Gemeentenbesturen moeten aan de bak om stad en dorp klimaatrobuust te maken. Volgens plan moet volgend jaar de stresstest klaar zijn. Hebben ze de vaart erin?
door Bert Westenbrink
Deltacommissaris Wim Kuijken zegt in de H2O-uitgave van oktober: “Er is een enorme inspanning nodig om alle gemeenten te helpen vaart te maken bij ruimtelijke adaptatie.” Vorig jaar presenteerde hij op Prinsjesdag het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie. Daarin staat dat de gemeenten stresstesten moeten gaan doen met aansluitend risicodialogen, resulterend in strategieën en plannen van aanpak voor adaptatie. In 2019 moeten de stresstesten klaar zijn, hoewel dat geen wettelijke verplichting is.
Te eenzijdig
De vraag is sindsdien: hebben de gemeenten de vaart erin? Afgelopen voorjaar zei Sofie Stolwijk, programmamanager van het Deltaprogramma Ruimtelijke adaptatie, dat in driekwart van de Nederlandse gemeenten al een bepaalde vorm van stresstest is uitgevoerd. Dat klonk goed, maar de nuance was: veel van die testen waren beperkt van opzet en vooral gericht op wateroverlast. Sinds afgelopen zomer weten we dat die focus te eenzijdig is.
Belangrijke graadmeter voor de aanpak van de adaptatie zijn de coalitieakkoorden die door de nieuwe besturen zijn opgesteld na de verkiezingen in maart. Is klimaatadaptatie in de lokale bestuursafspraken een belangrijk aandachtspunt? De Vereniging van Nederlandse Gemeenten maakte een analyse en stelt vast: de helft van de gemeenten besteedt in de coalitieakkoorden concreet aandacht aan klimaatadaptatie en zegt daarbij dat dat een mooie score is. De vraag daarbij is wel: hoe zit het met die andere helft?
Druk
Want de druk staat erop. Niet alleen moeten gemeenten een intensief traject in van test, dialoog, strategie en uitvoering, ook speelt de vraag: wie gaat dat betalen? Uit het Deltafonds is 20 miljoen euro vrijgemaakt voor ondersteuning van de lokale overheden. Een bescheiden bedrag. En een noodgreep bovendien. Afgelopen zomer moest minister Cora van Nieuwenhuizen de Tweede Kamer om steun vragen voor de maatregel omdat het een oneigenlijke greep uit de kas is - het Deltafonds is bedoeld voor waterveiligheid, niet voor adaptatie.
Een bewindsvrouw die moet kijken uit welk potje ze nog wat geld kan halen, het is niet het beeld dat past bij de woorden van Kuijken dat er ‘een enorme inspanning’ nodig is om de gemeenten te helpen vaart te maken. Zonder middelen wordt het een lastig verhaal.
Bert Westenbrink is hoofdredacteur van H2O en schrijft het redactioneel in het vakblad
Een interessant gegeven is dat 80% van ons drinkwater thuis wordt verbruikt. Daar ligt een enorme uitdaging, maar ook een kans om echt verschil te maken. Door slimmer om te gaan met de distributie van water, kunnen we helpen om het verbruik te verminderen zonder dat we daar veel van merken. Dit zou niet alleen helpen om onze waterbronnen te sparen, maar ook de druk op het systeem tijdens droge perioden verlagen.
Dit gaat verder dan alleen maar korter douchen; het gaat om een bewuste verandering in ons dagelijks leven om ervoor te zorgen dat er genoeg water is voor iedereen. Iemand iets gunnen. Beginnen met het nadenken over de oplossingen menukaart ook met water zoals we dat met energie doen - waar kunnen we besparen, hoe kunnen we efficiënter zijn, en hoe kunnen we ons aanpassen aan nieuwe omstandigheden?
Er is geen eenduidige oplossing voor het probleem, en additionele productie levert ons op langere termijn niets op. Misschien is het tijd om deze uitdaging aan te gaan en te kijken naar hoe we thuis ons watergebruik kunnen optimaliseren.