Drinkwaterbedrijf Vitens ziet de vraag naar drinkwater in Friesland harder stijgen dan in andere gebieden. Het bedrijf doet daarom de komende maanden onderzoek naar een mogelijk nieuw wingebied in de buurt van Heerenveen.
Het nieuwe waterwingebied tussen Heerenveen en Gorredijk zal, als alle seinen op groen komen te staan, pas over zo’n tien tot vijftien jaar effectief gebruikt kunnen worden. Tegen die tijd is dat ook wel nodig, verwacht Vitens. Woordvoerder Judith Zuijderhoudt: “We zien de vraag naar drinkwater overal stijgen, maar in Friesland harder dan in onze andere gebieden. Dat komt door een combinatie van factoren. De economie lijkt in Friesland harder aan te trekken dan in andere gebieden, het inwoneraantal neemt toe en het aantal bedrijven neemt toe. Daarnaast zien we dat boeren en andere ondernemers die vroeger een eigen watervoorziening hadden, steeds vaker overstappen op het gebruik van drinkwater. Bovendien is Friesland gevoeliger voor weersveranderingen om dat het voor een groot deel buitengebied is. In een warme zomer stijgt de watervraag daardoor relatief meer dan in andere gebieden.” Op twee andere winlocaties van Vitens in Friesland vindt daarom al versnelde capaciteitsuitbreiding plaats.
Uit eerdere onderzoeken, onder andere door TNO, naar potentiële waterwinlocaties in Friesland komt het gebied tussen Gorredijk en Heerenveen goed naar voren. Het gebied bevat naar alle waarschijnlijkheid een schone en zeer goed beschermde zoetwaterbron. Zowel economisch als landschappelijk ligt het gebied volgens Vitens gunstig.
Komend voorjaar vinden de eerste pompproeven plaats. Zuijderhoudt: “Bij gunstige resultaten volgen daarna verdere onderzoeken, het vergunningentraject en de bouw van de productielocatie. Alles bij elkaar ben je dan snel tien tot vijftien jaar verder. Maar tot die tijd kunnen komt er zeker genoeg drinkwater van de andere winlocaties.”
De vraag is of dat dan komt door alleen de waterkwaliteit of dat het komt omdat we, bijvoorbeeld, gewoon gruwelijk dicht bevolkt zijn en ik al heel wat weilanden en dergelijke omgezet heb zien worden in woningen.
Mijn idee is overigens niet om te infiltreren in bestaande vennen - dat zou inderdaad de ecologie van die vennen veranderen – maar in aangelegde plassen (met een oppervlak minder dan 0,1 procent van de Veluwe). Die vallen droog, enkele dagen nadat infiltratie stopt. Infiltratieplassen hebben landschappelijk gezien wellicht wat waarde (als je saai naaldbos daarvoor kapt), aangaande natuur is die inderdaad beperkt.
Zeg 10 jaar geleden al waarschuwde ik dat we in 2027 in Nederland nooit de KRW doelen gaan halen. Ik betreur het ten zeerste dat ik gelijk ga krijgen. Ik voorspel nu dat we in 2030 met de mond vol tanden staan als Brussel ons vraagt wat onze plannen/maatregelen zijn om de Veluwe natuur en biodiversiteit te herstellen. Zonder fors ingrijpen in de waterbalans van het Veluwemassief gaan we verdroging echt niet bestrijden en zullen beken en sprengen niet structureel meer water voeren. Dat geef ik je op een briefje.