In de nasleep van pyrazool-affaire, is Servicebedrijf Sitech in het gelijk gesteld door de Raad van State. De bestuursrechter in Den Haag stelt dat waterschap Limburg de lozingsnorm die het oplegde aan Sitech in 2016 niet deugdelijk heeft gemotiveerd. Met de uitspraak bevestigde de bestuursrechter het vonnis van rechtbank Limburg uit 2017, maar inmiddels zijn het bedrijf en het waterschap alweer verwikkeld in een nieuwe, stroef lopende vergunningsprocedure.
Volgens de Raad van State heeft het waterschap onvoldoende geanalyseerd of de eenzijdige focus op het terugdringen van pyrazool ten koste ging van de afbraak van andere afvalstoffen in het biologische zuiveringsproces van Sitech.
De conclusie van het waterschap dat daar geen sprake van was, was gebaseerd op een analyse die ongeveer twee maanden duurde. Tezamen met andere onzekerheden was dat tekort naar het oordeel van de bestuursrechter die daarmee vaststelde dat de voortschrijdende norm van 10 microgram per liter die het waterschap oplegde, niet toereikend was gemotiveerd.
2015
De pyrazool-kwestie speelde in 2015. Toen achterhaalde wateronderzoeksinstituut KWR voor Waterleiding Maatschappij Limburg (WML) dat er te veel pyrazool, een chemische grondstof voor de productie van onder meer geneesmiddelen, bestrijdingsmiddelen en kleurstof, in het Maaswater zat.
De stof was afkomstig van chemiebedrijf AnQore dat in zijn fabriek op het industriecomplex Chemelot acrylonitril (ACN) produceert. Bij die productie komt pyrazool vrij, dat via het afvalwater in de integrale afvalwaterzuiveringsinstallatie van sitebeheerder Sitech wordt gezuiverd.
Die zuivering ging in 2015 mis, toen na een productiestop van de fabriek de pyrazool onvoldoende door bacteriën werd afgebroken in de biologische zuivering van Sitech, waarna de stof via het effluent (meerdere keren) in te hoge concentratries in het Maaswater terecht kwam.
Innamestop
Het gezuiverde industriewater wordt geloosd in de zijtak van de Ur, die uitmondt in de Maas. De drinkwaterbedrijven WML, Dunea en Evides hebben in de Maas innamepunten voor de drinkwatervoorziening. Na de ontdekking van de pyrazool in 2015 stelden ze alledrie een innamestop in die uiteenliep van enkele weken tot maanden.
De kwestie leidde tot een juridische twist over voorlopige richtwaarden, gedoogbeschikkingen, dwangsommen, de door het waterschap gestelde steeds strengere normen en de haalbaarheid daarvan. Sitebeheerder Sitech vond ze te streng, de drinkwaterbedrijven te slap. De kwestie bracht partijen meerdere keren voor de rechter, met nu het finale oordeel van de Raad van State in een aantal aangetekende beroepen, die verder ongegerond werden verklaard. Ook die van de drinkwaterbedrijven.
Nieuwe procedure
Inmiddels is er een nieuwe vergunningprocedure gaande voor lozingen van Sitech. De huidige vergunning loopt eind dit jaar af. De aanvraag is ingewikkeld, het betreft de zuivering van lozingswater van 60 bedrijven op het Chemelot-terrein met een geschat aantal van 650 stoffen.
De procedure heeft flink wat vertraging opgelopen, mede als gevolg van het feit dat Sitech te laat was met de nieuwe aanvraag. Dit tot ergernis van het waterschap, dat desondanks een half jaar uitstel heeft verleend.
Eerlijker voor de boeren en de maatschappij.
Het pleidooi voor meer overleg in het kader van grensoverschrijdend waterbeheer met Duitsland en België, maar ook met Luxemburg, Frankrijk en Zwitserland, is wel steekhoudend. Het stroomgebied van de Rijn beslaat naast Nederland immers Zwitserland, Duitsland en Frankrijk. Stroomgebied van de Maas beslaat naast Nederland ook Frankrijk, Luxemburg, België en Duitsland. Voor zover ik weet zijn er in waterschapverband slechts een aantal pilots hier momenteel concreet mee bezig o.a. via het ontwerpen en operationaliseren van grensoverschrijdend waterbeheer rondom de Overijsselse Vecht en ook voor delen van het Roer stroomgebied dat aansluit op de Maas. Ruimte voor de rivieren in Nederland gaat maar beperkte impact hebben als niet eenzelfde inhaalslag gaat plaatsvinden in de bovenstrooms genoemde landen.
Acht kennisinstituten uit Nederland, België, Duitsland en Luxemburg gaan daarom onder coördinatie van Deltares onderzoek doen naar beter beheer van grensoverschrijdende regionale stroomgebieden. De watersnood in juli 2021 heeft geleerd dat autoriteiten hier geen goed overzicht over hebben en dat kennis over de overstromings- en droogterisico’s langs de kleinere grensoverschrijdende zijrivieren van de Maas en Rijn nog heel versnipperd is.
Het artikel stelt terecht dat voor grensoverschrijdend waterbeheer nog te weinig urgentie is.