secundair logo knw 1

Het regenwaterbassin in Randers

Het Wageningse bedrijf Plant-e heeft in de Deense stad Randers in een regenwaterbassin een systeem geïnstalleerd dat elektriciteit produceert uit elektronen die vrijkomen bij het afbreken van organisch materiaal. Het is de eerste installatie in Denemarken die stroom uit planten produceert.

Dat bericht Plant-e. Het bedrijf in Wageningen levert al enkele jaren systemen waarin levende planten elektriciteit genereren. Daarbij wordt gebruik gemaakt van organisch materiaal dat in de bodem wordt afgebroken door bacteriën, waarbij elektronen vrijkomen. Plant-e brengt een koolstof elektrode in de bodem waar bacteriën hun elektronen aan afgeven. “Door deze elektrode – de min-pool – te koppelen aan een tegen-elektrode – de plus-pool – ontstaat een electrische circuit en kan elektriciteit worden gegenereerd.”

In Randers, een stad in de Deense regio Midden-Jutland, worden 256 lichtpunten gevoed met de stroom die door Plant-e wordt opgewekt. De stad plaatste het regenwaterbassin om zich voor te bereiden op steeds extremer weer. Het bassin vangt regenwater op uit de stad en reinigt het voordat het in de Randers Fjord wordt geloosd. Op deze manier wil de stad het riool ontlasten.

Door gebruik te maken van plantenstroom kan losstaande elektrische apparatuur – zoals verlichting en sensoren – van stroom worden voorzien zonder aan te sluiten op het elektriciteitsnet, stelt Plant-e. “Tegelijkertijd verminderen we de methaan-uitstoot en slaan we CO2 op. Daarmee zijn wij het enige bedrijf ter wereld dat CO2-negatieve stroom produceert: schoon, groen en betrouwbaar.”

Microbial Fuel Cell
Plant-e is niet het enige bedrijf dat zich richt op de productie van plantenstroom. Zo experimenteert de Rotterdamse start-up Nova Innova met de nieuwe technologie de Microbial Fuel Cell. Deze biobrandstofcel zet elektronen die micro-organismen afscheiden als ze organisch materiaal afbreken om in elektriciteit. Deze zomer is het bedrijf begonnen met testen in vijvers in Diergaarde Blijdorp. Het systeem met de naam POND genereert ten behoeve van waterbeheerders ook data over de waterkwaliteit en zal deze kwaliteit uiteindelijk ook visualiseren met bollen die verkleuren.

Plant-e ontwikkelt ook toepassingen op het gebied van IoT en sensoring en richt zich op het verzamelen data door middel van grondwatersensoren. Plant-e verwacht de eerste sensortoepassingen in de loop van 2023 te lanceren.

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte mevr. Sien Kok,
alles is onlosmakelijk atomair verbonden binnen relativiteit van tijd/ruimte en eenheid geest stof, telen zonder chemie, inschakelen industrie en prive personen telt allemaal, maar denk ook even aan satellieten met hun negatieve effect op klimaat, 24/7. U geeft oude wetmatigheden een nieuw jasje. Succes, Jan Kalverdijk
Interessant. Hoe staat het met de PFAS-hoeveelheden die bij Chemelot in de Maas worden geloosd, wordt hier wel op gehandhaafd? 
Niet zo vreemd dat van die akker- en weidevogelsoorten de populaties teruglopen . Dat kan je zo hebben als je het vol zet met zonnepanelen en windturbines (birdblenders).
Dit heb ik ook nodig. Wij maken van slootmaaisel, een nieuw product, Wortelbeton, voor waterschap Rijnland. Artificiële Rietzudde, voor KRW- doelen. We hebben nog een toepassing van Wortelbeton en dat is veen maken. Daarmee werken we samen met gem Amsterdam en Waternet/AGV en VIP_NL. 
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.