Waterschap Zuiderzeeland heeft in alle waterlichamen waar maatregelen zijn uitgevoerd de vegetatiedoelen voor de Kaderrichtlijn Water (KRW) gehaald. Het waterschap is daarmee de eerste in Nederland. Dat meldt het waterschap vandaag.
In het beheergebied van waterschap Zuiderzeeland verzorgen zogeheten tochten de afwatering van het voornamelijk door de landbouw gebruikte gebied. Het merendeel van de tochten in Flevoland is aangewezen als KRW-waterlichaam. Om te voldoen aan de KRW-doelstellingen zijn sinds 2004 in de tochten verschillende maatregelen uitgevoerd, zoals de aanleg van natuurvriendelijke oevers, een andere manier van maaien (knippend) en een ander aanbestedingsbeleid voor het onderhoud.
De maatregelen blijken nu al effect te hebben op vegetatie en macrofauna. In alle tochten waar duurzame of natuurvriendelijke oevers zijn aangelegd, blijken de KRW-doelen voor vegetatie te worden gehaald. Voor macrofauna is dat niet altijd het geval. Dit komt doordat macrofauna, meer dan vegetatie, last lijkt te hebben van ijzer- en nutriëntenrijke kwel die eveneens zorgt voor lage zuurstofomstandigheden, zegt Martijn Hokken, beleidsadviseur bij het waterschap.
Tochten zijn qua functie vergelijkbaar met sloten, met het verschil dat tochten tot 20 meter breed kunnen zijn. Na de inpoldering zijn deze watergangen aangelegd volgens een standaardprofiel met houten beschoeiing. Het onderhoud ging op de traditionele manier: de bodem werd met een sleepmes geveegd volgens een vast regime. Dit gebeurde in de Noordoostpolder intensiever (tot 5-6 maal per jaar) dan in Oostelijk en Zuidelijk Flevoland. In 2008 is besloten in de tochten van Zuidelijk en Oostelijk Flevoland niet meer te vegen met het sleepmes maar knippend te maaien. Deze omschakeling heeft in 2011 ook in de Noordoostpolder plaatsgevonden.
Volgens planning is in 2021 minimaal 40 procent van de tochtoevers natuurvriendelijk ingericht. Daarmee is aan de Brusselse opgave voldaan. Wat betreft het maaibeheer blijkt dat er, hoewel de huidige methode weliswaar een verbetering voor de vegetatietoestand betekent, nog wel lange perioden (meerdere dagen) met slechte zuurstofcondities optreden. Voor macrofauna en vis blijft dit een knelpunt. Het waterschap gaat daarom onderzoeken of het mogelijk is over te gaan op een andere aandrijving van de maaiboot en een betere methode om maaisel te verwijderen.
Binnenkort verschijnt op deze website een uitgebreid vakartikel over dit onderwerp
Een interessant gegeven is dat 80% van ons drinkwater thuis wordt verbruikt. Daar ligt een enorme uitdaging, maar ook een kans om echt verschil te maken. Door slimmer om te gaan met de distributie van water, kunnen we helpen om het verbruik te verminderen zonder dat we daar veel van merken. Dit zou niet alleen helpen om onze waterbronnen te sparen, maar ook de druk op het systeem tijdens droge perioden verlagen.
Dit gaat verder dan alleen maar korter douchen; het gaat om een bewuste verandering in ons dagelijks leven om ervoor te zorgen dat er genoeg water is voor iedereen. Iemand iets gunnen. Beginnen met het nadenken over de oplossingen menukaart ook met water zoals we dat met energie doen - waar kunnen we besparen, hoe kunnen we efficiënter zijn, en hoe kunnen we ons aanpassen aan nieuwe omstandigheden?
Er is geen eenduidige oplossing voor het probleem, en additionele productie levert ons op langere termijn niets op. Misschien is het tijd om deze uitdaging aan te gaan en te kijken naar hoe we thuis ons watergebruik kunnen optimaliseren.