Duinen en stranden zijn belangrijk als bescherming tegen overstromingen, drinkwaterbron en leefomgeving voor dieren en planten. Maar stranden en duinen komen wereldwijd in de knel door bebouwing en een stijgende zeespiegel. Dit schrijven onderzoekers van Nederlandse kennisinstellingen in het tijdschrift Nature Communications.
Eva Lansu, promovenda bij het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) en de Rijksuniversiteit Groningen is de hoofdauteur van het artikel 'A global analysis of how human infrastructure squeezes sandy coasts', dat deel uitmaakt van haar promotieonderzoek. “In mijn proefschrift wil ik de vraag beantwoorden hoeveel ruimte een strand- en duinsysteem nodig heeft om biodivers en veerkrachtig te zijn.”
In coronatijd begon Lansu haar promotieonderzoek door de hemelsbrede afstand van de kustlijn tot de eerste verharde weg of het eerste gebouw vast te stellingen. “Dit hebben we om de kilometer herhaald, langs alle zandstranden ter wereld. In totaal 235.469 metingen.”
Lansu en haar medeonderzoekers stelden vast dat de bebouwing gemiddeld al na 390 meter vanaf de zee begint. “In Nederland is dit na 210 meter en in Frankrijk, België, Japan en een regio als Florida is dat nog veel minder. Over het algemeen kun je zeggen dat dichtbevolkte en rijke gebieden dicht bij de kust bouwen.”
Een stijgende zeespiegel zou in een natuurlijke situatie ertoe leiden dat stranden en duinen naar het binnenland opschuiven. “Dat kan niet omdat gebouwen en wegen daar geen ruimte voor bieden. We verwachten dat 23 procent tot 30 procent van de stranden en duinen zal zijn weggespoeld of verdronken in 2100.”
Lansu pleit er daarom voor de bestaande strand- en duinsystemen in tact te laten. “In Nederland hebben we het zand en de financiële middelen om de kust aan de zeekant te versterken door zandsuppletie. Dat is niet overal zo. Toch is maar 16 procent van de zandkusten ter wereld aangewezen als beschermd gebied. Ik hoop dat daar verandering in komt en dat we in slagen om de duingebieden wereldwijd beter te beschermen en zo grote problemen in de toekomst te vermijden.”
Een interessant gegeven is dat 80% van ons drinkwater thuis wordt verbruikt. Daar ligt een enorme uitdaging, maar ook een kans om echt verschil te maken. Door slimmer om te gaan met de distributie van water, kunnen we helpen om het verbruik te verminderen zonder dat we daar veel van merken. Dit zou niet alleen helpen om onze waterbronnen te sparen, maar ook de druk op het systeem tijdens droge perioden verlagen.
Dit gaat verder dan alleen maar korter douchen; het gaat om een bewuste verandering in ons dagelijks leven om ervoor te zorgen dat er genoeg water is voor iedereen. Iemand iets gunnen. Beginnen met het nadenken over de oplossingen menukaart ook met water zoals we dat met energie doen - waar kunnen we besparen, hoe kunnen we efficiënter zijn, en hoe kunnen we ons aanpassen aan nieuwe omstandigheden?
Er is geen eenduidige oplossing voor het probleem, en additionele productie levert ons op langere termijn niets op. Misschien is het tijd om deze uitdaging aan te gaan en te kijken naar hoe we thuis ons watergebruik kunnen optimaliseren.