Vermijd een term als ‘waterrobuust’ en benadruk de kansen voor een gebied. Deze tips zijn te vinden in de nieuwe publicatie Verder met meerlaagsveiligheid van het kenniscentrum STOWA. Hierin staat de toepassing van gevolgbeperking in de praktijk centraal.
Het begrip meerlaagsveiligheid (MLV) speelt sinds het Nationaal Water Plan uit 2009 een rol bij de aanpak van overstromingen. Er worden drie lagen onderscheiden: preventie van een overstroming, ruimtelijke inrichting om de gevolgen van een overstroming te beperken en crisisbeheersing. Volgens het Deltaprogramma is preventie de belangrijkste laag. De twee andere lagen zijn aanvullend en worden samen gevolgbeperking genoemd.
Verminderen van kwetsbaarheid
In het rapport Verder met meerlaagsveiligheid worden de praktische ervaringen met MLV onder de loep genomen. Wat zijn hierbij de succesfactoren? De focus ligt op gevolgbeperking, vertelt senior adviseur Hanneke Vreugdenhil van adviesbureau HKV Lijn in water die in opdracht van STOWA het rapport schreef. “Dat is op verzoek van de waterschappen. Zij hebben met deze kant minder ervaring dan met preventie.”
De waterschappen ondernemen de laatste tijd allerlei initiatieven met ruimtelijke inrichting en crisisbeheersing. Vreugdenhil heeft daaruit de twaalf belangrijkste leerpunten en tips gedestilleerd. Zo raadt zij aan om typische watertermen als ‘waterrobuust’ en ‘klimaatbestendig’ te vermijden. “Er zijn andere woorden nodig om partijen van buiten de watersector mee te krijgen. Ik vind bijvoorbeeld het ‘verminderen van kwetsbaarheid’ een mooie omschrijving. Dat spreekt iedereen aan.” In het verlengde hiervan ligt de tip om gevolgbeperking, weerbaarheid en veerkracht als aantrekkelijke toekomstperspectieven te presenteren en definiëren. “Leg de nadruk op de kansen voor een gebied.”
Een ander leerpunt is: geef altijd inzicht in consequenties van overstromingen en extreme neerslag. Dan gaat het ook om de consequenties van maatregelen waarmee de gevolgen van de natuurverschijnselen worden beperkt. Want aan elke keuze zijn risico’s verbonden, zegt Vreugdenhil. “Het is belangrijk om de kansen te noemen, maar je moet tegelijkertijd wel reëel zijn over wat maatregelen betekenen.”
Instrumenten niet zo vaak toegepast
De publicatie bevat tevens een overzicht van tools en hulpmiddelen. Bij de voorbereiding van maatregelen kunnen onder meer het planologische instrument van overstromingsrisicozonering en de impactanalyse nuttig zijn. Het MLV afwegingskader en stappenplan en de risicoparagraaf overstromingen in het gemeentelijke bestemmingsplan zijn voorbeelden van instrumenten bij de afweging en toepassing van maatregelen.
Vreugdenhil wijst nog op de watertoets. Deze tool wordt gebruikt om te waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen bij alle relevante ruimtelijke plannen en besluiten van Rijk, provincies en gemeenten. “De watertoets is nu eigenlijk het enige instrument dat waterschappen actief gebruiken. Hierin zouden de onderwerpen van risicobewustzijn en gevolgbeperking wel steviger moeten worden benoemd en benut.”
Het gebruik van tools en hulpmiddelen kan in het algemeen beter, vindt Vreugdenhil. “Waterschappen kennen de instrumenten wel, maar passen ze jammer genoeg nog niet zo vaak toe. Ik hoop dat dit snel verandert en gevolgbeperking een normaal aspect van het werk van waterschappen wordt.”
Meer informatie
Rapport Verder met meerlaagsveiligheid
De vraag is of dat dan komt door alleen de waterkwaliteit of dat het komt omdat we, bijvoorbeeld, gewoon gruwelijk dicht bevolkt zijn en ik al heel wat weilanden en dergelijke omgezet heb zien worden in woningen.
Mijn idee is overigens niet om te infiltreren in bestaande vennen - dat zou inderdaad de ecologie van die vennen veranderen – maar in aangelegde plassen (met een oppervlak minder dan 0,1 procent van de Veluwe). Die vallen droog, enkele dagen nadat infiltratie stopt. Infiltratieplassen hebben landschappelijk gezien wellicht wat waarde (als je saai naaldbos daarvoor kapt), aangaande natuur is die inderdaad beperkt.
Zeg 10 jaar geleden al waarschuwde ik dat we in 2027 in Nederland nooit de KRW doelen gaan halen. Ik betreur het ten zeerste dat ik gelijk ga krijgen. Ik voorspel nu dat we in 2030 met de mond vol tanden staan als Brussel ons vraagt wat onze plannen/maatregelen zijn om de Veluwe natuur en biodiversiteit te herstellen. Zonder fors ingrijpen in de waterbalans van het Veluwemassief gaan we verdroging echt niet bestrijden en zullen beken en sprengen niet structureel meer water voeren. Dat geef ik je op een briefje.