secundair logo knw 1

Een kalktufbron in Zuid-Limburg l Foto B-WARE

Het grondwater bij de voor Nederland unieke kalktufbronnen in Zuid-Limburg bevat fors te veel meststoffen. Daardoor dreigen minstens drie bijzondere mossoorten te verdwijnen. Dat blijkt uit onderzoek van Royal HaskoningDHV en B-WARE. De Europese nitraatnorm wordt hier soms wel met factor drie tot vier overschreden.

Bij kalktufbronnen komt extreem kalkrijk water uit de bodem, dat onder meer zeldzame mossoorten aantrekt. Maar door de vervuiling van het grondwater met nitraat en fosfaat worden die in hun voortbestaan bedreigd, schrijven de onderzoekers in een artikel in het tijdschrift Environmental Pollution

Zij verrichtten metingen in 51 kalktufbronnen in vijf Noordwest-Europese landen, waaronder Nederland, en vulden die aan met data van nog eens 173 locaties in elf Europese landen. Daaruit komt ons land naar voren als “het vuilste jongetje van de klas”, met de slechtste grondwaterkwaliteit. 

In Zuid-Limburg wordt de Europese nitraatnorm van 50 milligram per liter soms wel met factor drie tot vier overschreden. "Bij zulke hoge gehalten leggen bijvoorbeeld het bijzondere geveerd diknerfmos en ook tufmos het af", verklaarde onderzoeker Hans de Mars van Royal HaskoningDHV daarover in dagblad Trouw. "Dan zie je op een gegeven moment alleen nog maar algemene soorten die je overal elders ook kan tegenkomen."

Negatieve correlatie
1302 Gijs van DijkGijs van DijkHet beekdikkopmos is de derde van de ‘kritische soorten’, die als gevolg van de vervuiling dreigen te verdwijnen. "Wat ons onderzoek aantoont, is een heel sterke negatieve correlatie tussen de vervuiling van het grondwater en de aanwezigheid van deze karakteristieke mossen", zegt Gijs van Dijk van onderzoeksbureau B-WARE. "De belangrijkste bron van die vervuiling is de nitraatuitspoeling van de hoger gelegen landbouwpercelen."

In ons land komen kalktufbronnen alleen in het Zuid-Limburgse heuvellandschap voor, en wel in de N2000-gebieden van het Bunder- en Elslooërbos, de Noorbeemden en in het stroomgebied van de Geul en de Geleenbeek. De grote hoeveelheden kalk in het grondwater slaan als ‘tuf’ neer op planten, bodem en rotswanden. Dat trekt bijzondere, kalkbestendige vegetatie aan. 

Vijf jaar geleden schreven de onderzoekers al een eerste artikel over hun bevindingen in De Levende Natuur. Sindsdien is meer onderzoek gedaan en zijn onderzoeksresultaten uit het buitenland toegevoegd, vertelt Van Dijk.  

Te weinig prioriteit
Intussen is er volgens de ecohydroloog in Limburg nog te weinig actie ondernomen om de verontreiniging van het grondwater tegen te gaan. "Het probleem is nog even groot als toen. Er zijn wel gesprekken geweest met de agrarische sector en de provincie werkt eraan, maar het zou meer prioriteit mogen krijgen."

Daarom dringen de onderzoekers nogmaals aan op actie. Van Dijk: "In Europees verband hebben we met elkaar afgesproken dat we deze zeldzame en kwetsbare habitattypen in stand houden en zelfs laten uitbreiden. Daar moet dan wel actie voor ondernomen worden, zeker omdat het jaren duurt voordat maatregelen daadwerkelijk effect hebben op het grondwater dat in de bronnen uittreedt."

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Zo is 't!
Wat mij betreft, actiever, met rationele argumenten reageren op "Agro-industrie".  
Goed bezig, Phebe. Ga zo door.
Mark van der Laan Zoekt en gij zult vinden
Goed bezig, Harrie. Blijf vooral columns schrijven.
Het zou natuurlijk ook juist heel fijn zijn voor de natuur als er meer broedplaatsen komen voor insecten. Hebben de vleermuizen en de vogels ook wat te eten.
Lijkt mij toch opvallend dat als het "diepzuigen" gestart wordt de kade onderuit gaat. Daar moet toch een verband zijn. Diep zuigen bij zandwinning gaat er van uit dat zand in diepere lagen gaat "toelopen, vloeien" naar de "zuigmond" van een baggervaartuig onder een natuurlijk flauwe hoek. De hoek is afhankelijk van de waterspanning in de zandlaag,  korrelgrootte en vorm van het zand in de zandlaag. Als het zand zo, via de hellingshoek onder de oever afvloeit en wordt weggezogen ontstaat daar instabiliteit, "bresvloeiing", waardoor het talud wegzakt. Dat is hier waarschijnlijk gebeurt, lijkt me. Is niet de eerste keer dat dat in Nederland gebeurt.