Aerzen Nederland heeft de directie uitgebreid. Tim van Haren en Hans Karreman vormen sinds 1 mei samen met ceo Remko Knol de directie. Van Haren is director sales & marketing, Hans Karreman director operations.
Remko KnolDoor uitbreiding van het directieteam kan zowel de sales- als serviceafdeling zich verder ontwikkelen, zegt ceo Knol in een persverklaring.
Aerzen Nederland in Duiven is onderdeel van Aerzener Maschinenfabrik GmbH, producent en wereldwijd leverancier van energie-efficiënte blowers en turbo- en schroefcompressoren. De ontwikkeling en productie van de Nederlandse uitvoeringen van Aerzen-machines worden in eigen beheer gedaan door ‘een multidisciplinair team van engineers’.
Tim van HarenVan Haren gaat dit team aansturen als director sales & marketing. Over de ontwikkeling van zijn afdeling zegt hij onder meer: “Voor de ontwikkeling van onze oliegesmeerde én olievrije water geïnjecteerde schroefcompressoren zoeken wij nog een Sales Engineer Compressed Air om de alsmaar toenemende vraag naar onze persluchtcompressoren vanuit onze internationale zusterbedrijven - inmiddels al meer dan 50 vestigingen - te kunnen bedienen.”
Hans KarremanKarreman ziet als director operations dat de technische ondersteuning een andere benadering van de markt vergt en daarmee een andere opzet van de interne organisatie met technische specialisten met praktijkervaring. “Alles draait om op maat gericht werken. Om onze klanten steeds meer vertrouwd te laten raken met onze producten organiseren wij inhouse trainingen met een bezoek aan onze werkplaats.”
De afdeling is uitgebreid met engineers met uiteenlopende specialismen, maar daarnaast zoekt Karreman nog ‘nieuwe service engineers voor uitvoeren van preventief- en correctief onderhoud of inspecteren van Aerzen-blowers en -schroefcompressoren op klantlocaties in Nederland’.
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.