Waterschap Aa en Maas heeft een eigen bellenscherm ontwikkeld om de verspreiding van planten en fijn zwevend materiaal in sloten en beken tegen te gaan. Daarmee is nu een proef gestart bij gemaal Mierlo. Hier staat het weren van de schadelijke uitheemse plant watercrassula voorop.
Het gaat eigenlijk om een technisch simpele oplossing voor een probleem waarmee elk waterschap worstelt. Dat vertelt Hans van Dijk, veiligheidskundige bij Aa en Maas en tot gisteren gebiedsbeheerder van het gebied waar de proefopstelling zich bevindt.
Hans van Dijk“Wij laten op verschillende plaatsen in ons werkgebied water in vanuit grotere kanalen. Dat verdelen we dan in het watersysteem. Daarmee haal je exotische planten en kleine, zwevende materialen binnen die je liever niet hebt. Met het bellenscherm kunnen we ze tegenhouden.”
Oplossing voor dieper zwevende materialen
De proefopstelling staat bij gemaal Mierlo waar water wordt ingelaten vanuit het Eindhovensch Kanaal op de beek Goorloop. Op deze plek is vooral de verspreiding van de invasieve exoot watercrassula een risico. Sinds een paar jaar liggen er Bolina Booms in het water. De drijfbalken helpen gedeeltelijk, zegt Van Dijk.
“De Bolina Booms zijn een beetje een begrip geworden in de waterwereld. Zij werken op zich heel goed. De beperking is dat de balken een diepgang van ongeveer 90 centimeter hebben. Bij gemaal Mierlo zit daaronder ruim een meter water, waardoor nog steeds veel materiaal binnenkomt. Zoals de watercrassula die door de hele waterkolom zweeft. Vandaar de bellenbarrière. Vissen en waterdieren kunnen hier gewoon doorheen zwemmen.”
Het gemaal heeft een krooshek om grof materiaal tegen te houden. Een minpunt is dat dit hek regelmatig schoon moet worden gemaakt. Van Dijk: “Als het nieuwe bellenscherm goed werkt, hoeft op den duur veel minder vaak een medewerker van beheer langs te komen.”
Stroom van luchtbelletjes
Aa en Maas heeft de bellenbarrière ontwikkeld in samenwerking met het bedrijf FHT in Deurne dat gespecialiseerd is in leidingen en systemen voor perslucht. “Het is een hoge drukleiding van PVC die in het water ligt. Een compressor die in een kast bij het gemaal is opgesteld, pompt er lucht doorheen. In de leiding zijn om de vier centimeter heel kleine gaatjes geboord waar de lucht eruit komt als een stroom van belletjes. Zij kaatsen het materiaal weg van de waterinlaat.”
Van Dijk kwam op het idee door het bellenscherm van het Nederlandse bedrijf The Great Bubble Barrier. “Deze oplossing richt zich met name op plastic dat drijft in oppervlaktewater, maar het principe is precies hetzelfde. Ik heb ook contact gehad met The Great Bubble Barrier. Wat wij wilden hebben, was voor hen echter commercieel niet interessant omdat zij het meer zoeken in het grotere werk. Ze vinden het goed dat wij er zelf mee oefenen.”
Einde proef in herfst
Het proefproject duurt tot en met september of oktober. “Dat hangt af van wanneer het zo nat wordt dat we stoppen met het inlaten van water.” De drijfbalken blijven voor de zekerheid voorlopig liggen. “Zij zitten nog niet in de weg en ondertussen proberen wij de juiste manier te vinden om het bellenscherm te laten werken.”
Er is volgens Van Dijk al een aanpassing nodig. “Het bellenscherm ligt nu te dicht bij de inlaat. De zuigende werking daarvan is groter dan wat we kunnen weren met het bellenscherm. Daarom leggen we de buis iets verder van het inlaatpunt af.”
Van Dijk heeft vertrouwen in een goede afloop van de proef. “Als het bellenscherm echt effectief is, willen we de oplossing op meer plekken inzetten.” Financieel is het te doen. “De barrière kost ongeveer hetzelfde als drijvende balken. Dus het is voor ons ook prijstechnisch interessant.”
BEKIJK OOK
Korte video van Aa en Maas van de proefopstelling van de bellenbarrière
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.