De kwaliteit van het grondwater laat sterk te wensen over, blijkt uit een landelijke inventarisatie van KWR. Zo bevat bijna al het ondiepe grondwater chemicaliën.
Voor heel Nederland heeft KWR de aanwezigheid van chemicaliën in het diepe en ondiepe grondwater geïnventariseerd. Het is voor het eerst dat de verontreiniging zo breed in beeld is gebracht. Het onderzoeksinstituut gebruikte hiervoor de meetgegevens die door de provincies in 2015 en 2016 zijn verzameld.
KWR constateert dat driekwart van het grondwater bestrijdingsmiddelen, geneesmiddelen en andere verontreinigende stoffen bevat. In vrijwel al het ondiepe grondwater zijn chemicaliën aangetroffen. Hetzelfde geldt voor twee vijfde van het diepe grondwater.
In de helft van de grondwatermonsters zijn bestrijdingsmiddelen aanwezig. Zeventien procent van het grondwater voldoet niet aan de Europese norm van 0,1 microgram per liter. De grootste problemen zijn er in gebieden met bollenteelt en op de zandgronden van Noord-Brabant.
De bestrijdingsmiddelen bentazon en mecoprop en de metabolieten DMS en BAM zijn de chemicaliën die het meest frequent zijn aangetroffen: in meer dan tien procent van de monsters. In grondwaterbeschermingsgebieden wordt bij drie bestrijdingsmiddelen de norm overschreden: bentazon, dimethomorf en dicamba. In een kwart van de grondwatermonsters zijn geneesmiddelen gevonden. In vijf procent van de gevallen was er sprake van een overschrijding van de signaleringswaarde voor drinkwater.
KWR beveelt in de studie onder meer aan om de meetgegevens te vergelijken met die van waterleidingbedrijven die vooral betrekking hebben op intrek- en grondwaterbeschermingsgebieden. Volgens wetenschappelijk onderzoeker Annemarie van Weezel van KWR hebben veel mensen ten onrechte het beeld dat grondwater schoon is. Nu kan er nog goed drinkwater worden gemaakt, maar dat wordt in de toekomst lastiger door de brede verspreiding van chemicaliën. Daarom is bronbescherming heel belangrijk, aldus Van Weezel.
Het rapport kunt u hier te vinden, evenals een reactie van de provincies.
De vraag is of dat dan komt door alleen de waterkwaliteit of dat het komt omdat we, bijvoorbeeld, gewoon gruwelijk dicht bevolkt zijn en ik al heel wat weilanden en dergelijke omgezet heb zien worden in woningen.
Mijn idee is overigens niet om te infiltreren in bestaande vennen - dat zou inderdaad de ecologie van die vennen veranderen – maar in aangelegde plassen (met een oppervlak minder dan 0,1 procent van de Veluwe). Die vallen droog, enkele dagen nadat infiltratie stopt. Infiltratieplassen hebben landschappelijk gezien wellicht wat waarde (als je saai naaldbos daarvoor kapt), aangaande natuur is die inderdaad beperkt.
Zeg 10 jaar geleden al waarschuwde ik dat we in 2027 in Nederland nooit de KRW doelen gaan halen. Ik betreur het ten zeerste dat ik gelijk ga krijgen. Ik voorspel nu dat we in 2030 met de mond vol tanden staan als Brussel ons vraagt wat onze plannen/maatregelen zijn om de Veluwe natuur en biodiversiteit te herstellen. Zonder fors ingrijpen in de waterbalans van het Veluwemassief gaan we verdroging echt niet bestrijden en zullen beken en sprengen niet structureel meer water voeren. Dat geef ik je op een briefje.