secundair logo knw 1

  • Colors: Blue Color

Er komt steeds meer aandacht voor geneesmiddelen, hormonen, microplastics en andere microverontreinigingen in water. Dit artikel geeft een overzicht van de stand van de wetenschap. Waar komen deze microverontreinigingen vandaan, hoe komen ze in het water terecht, hoe erg is dat en wat kunnen we er aan doen? Van sommige groepen microverontreinigingen weten we meer dan van andere. Daardoor is de beleidsvorming niet voor alle stofgroepen even ver. Hoewel we veel nog niet weten, zouden mogelijke effecten handelen uit voorzorg kunnen rechtvaardigen. Een ketenaanpak, die zowel op bronmaatregelen als op end-of-pipe maatregelen inzet, lijkt het meest kansrijk.

Lysotherm® is een innovatieve gepatenteerde slibhydrolysetechnologie die, in tegenstelling tot de gangbare systemen, geen gebruik maakt van stoom. De modulaire opzet is geschikt voor zowel kleine als grotere sliblijnen met vergisting en elektriciteitsproductie. Lysotherm® wordt continu bedreven, waarbij het slib indirect wordt verhit middels twee warmtecircuits: (1) een gesloten regeneratief watercircuit voor het voorverwarmen en nakoelen van het slib en (2) een thermisch oliecircuit waarmee warmte uit de hete rookgassen van de op biogas draaiende gasmotoren (wkk’s voor de opwekking van elektriciteit) wordt onttrokken. Dit artikel presenteert het werkingsprincipe van Lysotherm® en de operationele resultaten.

Hoe positioneer je je als waterorganisatie (drinkwaterbedrijf of waterschap) in het complexe speelveld van gebiedsprocessen? Voor het tackelen van deze vraag heeft KWR Watercycle Research Institute eerder vier ideaaltypische rollen ontwikkeld [1]. In opdracht van drinkwaterbedrijf Vitens zijn deze rollen aangescherpt en geanalyseerd in het licht van dominante trends en ontwikkelingen. Dit vervolgonderzoek laat zien dat drinkwaterbedrijven opereren in gebiedsprocessen die gekenmerkt worden door steeds verdere intensivering, decentralisatie en deregulering, vervlechting, vermarkting, versnelling en individualisering. Een speciaal ontworpen serious game stelt waterorganisaties in staat de betekenis van de vier rollen in relatie tot deze veranderende omgeving te duiden en te concretiseren.

Het onderzoeksprogramma Climate Proof Cities (CPC) heeft veel kennis opgeleverd over het klimaatbestendig maken van de Nederlandse steden. In de uitvoeringspraktijk spelen waterbeheerders, in samenwerking met gemeenten en andere partijen, een belangrijke rol. Daarbij gaat het niet alleen over het verminderen van wateroverlast door piekbuien, maar ook over de rol van stedelijk water bij het voorkomen van hittestress. Hieronder in vogelvlucht de belangrijkste uitkomsten van het onderzoek; in de genoemde publicaties is er veel meer over te lezen.

De laagveenplas Terra Nova kampt al jaren met blauwalgenbloei en lage bedekkingen met waterplanten, ondanks jaarlijkse biomanipulatiemaatregelen. Een belangrijke oorzaak hiervan is de fosfaatrijke waterbodem met een laag ijzergehalte, die zorgt voor een hoge fosfaatnalevering naar de waterlaag. Om het ijzergehalte van de bodem te verhogen, werd geleidelijk ijzer aan de plas toegevoegd gedurende anderhalf jaar. Tijdens en na de ijzersuppletie daalden de fosfaatconcentraties in de waterlaag naar historisch lage niveaus, met helder water, waterplantenontwikkeling en het verdwijnen van algenbloei tot gevolg. Het is onduidelijk of de verlaagde fosfaatnalevering langdurig zal zijn.

Wanneer kan regelbare drainage (RD) een bijdrage leveren aan de zoetwatervoorziening en wanneer niet? Dit artikel is het derde en laatste in de serie over de toepasbaarheid van regelbare drainage. In de beide voorgaande artikelen [1, 2] ging het vooral om de effecten ter plekke, dus op perceelsniveau. In dit derde artikel gaan we specifiek in op regionale effecten. De achterliggende vraag daarbij is: wat is de invloed van grootschalige toepassing van regelbare drainage op het watersysteem als geheel? Dit is onderzocht voor een studiegebied in hoog Nederland.
(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

@P.C. de RuiterOppervlakte is aangepast in 67 hectare.
Geachte Redactie, Dank voor uw bijdrage voor de uitreiking van de Keppler-prijzen. Afkomstig van een agrarisch akkerbouwbedrijf in het zuiden van de Haarlemmermeerpolder en betrokken vanaf het allereerste begin, de oplevering en dan nu een prijs als beloning. (Raadswerk Haarlemmermeer en fractie-ondersteuning Bestuur Rijnland)
Bovendien nog een tweede prijs in Hoofddorp, de Winnaar van de Publieksprijs de Gerritshoeve / Kastan van Ontwerper Architectenbureau Gijs de Waal. (Winnaars Arie Keppler Prijs 2024 - Architectuur.nl) Ik heb vaak en veel moeten uitleggen waarom juist in deze ruimte vragende polder opnieuw een aanslag wordt gedaan op vruchtbare agrarische grond. *)
De aanleiding van mijn reactie is een fout in de oppervlakte maat van de Piekberging, 16 ha. moet 67 ha. zijn. Aansluitend heb ik nog een verzoek om met een link ook de informatie over de Piekberging zelf te ontsluiten: https://www.rijnland.net/actueel/nieuwsoverzicht/piekberging-haarlemmermeer-wint-arie-keppler-prijs-2024/
https://www.rijnland.net/wat-doet-rijnland/in-uw-buurt/piekberging-haarlemmermeer/ 
https://www.rijnland.net/wat-doet-rijnland/in-uw-buurt/piekberging-haarlemmermeer/veel-gestelde-vragen-piekberging-haarlemmermeer/ *)
En de lozingen van de waterschappen zelf? Heeft al iemand een idee wat daar aan te doen is?
Interessante innnovatie.
Wat ik me nu afvraag met die sluitdeuren: ze moeten een faalkans hebben van iets van 10^-4 per jaar, mogelijk nog een factor 10 lager.
Hoeveel kogels heeft men laten vallen (op verschillende plaatsen) om te concluderen dat de faalkans als gevolg van een impact (25 kg bal van 22 meter hoogte lijkt me inderdaad een aardige klap geven) op een voldoende laag niveau zit?
Natuurlijk is een gat op één plek niet direct einde levensduur van deur, maar hij zal iig niet mogen bezwijken.