Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) werkt met waterbeheerders aan een KRW-Impuls: een extra inzet op verbeteracties. Zijn verwachting is ‘dat Nederland daarmee in 2027 kan voldoen aan de KRW’. Dat is een opvallende belofte. Er wordt al zo lang hard gewerkt aan het halen van de KRW-doelen. Hoe gaan we nu ineens slagen? Over de invulling van de Impuls horen we pas de komende zomer meer. Vooruitlopend daarop deelt Lisette de Senerpont Domis haar visie met ons: waar zitten de belangrijkste knelpunten, en wat is er nodig voor een succesvolle aanpak? De Senerpont Domis is onder meer aquatisch bioloog bij het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) en lid van de Ecologische Autoriteit.
door Mirjam Jochemsen
Lisette de Senerpont DomisWéér papier en discussie over een andere aanpak, extra inzet. Weten we niet allang wat er mis is en wat er moet gebeuren?
“Nee, dat denk ik niet. We weten waar het mis is, maar niet altijd waarom, en wat er moet gebeuren. Het laaghangende fruit is nu wel geplukt. Maar de problemen zijn complex, het plukken van het hooghangende fruit is ingewikkeld. Bij de (industriële) puntbronnen moet zeker strenger vergund en beter gehandhaafd worden. Het moeilijkst is het aanpakken van de diffuse bronnen in het landelijk gebied. Het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) gaat daarbij helpen, omdat het mede gericht is op de intensieve landbouw, en daarbij de KRW meeneemt. De gebiedsprocessen die daarbij horen komen nu op gang.
Ik vind het opvallend dat de KRW-Impuls lijkt te gaan inzetten op maatregelen in de beekdalen. Dat is maar een klein deel van de wateren in Nederland. Terwijl vooral in West- en Noord-Nederland veel wateren niet aan de KRW-normen voldoen. Dus met alleen prioritering van de beekdalen gaan we 2017 niet halen.
Verder spreekt Harbers nog steeds van de mogelijkheid van uitzonderingen. Maar we zijn al kampioen uitzonderingen. Je kunt het KRW-verhaal niet los zien van het stikstofdebat, en dat betekent dat er vanuit Europa kritisch gekeken wordt hoe Nederland invulling geeft aan de KRW-regels. Bovendien: als land heb je toch een eigen ambitie, los van juridische verplichtingen? Je wilt toch gewoon dat er genoeg gezond water is voor je burgers en voor de natuur?”
Tegenwoordig horen we overal: ‘water sturend'. Is dat uitgangspunt behulpzaam bij het halen van de KRW-doelen?
“Dat hangt ervan af. In de praktijk wordt het vaak opgevat als 'voldoende water'. ‘Gezond water’ is te weinig in beeld. Ook de Impuls-brief heeft het over een gezonde bodem en best veel over grondwaterpeil en bergen en afvoeren van water. Maar veel minder over de kwaliteit van water. Terwijl dat precies is waar de KRW over gaat. Daar heb ik wel zorgen over.
In de NPLG – ook daar gaat het in de brief over – wordt ingezet op doelen voor natuur, waterkwaliteit en klimaat. Ik hoop echt dat ook de KRW daar goed in verankerd wordt. In de Handreiking Gebiedsprogramma’s NPLG staat het wel, maar niet zo expliciet als ik zou willen. Het gevaar is dat we vooral gaan inzetten op landgebonden natuur. Dat geldt ook voor de stikstofdiscussie, en de Natuurdoelanalyses voor de Natura2000-gebieden. Water is integraal onderdeel van het landschapssysteem. Als je dat niet meeneemt in je denken, dan zie je de knelpunten eigenlijk niet. Terwijl het simpel is: is er veel stikstofdepositie, dan zit er ook veel stikstof in het water.”
Stel, u zit met Harbers aan tafel. Wat gaat u hem dan adviseren, wat zou er wél moeten gebeuren om de boel vlot te trekken?
