Met een nieuwe tool kunnen waterbeheerders de vraag naar oppervlaktewater tot zes weken vooruit inschatten. Dat helpt hen in droge tijden het schaarse water beter te verdelen en maatregelen te nemen om grotere tekorten te voorkomen.
Het digitale instrument is in opdracht van Rijkswaterstaat en tien waterschappen ontwikkeld door de ingenieursbureaus Witteveen+Bos en HKV, in eerste instantie voor de zoetwaterregio’s IJsselmeergebied en Oost-Nederland.
Ebbing van TuinenSinds eind juni wordt hier proefgedraaid en de eerste bevindingen zijn positief, zegt Ebbing van Tuinen van Witteveen+Bos. “De voorspellingen lijken aardig te kloppen, zeker in de heel droge periode die we hebben gehad.”
Bij een dreigend watertekort verschaft de Watervraagprognosetool inzicht in de vraag naar zoetwater voor verschillende functies, zoals stedelijk gebied, landbouw en natuur. Dat gebeurt op basis van de verwachte neerslag en verdamping.
Anticiperen
“In de afgelopen droge zomers stond de watervoorraad van het IJsselmeer onder druk’’, verklaart Van Tuinen. “In het Regionaal Droogte-overleg moeten waterbeheerders dan de belangen tegen elkaar afwegen: wie krijgt water, wie niet. Met deze tool kunnen ze daar beter op anticiperen. En ze kunnen het beter uitleggen als ze maatregelen nemen, bijvoorbeeld door een bepaalde functie af te koppelen.”
De Watervraagprognosetool maakt gebruik van modellen voor de watervraag die zijn afgeleid van het Landelijk Hydrologisch Model. Deze modellen geven de relatie weer tussen het potentiële neerslagoverschot en de watervraag in een bepaalde categorie, bijvoorbeeld beregening van een bepaald type gewas. Daarnaast worden kengetallen gebruikt voor de watervraag in categorieën, zoals drinkwater en koelwater voor de industrie.
In de tool worden de modellen toegepast op het lopende neerslagtekort en op de weersverwachting van een Europees weermodel (ECMWF), dat zes weken vooruitkijkt. De onzekerheid in de weersverwachting wordt ondervangen door te rekenen met een gemiddeld, nat en droog scenario.
Onzekere factor
Het instrument is ontwikkeld in nauwe samenwerking met Rijkswaterstaat en de waterschappen. “We hebben gekozen voor een flexibele en modulaire opzet, zodat de tool kan worden uitgebreid naar andere regio’s en ook nieuwe modellen kunnen worden opgenomen’’, aldus Van Tuinen. "Als bijvoorbeeld blijkt dat de beregening in een bepaald gebied veel hoger is, kunnen de waterschappen dit zelf aanpassen.”
Die beregening is ook de grootste onzekere factor, erkent de projectleider. “Je weet nooit precies hoeveel boeren gaan beregenen en wanneer. Met satellietwaarnemingen kunnen we daar meer zicht op krijgen, maar dat kost natuurlijk ook weer geld.”
In oktober wordt de Watervraagprognosetool met de waterbeheerders uit het IJsselmeergebied en Oost-Nederland geëvalueerd en zo nodig aangepast. Inmiddels heeft Rijkswaterstaat Zuidwest-Nederland al opdracht gegeven om de tool uit te breiden voor de regio rond het Volkerak-Zoommeer, vertelt Van Tuinen. “En we hopen dat de rest van Nederland volgt.”
MEER INFORMATIE
Nieuwsbericht Witteveen+Bos
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.