secundair logo knw 1

Vooral veranderingen in de watertemperatuur vormen een risico voor veel vissoorten. Foto Unsplash

Voor een derde van alle zoetwatervissen wereldwijd wordt het leefgebied ernstig bedreigd als niet meer wordt gedaan om de opwarming van de aarde te voorkomen. Dat blijkt uit een studie van de Radboud Universiteit. Wanneer de opwarming kan worden beperkt tot 1,5 of 2 graden Celsius, ziet het er volgens de onderzoekers een stuk gunstiger uit.

De studie, waarvan de resultaten deze week zijn gepubliceerd in het tijdschrift Nature Communications, is de eerste waarin de mogelijke impact van klimaatverandering op ongeveer 11.500 zoetwatervissen over de hele wereld wordt bekeken. Onderzoekers van de Radboud Universiteit in Nijmegen werkten hiervoor samen met de Universiteit Utrecht, het Planbureau voor de Leefomgeving en de Universiteit Leiden.

Bij een gemiddelde wereldwijde stijging van 3,2 graden wordt het leefgebied van ruim een derde van de zoetwatervissen voor meer dan de helft bedreigd, zo constateren ze, met als gevolg het risico op uitsterven. Bij een stijging van 1,5 graden geldt dat nog ‘slechts’ voor tien keer minder vissoorten.

"Deze getallen tonen aan dat het een groot verschil maakt voor zoetwatervissen als we de opwarming kunnen beperken - net zoals eerder onderzoek heeft laten zien dat dat van belang is voor de biodiversiteit op het land", zegt hoofdauteur Valerio Barbarossa.

Klimaatafspraken
Het scenario van een wereldwijde opwarming van 3,2 graden wordt voor het einde van deze eeuw voorspeld als de huidige klimaatafspraken voor 2030 (een stijging van maximaal 2 graden) wel worden gehaald, maar daarna geen extra maatregelen volgen. Ruim een derde van alle vissoorten (36 procent) krijgt het dan moeilijk door de toenemende extremen in watertemperatuur of rivierafvoer.

Als ook na 2030 maatregelen worden genomen om de opwarming te beperken tot 2 graden, geldt dat nog voor 9 procent van alle soorten. Lukt het om de opwarming te beperken tot 1,5 graden, dan daalt dit verder naar 4 procent.

Watertemperatuur en rivierafvoer zijn volgens de onderzoekers bepalende factoren voor het voorkomen van zoetwatervissen. Uit de resultaten blijkt dat veranderingen in watertemperatuur veel bedreigender zijn dan veranderingen in rivierafvoer en dat de bedreiging het grootst is voor zoetwatervissen in tropische gebieden.

Barrières
"Onze resultaten zijn gebaseerd op de aanname dat vissen zich niet kunnen verplaatsen naar andere plekken of zich kunnen aanpassen aan de veranderingen", verklaart Barbarossa. "Ter vergelijking hebben we ook gekeken naar een scenario waarbij vissoorten vrij kunnen bewegen binnen het stroomgebied van de rivier waar ze voorkomen. In dat geval zou de bedreiging door klimaatverandering een stuk kleiner zijn, omdat vissen dan deels kunnen ontsnappen aan de opwarming."

Veel zoetwatersystemen zijn echter versnipperd door barrières als (stuw)dammen, sluizen en duikers, waardoor vissen zich niet goed kunnen verplaatsen. Dit onderstreept volgens de onderzoekers de urgentie om de klimaatverandering te beperken als we de biodiversiteit in zoetwater willen veiligstellen.

 

MEER INFORMATIE
Artikel in Nature Communications
H2O-bericht: Droogte verstoort het ecosysteem

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Ik geloof helemaal niets van dit doem verhaal. Zijn er nu al gebieden in de waddenzee die errst droog kwamen te liggen en nu niet meer? Zijn de oppervlaktes wadden tegen de eilenden en de vaste kustlijnen kleiner bij eb! Ik zie en hoor daar niets van! Wat ik wel hoor is dat de vaargeulen zeer snel verzanden en dat er 24 uur gebaggerd moet worden om te kunnen blijven varen.bwaar komt dat zand vandaan………..precies ! Dat is een continu proces en dat stopt niet door zeespiegel stijging. Dus maak je niet zo druk om de sterke natuur!
Wat een apart artikeltje Emile...  nitraat is niet organisch en liever stop ik wat zuurstof in infiltratiewater wanneer ik organische stoffen wil reduceren dan nitraat, dat immers het giftige nitriet kan vormen... de relatie met verbreding van irrigatiemogelijkheden met de aardappelteelt mort je nog maar eens uitleggen.. is toch iets heel anders? Joost
Hoi Marjolijn, bedankt voor je artikel. Het is duidelijk dat waterbeheer complex en uitdagend is, vooral nu klimaatverandering en hoger verbruik hun tol eisen. Gebieden zoals Zuid-Frankrijk en Catalonië staan niet op zichzelf met strenge restricties voor watergebruik.
Een interessant gegeven is dat 80% van ons drinkwater thuis wordt verbruikt. Daar ligt een enorme uitdaging, maar ook een kans om echt verschil te maken. Door slimmer om te gaan met de distributie van water, kunnen we helpen om het verbruik te verminderen zonder dat we daar veel van merken. Dit zou niet alleen helpen om onze waterbronnen te sparen, maar ook de druk op het systeem tijdens droge perioden verlagen.
Dit gaat verder dan alleen maar korter douchen; het gaat om een bewuste verandering in ons dagelijks leven om ervoor te zorgen dat er genoeg water is voor iedereen. Iemand iets gunnen. Beginnen met het nadenken over de oplossingen menukaart ook met water zoals we dat met energie doen - waar kunnen we besparen, hoe kunnen we efficiënter zijn, en hoe kunnen we ons aanpassen aan nieuwe omstandigheden?
Er is geen eenduidige oplossing voor het probleem, en additionele productie levert ons op langere termijn niets op. Misschien is het tijd om deze uitdaging aan te gaan en te kijken naar hoe we thuis ons watergebruik kunnen optimaliseren. 
Op dit moment (24 april 2024) na maandenlange neerslag is alles weer goedgekomen met hoog grondwater. De natuur hersteld zichzelf! Laat je niet beetnemen.
Afbreekbaarheid moet in de toekomst als eerste beoordelingsparameter voor toelating van stoffen worden ingevoerd. Er ontstaan anders onomkeerbare problemen in de toekomst.