“Eén: meer gerichte systeemanalyses. Zonder goed inzicht in de echte problematiek zijn maatregelen al snel niet meer dan symptoombestrijding. Natuurvriendelijke oevers lossen de afspoeling van verontreiniging naar de sloten niet op.
Twee: meer inzet op effectmonitoring, relatief snel na een maatregel, zodat je snel kunt bijsturen. We kunnen veel meer leren van elkaar over wat werkt en wat niet.
Drie: de focus moet liggen op stikstof, fosfaat en gewasbeschermingsmiddelen, die geven de meeste normoverschrijdingen. Komt daar verbetering in, dan volgt de ecologie wel. Op de ‘nieuwe stoffen’ zit geen KRW-doel, maar aanpak is wel belangrijk voor de waterkwaliteit. We weten nog veel te weinig, maar Nederland is gelukkig wel voorloper op dit gebied.
Vier: financiële en juridische prikkels. We moeten de pijn voelen van ongewenst gedrag (handhaving van vergunningen, dure uitstootrechten). En vooral gestimuleerd worden tot gewenst gedrag door subsidies. Zo werkt het ook bij de energietransitie.”
'Eerlijk is eerlijk, het is een heel complex probleem'
Denkt u dat ‘2027’ überhaupt nog haalbaar is?
“Eerlijk is eerlijk, het is een heel complex probleem. Hoe de natuur reageert op maatregelen, daar is de nodige onzekerheid over. Daarnaast is het probleem dynamisch, telkens doet zich iets nieuws voor. Amerikaanse rivierkreeft, PFAS, stikstof, nieuwe stoffen. Je wilt graag proactief managen. Misschien kan het door de minister voorgestelde dashboard daar een rol in spelen, hoewel ik nog niet zie hoe dat met de huidige gegevensstromen gerealiseerd zou kunnen worden.
We leven nog te veel in gescheiden denkwerelden. Overheden, waterbeheerders, natuurbeheerders, landbouworganisaties moeten nog meer intersectoraal met elkaar in gesprek. Samen integrale maatregelen zoeken die effect sorteren op waterkwantiteit én op waterkwaliteit. Zelfs binnen de waterschappen en bij Rijkswaterstaat zijn die twee organisatorisch gescheiden. We hebben meer bewustzijn nodig van de natuurfocus van de KRW. Water, ook grondwater, is er niet alleen voor de landbouw en voor landgebonden natuur, maar ook voor waternatuur. We moeten breder gaan denken en meer naar waternatuur kijken.”
LEES OOK
H2O Redactioneel: De KRW-impuls van Harbers: too little, too late
De vraag is of dat dan komt door alleen de waterkwaliteit of dat het komt omdat we, bijvoorbeeld, gewoon gruwelijk dicht bevolkt zijn en ik al heel wat weilanden en dergelijke omgezet heb zien worden in woningen.
Mijn idee is overigens niet om te infiltreren in bestaande vennen - dat zou inderdaad de ecologie van die vennen veranderen – maar in aangelegde plassen (met een oppervlak minder dan 0,1 procent van de Veluwe). Die vallen droog, enkele dagen nadat infiltratie stopt. Infiltratieplassen hebben landschappelijk gezien wellicht wat waarde (als je saai naaldbos daarvoor kapt), aangaande natuur is die inderdaad beperkt.
Zeg 10 jaar geleden al waarschuwde ik dat we in 2027 in Nederland nooit de KRW doelen gaan halen. Ik betreur het ten zeerste dat ik gelijk ga krijgen. Ik voorspel nu dat we in 2030 met de mond vol tanden staan als Brussel ons vraagt wat onze plannen/maatregelen zijn om de Veluwe natuur en biodiversiteit te herstellen. Zonder fors ingrijpen in de waterbalans van het Veluwemassief gaan we verdroging echt niet bestrijden en zullen beken en sprengen niet structureel meer water voeren. Dat geef ik je op een briefje.