens de bijeenkomst, die in het teken stond van de toekomst van het drinkwater, onthulden de scholieren een reusachtige emmer: een verwijzing naar het eerste emmertje gezuiverd drinkwater, op 12 december 1853 getapt en voor 1 cent verkocht bij de Haarlemmerpoort in Amsterdam.
Deze gebeurtenis geldt als het begin van de georganiseerde drinkwatervoorziening in Nederland, op de kop af 170 jaar geleden. De vier meter hoge emmer uit 2023 heeft een inhoud van 47 kuub (47.000 liter), de hoeveelheid drinkwater die elke Nederlander jaarlijks gebruikt.
De komende maanden reist de emmer door het land om aandacht te vragen voor de toekomst van de drinkwatervoorziening. De drinkwaterwaterbedrijven roepen op om zuiniger om te gaan met drinkwater, onder het motto: ‘Hoe klein maak jij de emmer?’
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.