In Nederland is het waterbeheer in de basis op orde, maar er valt nog genoeg te verbeteren. Dat betoogde Herman Havekes in zijn inaugurele rede ter ere van zijn benoeming als bijzonder hoogleraar Publieke organisatie van het (decentrale) waterbeheer aan de Universiteit Utrecht.
Herman HavekesHavekes, die 1 september 2019 is benoemd door de Stichting Schilthuisfonds als bijzonder hoogleraar, hield een vlootschouw van het (decentrale) waterbeheer. Waterschappen, drinkwaterbedrijven, provincies, gemeenten, het Rijk, ze kwamen allemaal voorbij. Belangrijke conclusie van de professor: we hebben het waterbeheer best wel goed georganiseerd.
Hij memoreerde onder meer dat het Nederlandse waterbeheer internationaal (2014, OESO: Water Governance in the Netherlands: Fit for the future?) stevig tegen het licht is gehouden en positief is beoordeeld. Het beheer kan slagvaardig worden uitgevoerd, omdat het voor 100 procent een publieke taak is, sterk gedecentraliseerd en een solide financiële basis heeft, aldus Havekes.
Hij stelt dan ook dat de decentralisatie van het Nederlandse waterbeheer succesvol is, maar dat er ook nog genoeg te verbeteren valt. Zoals het belasten van onttrekkingen van oppervlakte- en grondwater, beprijzing van diffuse verontreiniging door de landbouw en de organisatie van het grondwaterbeheer.
LEES OOK
Inaugurele rede: Succesvol decentraliseren? Een vlootschouw van het (decentrale) waterbeheer
Interview met Herman Havekes in H2O oktober
In het genoemde Stowa rapport wordt een onderscheid gemaakt naar:
Op basis van de nadere uitwerking kunnen technologen en beleidsmedewerkers van waterschappen een gefundeerde keuze maken voor een natuurlijk systeem, afhankelijk van de specifieke situatie op een RWZI en de gekozen opties:
A. Toepassing van een enkel systeem als ‘stand alone’ techniek als uitbreiding van de RWZI, voor upgrading van het effluent (afloop nabezinktank).
B. Als inpassing in een integraal natuurlijk systeem wat naast effluentbehandeling ook recht doet aan de omgeving en waarbij functies zoals het creëren van natuurlijk, levend water, effluentbuffering, recreatie en natuur gecombineerd worden.
De Waterharmonica's nemen de meeste ruimte in, zeker omdat voor een goede verwijdering van medicijnen laag tot zeer lage belaste Waterharmonica's nodig zijn (zie ook Stowa 2013-07). Dus een hydraulische belasting van zeker niet meer dan 0,05 m/dag. Ofwel een ruimte beslag van 2,5 tot 3,75 m2 per inwoner.
Het totale debiet aan gezuiverd afvalwater in Nederland is ca. 2.000.000 m3 per jaar (CBS, data 2020). Dit zou dan neerkomen op een totaal netto ruimte beslag van 4.000 ha in heel Nederland. Zeg 5.000 tot maximaal 10.000 ha. Dit lijkt veel, maar het is wel met gestapelde belangen en mogelijkheden. Stel 25 cm waterberging: 10.000.000 waterberging, stel dat een kwart van de Waterharmonica's als KRW-waardig wordt beschouwd (is best wel reëel): 500 tot 1.000 ha.... En dan nog recreatie, natuur, CO2-vastlegging, stikstofrechten? Vrienden maken, bufferzones rond de rwzi's. Een voorbeeld van een zoektocht, uitgevoerd door het Wetterskip Fryslân: http://www.waterharmonica.nl/reports/LW289-47_005-rapd02-waterharmonica.pdf. Op weg naar 2027?
Ruud Kampf
Rekel/water
Dus bij hoogheemraadschap Delfland kies je een partij. Vervolgens hebben een paar partijen meer zetels dan andere. Daarna wordt er een Bestuursakkoord getekend door alle partijen, waar ook de minder grote (verliezende) partijen zeggenschap in hebben? Er staat ook: "De gezamenlijk gekozen hoogheemraden vertegenwoordigen in het dagelijks bestuur alle fracties". Wat betekent het dan om een fractie te vertegenwoordigen in de praktijk?
In het geval van hoogheemraadschap Delfland is stemmen op een partij dus niet super zinvol, omdat daarna toch met alle andere partijen wordt samengewerkt om tot een Bestuursakkoord te komen. Grote partijen hebben dan niet meer te bepalen dan kleine partijen?