secundair logo knw 1

  • Colors: Blue Color

De rioolwaterzuivering is van oudsher bedoeld om de volksgezondheid te beschermen tegen ziekteverwekkers. In de loop der tijd is daar – via wet- en regelgeving – de bescherming van de kwaliteit van het oppervlaktewater bijgekomen. Dat zal zo blijven. Wat wel verandert is dat we steeds beter beseffen dat afvalwater een bron is van waardevolle grondstoffen. We staan aan het begin van een spannende route. Waar gaat het heen?

De provincie Noord-Holland doet een meerjarige proef met zoetwaterberging bij een bollenteler op Texel. Het doel is economische schade door verzilting en droogte zoveel mogelijk te voorkomen door zelf te voorzien in zoetwater. Door opvang van water op het perceel en efficiënt gebruik hiervan, kan aan de eigen waterbehoefte worden voldaan in droge perioden. Daarnaast is de proef erop gericht kennis en ervaring te delen met agrariërs. Zelfvoorziening op perceelsniveau blijkt goed mogelijk en het effect van continue waterbeschikbaarheid is veelbelovend voor de opbrengst van bollen. Grootschalige implementatie van zelfvoorziening kan tevens interessant zijn voor regionaal waterbeheer.

Ondergrondse berging van tijdelijke zoetwateroverschotten voor terugwinning in perioden van vraag (OWB) biedt een oplossing voor huidige en toekomstige watertekorten. Recent zijn innovatieve putconcepten ontwikkeld en gevalideerd om OWB ook op kleine schaal in brak en zout grondwater mogelijk te maken. De crux van deze concepten zit in het optimaliseren van de plaatsing en aansturing van de putfilters voor infiltratie en onttrekking van zoetwater. Meerdere verticale filters maken diepe injectie en ondiepe winning van zoetwater mogelijk in brakke pakketten (‘ASR-Coastal’), en met lange horizontale putten kunnen dunne zoetwaterlenzen in een zoute ondergrond worden vergroot voor latere winning (‘Freshmaker’).

Deammonificatie wordt al meer dan tien jaar toegepast in warme stikstofrijke afvalwaterstromen. Toepassing van deammonificatie in de ‘koude waterlijn’ van een rioolwaterzuiverings-installatie bleek, alle onderzoeksinspanningen [1] ten spijt, tot op heden moeizaam. Dit wordt onder andere veroorzaakt door de lage groeisnelheid van de deammonificerende bacteriën (DAB’s), met name bij lagere temperaturen. Het EssDe®-proces (Energy Self Sufficient by DEmon®) laat echter zien dat het in de praktijk toch mogelijk is.

In juni 2014 heeft een groep waterbeheerders, onderzoekers en adviseurs een bezoek gebracht aan Estland. De Estse wateren verkeren over het algemeen in een veel natuurlijker toestand dan de Nederlandse. Tijdens de studiereis is onderzocht hoe de ecosystemen van deze wateren functioneren. De opgedane kennis was aanleiding tot discussies over de toestand van Nederlandse meren en plassen en over welke herstelmaatregelen op welke manier bijdragen aan het bereiken van een goede ecologische toestand (of de afgeleide daarvan, het goede ecologische potentieel).

De tien Nederlandse drinkwaterbedrijven hebben een sectorbreed te gebruiken methodiek ontwikkeld voor het maken van de verstoringsrisicoanalyse. In de verstoringsrisicoanalyse worden dreigingen en gevaren voor de drinkwatervoorziening in kaart gebracht en het risico beoordeeld. Op basis hiervan kunnen drinkwaterbedrijven de dreigingen en gevaren rangschikken, prioriteren en waar nodig weerbaarheid verhogende maatregelen treffen om de continuïteit van de drinkwatervoorziening zoveel mogelijk te borgen. Eén sectorbrede methodiek leidt tot meer kennisuitwisseling binnen de drinkwatersector en daarmee tot kwalitatief betere verstoringsrisicoanalyses. In onderstaand artikel worden de sectorbrede aanpak en de methodiek op hoofdlijnen beschreven.
(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

In aanvulling hierop: Wij hebben voor terrein- en rivierbeheerders (VNBE) nog meer maatregelen in kaart gebracht om deze problemen te mitigeren (zie ook bijlage):
 
@Hans MiddendorpHoi Hans, beetje makkelijke reactie van het waterschap ('eerst moeten de waterbedrijven wat doen, tot die tijd kunnen wij niks doen'). De Waprog plaatste in 1986, in één jaar tijd, meer dan 100.000 watermeters bij gezinnen thuis. Dat kostte toen maar 150 gulden (!) per watermeter. Als de waterpartners echt zouden willen samenwerken, kan dit zo zijn opgelost. Dus ja, bureaucratie zegeviert. Niet iets om trots op te zijn.
@Gert Timmerman Eens. We moeten met al ons water zuinig omgaan (en het niet verontreinigen) zeker met zoet grondwater en met drinkwater.
@JanEens Jan, maar mijn opiniestuk gaat over hoe slimme bemetering en beprijzing het waterverbruik van huishoudens beïnvloeden. Dat er geen BOL is voor grootverbruik, helpt bedrijven inderdaad niet om slim met water om te gaan.