Rijnland zoekt nieuwe manieren van samenwerking met marktpartijen

Het Hoogheemraadschap van Rijnland publiceerde een nieuwe visie op de samenwerking met het bedrijfsleven. Naar aanleiding van deze nieuwe visie organiseerde het hoogheemraadschap een bijeenkomst met circa 100 aannemers en ingenieursbureaus. ‘We willen het echt samen met de markt doen.’

“We staan voor enorme opgaven, bijvoorbeeld door toenemende droogte en wateroverlast. Anderzijds hebben we ook te maken met de krapte op de arbeidsmarkt en materiaalschaarste”, zegt Simone Boogaard, directeur van het Hoogheemraadschap van Rijnland. “Om onze opgaven het hoofd te bieden, hebben we marktpartijen hard nodig.”

Simone BoogaardEn daar hoort volgens de waterschapsdirecteur een nieuwe visie bij. Ze werkt nu twee jaar voor Rijnland en werd op haar eerste dag al geconfronteerd met een capaciteitstekort bij de eigen organisatie. “Dat betekent dat we veel neerleggen bij marktpartijen. Dat is prima, maar vraagt wel dat we het eigenaarschap intern heel sterk organiseren. Anderzijds vond ik ons altijd enigszins rigide in de omgang met het bedrijfsleven, terwijl vertrouwen volgens mij nodig is om tot mooie resultaten te komen.”

Wederkerigheid
En dat is volgens Boogaard de belangrijkste gedachte achter de nieuwe visie van Rijnland op de samenwerking met marktpartijen. “Wij willen vanzelfsprekend verantwoord omgaan met het belastinggeld dat we gebruiken om bijvoorbeeld een waterzuivering te bouwen. Maar tegelijkertijd ben ik er van overtuigd dat we meer bereiken met een werkwijze op basis van wederkerigheid en een gezamenlijk belang, namelijk mooie en belangrijke infrastructuur bouwen.”

Met de visie ‘Rijnland en de markt’ wil het hoogheemraadschap duidelijk maken wat Rijnland verwacht van de markt en wat de marktpartijen van Rijnland mogen verwachten. “Dan gaat bijvoorbeeld over manieren van aanbesteding, maar ook over de omgang met eventuele geschillen. Duidelijkheid en transparantie zijn daar kernwoorden wat mij betreft.”

Om de nieuwe werkwijze extra gewicht te geven, is er een adviesraad gevormd, die kan adviseren over het doorvoeren van de werkwijze. “Maar we kunnen ook zelf zaken voorleggen aan de adviesraad en dat hebben we recent bij grotere projecten ook al gedaan. Je merkt meteen dat het helpt als een adviesraad met externe experts meekijkt.”

Realistische eisen
Om de gedachten over de samenwerking met marktpartijen verder te toetsen, organiseerde het hoogheemraadschap een bijeenkomst met circa 100 aannemers en ingenieursbureaus. Boogaard praatte daar bijvoorbeeld over het formuleren van realistische eisen op het gebied van circulair werken.

“Wij kunnen wel de nadruk leggen op een emissieloos bouwplan, maar wat levert het op als elektrisch bouwmateriaal elke dag met een dieselvoertuig wordt gebracht? Op dit soort onderwerpen vind je oplossingen als je al vroegtijdig met elkaar in gesprek gaat over onze wensen enerzijds en de mogelijkheden van de markt anderzijds. Door perspectief op lange termijn kun je samen realistische stappen zetten. De marktpartijen weten dan waar ze aan toe zijn en kunnen daarop anticiperen. ”

Ook op het gebied van programmering vroegen de marktpartijen erom eerder bij de planfase betrokken te worden. “Ik denk dat er voordelen te behalen zijn, bijvoorbeeld aan de kostenkant en misschien ook wel in de benodigde bouwtijd, door samen met marktpartijen – en indien mogelijk ook samen met andere waterschappen – te programmeren.”

Als vervolg op ‘Rijnland en de markt’ en de bijeenkomst met marktpartijen, wil Boogaard samen met de markt aan de slag. “Dit is pas het begin. We blijven in contact met de markt en we laten niet los. We gaan stap voor stap verder aan de hand van het actieplan dat we hebben. We horen al van bedrijven dat de ze merken dat de werkwijze van Rijnland is veranderd en als het goed is gaan ze dat beetje bij beetje meer merken in de nabije toekomst.”