Herman Havekes gaat op 1 september aan de slag als bijzonder hoogleraar aan de Universiteit Utrecht. Hij bekleedt de nieuwe leerstoel Publieke organisatie van het (decentrale) waterbeheer. Havekes is benoemd door de Stichting Schilthuisfonds.
Herman HavekesDe benoeming geldt voor een periode van vijf jaar bij de faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie van de Universiteit Utrecht. Havekes zal zich bezighouden met de institutionele aspecten van het waterbeheer en dan vooral de publieke organisatie hiervan. Het is de bedoeling dat hij veel aandacht heeft voor de relatie met de praktijk van het waterbeheer.
De in 1954 geboren Havekes heeft zijn sporen ruimschoots verdiend in de waterwereld. Na zijn studie Nederlands recht werkte hij eerst enige jaren bij Rijkswaterstaat. Hij trad in 1984 in dienst bij de Unie van Waterschappen, waar hij sindsdien diverse functies heeft vervuld. Op dit moment is Havekes strategisch adviseur van bestuur en directie.
Een van zijn nevenfuncties is het voorzitterschap van de themagroep Bestuurlijk-juridische aspecten van waterbeheer van het Koninklijk Nederlands Waternetwerk. Aan dezelfde universiteit waar Havekes nu bijzonder hoogleraar wordt, promoveerde hij in 2009 op het thema functioneel decentraal waterbestuur. In hetzelfde jaar werd hij door de minister van Infrastructuur en Milieu onderscheiden met de Schilthuispenning.
De Stichting Schilthuisfonds die verantwoordelijk is voor de benoeming, werd in 1984 opgericht door de Unie van Waterschappen met als doel de wetenschappelijke en praktische beoefening van het waterrecht en de waterstaatsgeschiedenis. Voorzitter van het fonds is deltacommissaris Peter Glas. Volgens hem neemt wereldwijd de aandacht voor de bestuurlijk-organisatorische aspecten van duurzaam waterbeheer sterk toe en speelt Nederland een belangrijke rol bij de uitwisseling van kennis en ervaring. Glas noemt Havekes een uitstekende kandidaat om de nieuwe leerstoel vorm te geven vanwege zijn verregaande kennis over de organisatie van het decentrale waterbeheer in ons land.
De leerstoel Publieke organisatie van het (decentrale) waterbeheer is de opvolger van de leerstoel Publiek organisatierecht, in het bijzonder het waterbeheer. Die werd vorig jaar nog bezet door Remco Nehmelman, die nu griffier van de Eerste Kamer is. De Stichting Schilthuisfonds ondersteunt verder twee andere leerstoelen: Europees en nationaal waterrecht van professor Marleen van Rijswick aan de Universiteit Utrecht en Water- en milieugeschiedenis van professor Petra van Dam aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.
In het genoemde Stowa rapport wordt een onderscheid gemaakt naar:
Op basis van de nadere uitwerking kunnen technologen en beleidsmedewerkers van waterschappen een gefundeerde keuze maken voor een natuurlijk systeem, afhankelijk van de specifieke situatie op een RWZI en de gekozen opties:
A. Toepassing van een enkel systeem als ‘stand alone’ techniek als uitbreiding van de RWZI, voor upgrading van het effluent (afloop nabezinktank).
B. Als inpassing in een integraal natuurlijk systeem wat naast effluentbehandeling ook recht doet aan de omgeving en waarbij functies zoals het creëren van natuurlijk, levend water, effluentbuffering, recreatie en natuur gecombineerd worden.
De Waterharmonica's nemen de meeste ruimte in, zeker omdat voor een goede verwijdering van medicijnen laag tot zeer lage belaste Waterharmonica's nodig zijn (zie ook Stowa 2013-07). Dus een hydraulische belasting van zeker niet meer dan 0,05 m/dag. Ofwel een ruimte beslag van 2,5 tot 3,75 m2 per inwoner.
Het totale debiet aan gezuiverd afvalwater in Nederland is ca. 2.000.000 m3 per jaar (CBS, data 2020). Dit zou dan neerkomen op een totaal netto ruimte beslag van 4.000 ha in heel Nederland. Zeg 5.000 tot maximaal 10.000 ha. Dit lijkt veel, maar het is wel met gestapelde belangen en mogelijkheden. Stel 25 cm waterberging: 10.000.000 waterberging, stel dat een kwart van de Waterharmonica's als KRW-waardig wordt beschouwd (is best wel reëel): 500 tot 1.000 ha.... En dan nog recreatie, natuur, CO2-vastlegging, stikstofrechten? Vrienden maken, bufferzones rond de rwzi's. Een voorbeeld van een zoektocht, uitgevoerd door het Wetterskip Fryslân: http://www.waterharmonica.nl/reports/LW289-47_005-rapd02-waterharmonica.pdf. Op weg naar 2027?
Ruud Kampf
Rekel/water
Dus bij hoogheemraadschap Delfland kies je een partij. Vervolgens hebben een paar partijen meer zetels dan andere. Daarna wordt er een Bestuursakkoord getekend door alle partijen, waar ook de minder grote (verliezende) partijen zeggenschap in hebben? Er staat ook: "De gezamenlijk gekozen hoogheemraden vertegenwoordigen in het dagelijks bestuur alle fracties". Wat betekent het dan om een fractie te vertegenwoordigen in de praktijk?
In het geval van hoogheemraadschap Delfland is stemmen op een partij dus niet super zinvol, omdat daarna toch met alle andere partijen wordt samengewerkt om tot een Bestuursakkoord te komen. Grote partijen hebben dan niet meer te bepalen dan kleine partijen?