De helft van de buitenruimte in de stad is tuin. Om steden klimaatbestendig te maken, zijn tuinbezitters daarom belangrijk. Tuincentra zijn een belangrijke schakel om tuinbezitters te informeren en te inspireren hun tuin te vergroenen en watervriendelijk te maken.
Met het 'Handboek voor de watervriendelijke tuin', een initiatief van de Gemeenten voor Duurzame Ontwikkeling (GDO), atelier GROENBLAUW en Tuinbranche Nederland, is er nu een brochure met simpele en concrete tips om tuinen te vergroenen. "En dat is echt nodig," zegt Anneke van Veen. Namens GDO coördineerde zij de totstandkoming van het handboek. "We zijn allemaal waterbeheerders. Bewoners zijn onmisbaar als we ook in de toekomst prettig willen blijven wonen in onze steden en dorpen."
De publiekspresentatie van het handboek vond tijdens de Tuinideebeurs plaats. Hans Oosters, voorzitter van de Unie van Waterschappen, nam het eerste exemplaar in ontvangst en opende de beurs . "Gemeenten en waterschappen waren altijd gewend om alles zelf op te pakken en op te lossen. Dat gaat nu niet meer en het feit dat Hans Oosters naar de tuinbeurs kwam, vond ik een duidelijk signaal dat de overheid steeds meer inzet op samenwerken met bewoners."
De initiatieven van de vereniging GDO zijn er op gericht inwoners te betrekken bij duurzaamheidsopgaven. Eerder publiceerde de vereniging een handreiking voor klimaatbestendige en waterbewuste kinderboerderijen én bezoekers . "We willen in gesprek met bewoners op plekken waar mensen uit zichzelf al komen en die een verbinding hebben met het onderwerp," legt Van Veen uit. "En tuincentra horen daarbij. De tuinbranche was gelukkig enthousiast. Met de eenvoudige en praktische tips uit het handboek zijn ze op de hoogte van nut en noodzaak, en kunnen ze nu hun klanten goed adviseren."
Het handboek bevat praktische tips over de inzet van regentonnen, beplanting, waterdoorlatende verharding en aanleg van regenvijvers. Volgens Anneke van Veen biedt het handboek ook een soort opening voor waterschappen en gemeenten om met de tuinbranche in contact te komen en een kansrijke samenwerking op te zetten. "Waarom zouden ze niet samen campagnes kunnen gaan voeren? Als een gemeente subsidie geeft voor de aanschaf van een regenton, dan is het alleen maar goed als de medewerkers van tuincentra dat weten en kunnen vertellen hoe je een regenton kunt plaatsen en hoe het werkt om subsidie aan te vragen. Daarom wordt het handboek niet alleen via de tuinbranche verspreid, maar ook naar de gemeenten en waterschappen gestuurd. Het lijken misschien kleine dingen, maar als we de tuinen in Nederland willen vergroenen, zullen we het toch van een hele gerichte, lokale aanpak moeten hebben."
Het handboek is mede mogelijk gemaakt door Stichting RIONED, STOWA, Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat en Tuinbranche Nederland en is hier te downloaden
De vraag is of dat dan komt door alleen de waterkwaliteit of dat het komt omdat we, bijvoorbeeld, gewoon gruwelijk dicht bevolkt zijn en ik al heel wat weilanden en dergelijke omgezet heb zien worden in woningen.
Mijn idee is overigens niet om te infiltreren in bestaande vennen - dat zou inderdaad de ecologie van die vennen veranderen – maar in aangelegde plassen (met een oppervlak minder dan 0,1 procent van de Veluwe). Die vallen droog, enkele dagen nadat infiltratie stopt. Infiltratieplassen hebben landschappelijk gezien wellicht wat waarde (als je saai naaldbos daarvoor kapt), aangaande natuur is die inderdaad beperkt.
Zeg 10 jaar geleden al waarschuwde ik dat we in 2027 in Nederland nooit de KRW doelen gaan halen. Ik betreur het ten zeerste dat ik gelijk ga krijgen. Ik voorspel nu dat we in 2030 met de mond vol tanden staan als Brussel ons vraagt wat onze plannen/maatregelen zijn om de Veluwe natuur en biodiversiteit te herstellen. Zonder fors ingrijpen in de waterbalans van het Veluwemassief gaan we verdroging echt niet bestrijden en zullen beken en sprengen niet structureel meer water voeren. Dat geef ik je op een briefje.