secundair logo knw 1

Ministers Gróbarczyk en Van Nieuwenhuizen ondertekenen een overeenkomst voor meer samenwerking op het terrein van water (foto: ministerie van Infrastructuur en Waterstaat)

Het aangaan van langdurige duurzame partnerschappen. Dat is het doel van de handelsmissie naar Polen die deze week plaatsvindt. Belangrijke samenwerkingsonderwerpen zijn circulaire watertechnologie en de klimaatbestendige stad.

De missie staat onder aanvoering van minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat en duurt drie dagen. De centrale thema’s zijn transport en water. Gisteren ging het over het eerste, terwijl vandaag en morgen het thema van water aan bod komt. “Wij willen de al bestaande samenwerking een impuls geven”, zegt Mark Niesten vanuit Warschau waar de tweede dag plaatsvindt. Hij is projectmanager Europa, Verenigde Staten en Urban Resilience bij het Netherlands Water Partnership dat de inhoudelijke opzet van het waterprogramma heeft verzorgd.

De meeste handelsmissies zijn gericht op kennismaking. Dat is nu niet het geval, vertelt Niesten. “Er wordt voortgebouwd op de samenwerking die is ontstaan sinds het staatsbezoek van koning Willem-Alexander en koningin Maxima in 2014. De deelnemers kennen elkaar al. Zij houden de gezamenlijke opgaven tegen het licht met de bedoeling om daarvoor samen antwoorden te vinden. Het doel is verdieping. We streven naar langdurige duurzame partnerschappen.”

Intentieverklaring ondertekend
Van Nieuwenhuizen en haar Poolse collega Marek Gróbarczyk van het Ministry of Maritime Economy and Inland Navigation hebben vandaag hun handtekening gezet onder een intentieverklaring voor een nauwere samenwerking op watergebied. Niesten: “Zij hebben de intentie uitgesproken om samen te werken bij een aantal subthema’s binnen duurzaam watermanagement en -gebruik, waarbij beide landen veel gemeen hebben.”

Ongeveer zeventig deelnemers van veertig Nederlandse organisaties en bedrijven doen mee aan de handelsmissie. De helft komt uit de watersector. Het gaat om een divers gezelschap: vertegenwoordigers van overheden, kennisinstellingen, advies- en ingenieursbureaus en delta- en watertechnologiebedrijven. Polen is volgens Niesten een erg interessant land om mee samen te werken. “Er wordt fors geïnvesteerd in waterprogramma’s, onder meer voor de ontwikkeling van binnenwateren en de haven van Gdansk, de bevaarbaarheid van grote rivieren en de klimaatadaptatie in 44 steden. Nederlandse bedrijven hebben de afgelopen jaren grote opdrachten gekregen, met name op het gebied van watermanagement.”

Gezamenlijke uitdagingen
In het waterprogramma zijn er drie gespreksonderwerpen, vertelt Niesten. “Het gaat om circulaire watertechnologie, de klimaatbestendige stad en wat we ‘inland waterways and green port development’ noemen, dus de bevaarbaarheid van rivieren. Vandaag is er in Warschau het seminar ‘transport connects – water unites’. Dat speelt zich af op een tamelijk hoog abstractieniveau. Wat zijn de gezamenlijke uitdagingen van Nederland en Polen en hoe pakken beide landen die op strategisch niveau aan? Wat kunnen ze van elkaar leren?”

Tijdens de slotdag in Gdansk wordt het concreter. De Nederlandse deelnemers gaan aan zes dialoogtafels het gesprek aan met een breed spectrum aan lokale partijen aan de Baltische kust. “Dan komen casussen uit beide landen aan bod”, zegt Niesten. “Zo presenteert de gemeente Zwolle haar slimme oplossingen voor klimaatadaptatie en het Havenbedrijf Moerdijk de inspanningen voor duurzaamheid. Zij willen graag weten hoe hun Poolse tegenhangers het aanpakken en zoeken naar samenwerking. Wat kunnen concrete vervolgstappen zijn? Dat past bij de ambitie van de missie.”

 

Meer informatie:

Bericht van ministerie IenW

NWP over waterland Polen

Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. 

 

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte mevr. Sien Kok,
alles is onlosmakelijk atomair verbonden binnen relativiteit van tijd/ruimte en eenheid geest stof, telen zonder chemie, inschakelen industrie en prive personen telt allemaal, maar denk ook even aan satellieten met hun negatieve effect op klimaat, 24/7. U geeft oude wetmatigheden een nieuw jasje. Succes, Jan Kalverdijk
Interessant. Hoe staat het met de PFAS-hoeveelheden die bij Chemelot in de Maas worden geloosd, wordt hier wel op gehandhaafd? 
Niet zo vreemd dat van die akker- en weidevogelsoorten de populaties teruglopen . Dat kan je zo hebben als je het vol zet met zonnepanelen en windturbines (birdblenders).
Dit heb ik ook nodig. Wij maken van slootmaaisel, een nieuw product, Wortelbeton, voor waterschap Rijnland. Artificiële Rietzudde, voor KRW- doelen. We hebben nog een toepassing van Wortelbeton en dat is veen maken. Daarmee werken we samen met gem Amsterdam en Waternet/AGV en VIP_NL. 
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.