secundair logo knw 1

  • Colors: Blue Color

De watermolen bij Vierlingsbeek was al eeuwen een barrière voor vismigratie. Een vispassage moest deze barrière opheffen, maar het ontwerp had met veel factoren rekening te houden: een cultuurhistorisch waardevolle watermolen die energie opwekt en daarvoor een constant debiet nodig heeft, waterstandfluctuaties benedenstrooms (Maas) en een grote variatie in debiet van de beek zelf. Een complexe opgave die om een integrale aanpak vroeg. Dat er nu een verscheidenheid aan vis door de passage gaat is het bewijs dat het juiste pad is bewandeld en het juiste concept is uitgewerkt. De vispassage Vierlingsbeek brengt veel meer dan alleen veel vis.

Waterslag is een drukgolf die onbedoeld en kortstondig optreedt in een leidingsysteem, bijvoorbeeld doordat een pomp uitvalt of door een snel sluitende afsluiter. Door te hoog oplopende druk in de leiding kunnen lekkages of leidingbreuken ontstaan. Ook kan tijdelijk sprake zijn van onderdruk, met kans op besmetting van het schone water door het aanzuigen van grondwater of ander water van buiten de leiding. Kennis over hoe met waterslag om te gaan, lijkt uit de sector te verdwijnen. Met dit artikel bepleiten we meer aandacht voor dit verschijnsel en illustreren we nut en noodzaak van goede analyses.

Circa 90% van het oppervlaktewater in de provincie Noord-Brabant is niet aangewezen als KRW-waterlichaam. De doelen waren voor deze wateren nog niet volgens de KRW-systematiek opgesteld. Daardoor ontbrak een eenduidige systematiek voor heel Brabant. In 2014 zijn voor deze (niet KRW-)wateren doelstellingen afgeleid in de KRW-taal. Dit artikel beschrijft het traject dat de provincie en de vier Brabantse waterschappen hierbij samen hebben doorlopen en de lessen die ervan zijn geleerd.

Nederlandse waterbeheerders hebben de afgelopen jaren hard gewerkt om tot afgewogen, gebiedsgerichte KRW-doelen te komen. Daarbij is men tot op zekere hoogte vrij om zijn eigen doelen af te leiden. Dit kan op verschillende manieren, vooral als het gaat om het verdisconteren van het ecologisch effect van ingrepen en maatregelen. Dat dit gevolgen heeft voor de uniformiteit is onvermijdelijk. Verschillen in uitkomsten zijn soms niet gemakkelijk te begrijpen voor de buitenwereld. Om hierin transparant te blijven is meer samenwerking en afstemming nodig. Hoe kunnen we dit bereiken? Ecologische Sleutelfactoren bieden mogelijk uitkomst.

In het beheergebied van Hollands Noorderkwartier is de totale belasting en de achtergrondbelasting door de nutriënten fosfor en stikstof onderzocht in 42 waterlichamen. De achtergrondbelasting met stikstof blijkt nergens het halen van de KRW-doelstellingen in de weg te staan. Voor fosfor daarentegen is dit in de helft van de onderzochte waterlichamen wel het geval. Voor deze waterlichamen zijn de KRW-doelen voor fosfor aangepast en daarmee tevens de doelen voor de bijbehorende ecologie. Het Stappenplan nutriënten van Rijn-West is hierbij leidend geweest.

In de helft van de regionale wateren blijven nutriënten een beperkende factor om KRW-doelen te bereiken. Is een groot deel daarvan misschien natuurlijk? Een belangrijke vraag, omdat de KRW de mogelijkheid geeft om achtergrondbelasting van nutriënten in de doelen te verrekenen. Uit het hieronder beschreven onderzoek weet HHNK nu per waterlichaam in zijn gebied waar de nutriënten vandaan komen en wat daarin het aandeel natuurlijke achtergrond is. Deze kennis is essentieel om KRW-doelen onderbouwd te kunnen bijstellen en om te kunnen bepalen waar welke maatregelen efficiënt zijn.
(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte mevr. Sien Kok,
alles is onlosmakelijk atomair verbonden binnen relativiteit van tijd/ruimte en eenheid geest stof, telen zonder chemie, inschakelen industrie en prive personen telt allemaal, maar denk ook even aan satellieten met hun negatieve effect op klimaat, 24/7. U geeft oude wetmatigheden een nieuw jasje. Succes, Jan Kalverdijk
Interessant. Hoe staat het met de PFAS-hoeveelheden die bij Chemelot in de Maas worden geloosd, wordt hier wel op gehandhaafd? 
Niet zo vreemd dat van die akker- en weidevogelsoorten de populaties teruglopen . Dat kan je zo hebben als je het vol zet met zonnepanelen en windturbines (birdblenders).
Dit heb ik ook nodig. Wij maken van slootmaaisel, een nieuw product, Wortelbeton, voor waterschap Rijnland. Artificiële Rietzudde, voor KRW- doelen. We hebben nog een toepassing van Wortelbeton en dat is veen maken. Daarmee werken we samen met gem Amsterdam en Waternet/AGV en VIP_NL. 
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.