IN MEMORIAM - Op 31 oktober 2017 overleed Ir. Henk de Groot, lid van ons genootschap, 92 jaar oud. Een man, die weinig op de voorgrond trad, maar wel bijna 30 jaar, van 1958 tot 1987, leiding heeft gegeven aan de Technische Dienst van het Hoogheemraadschap Rijnland.
Henk de GrootHenk was 'De Ingenieur van Rijnland', zoals zijn functie in die tijd heette. In de begintijd vooral bezig met het beheer van de waterkeringen en de boezem, vanaf 1960 ook met de technische kant van de nieuwe taak van het hoogheemraadschap, het actieve zuiveringsbeheer. De technologische zijde daarvan viel onder de Technologische Dienst, geleid door Hugo Meijer.
Henk de Groot was een aimabele, bedachtzame man, kundig op zijn vakgebied, de waterbouw. Hij was betrokken bij de oprichting van KOMO en STORA, voorzitter van de Vereniging van Hoofden van Technische Diensten van Waterschappen, van de Internationale Kring van Zeewerende Ingenieurs en tot 1994 van de Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen.
Een persoonlijke herinnering uit eind jaren ‘60: het Ingenieursbureau DHV in Amersfoort, waar ik toen werkte, had van Rijnland de opdracht gekregen voor de regio Leiden/Katwijk het bestek voor een afvalwaterpersleiding naar de Noordzee gereed te maken. Het Rijksbeleid in die jaren had immers de kustwateren, inclusief Westerschelde en Eems-Dollard, bestemd voor het ontvangen van ongezuiverd afvalwater. Het persleidingensysteem van Den Haag e.o. was inmiddels in bedrijf gesteld.
Maar er begonnen vraagtekens bij dit beleid te komen. Namens DHV hebben toen Koos Zeper en ik aan de beide directeuren van Rijnland voorgesteld eerst een onderzoek te doen naar de effecten van zo’n leiding op de kwaliteit van het water aan de stranden en alternatieven te bezien. Henk bleek, evenals Hugo, daarvoor open te staan, en dus bereid vastgesteld bestuursbeleid ter discussie te stellen. Een houding, die hem als echte beleidsadviseur kenmerkt. Die leiding is er gelukkig nooit gekomen.
Bescheiden als hij was, wenste Henk dat in stilte afscheid van hem genomen werd.
Namens het Genootschap van de Ouwe Jonkers,
Maarten Gast, (met dank aan Jan Teerink)
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.