De tijd van vrijblijvendheid is voorbij, omdat de opgaven groter worden door snellere klimaatverandering en transities in steden en het landelijk gebied. De partners van het Deltaprogramma moeten daarom de komende jaren meer tempo maken bij de uitvoering van maatregelen. Met deze boodschap kwam deltacommissaris Peter Glas tijdens de presentatie van het Deltaprogramma 2023 op Prinsjesdag.
Peter Glas roept in zijn aanbiedingsbrief bij het Deltaprogramma 2023 overheden en andere betrokken partijen op om vanaf nu echt aan de slag te gaan: “Water en bodem sturend te laten zijn in de ruimtelijke inrichting, zuiniger om te gaan met ons zoetwater, de stresstesten te verbreden, aan de slag te gaan met gevolgbeperking en crisismanagement en met de bescherming van onze natuur en biodiversiteit.” De deltacommissaris gaat het komende jaar de noodzaak om klimaatbestendig handelen in de praktijk te brengen, nadrukkelijk agenderen bij de partners van het Deltaprogramma.
Grotere noodzaak voor aanpassing
Het Deltaprogramma 2023 heeft de titel Versnellen, verbinden, verbouwen. De hoofdboodschap van Glas is dat de opgaven groter worden en bij het Deltaprogramma meer tempo moet worden gemaakt (zie infographic). Hij noemt de extreme buien en overstromingen van een jaar geleden in Limburg en delen van Duitsland en België en de droogte en hitte van de afgelopen zomer.
“Het klimaat verandert, en het gaat sneller dan we eerder hadden voorzien. De noodzaak om ons aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering wordt steeds groter.” De deltacommissaris raadt bijvoorbeeld aan om vanwege de versnelde zeespiegelstijging nu al ruimte voor toekomstige dijkversterkingen en waterberging te reserveren.
Andere opstelling van watersector nodig
Het vraagt om een omslag, aldus de deltacommissaris. “Dit geldt ook voor de watersector die in aanvulling op de traditionele accomoderende opstelling ook bereid moet worden randvoorwaarden en grenzen te stellen aan bijvoorbeeld woningbouw en landbouw.”
Glas komt met een aantal aanbevelingen aan het kabinet om meer vaart te maken met de uitvoering van het Deltaprogramma (zie kader onderaan). De bedoeling is om meer werk te maken van gevolgbeperking (laag 2 en 3 van meerlaagsveiligheid), transities in het landelijk gebied een vliegende start te geven en opgaven voor natuur en duurzame landbouw te koppelen aan de opgaven van het Deltaprogramma.
Oproep ondersteund door kabinet
Minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat geeft in een brief aan de Tweede Kamer aan dat het kabinet de oproep van Glas om echt aan de slag te gaan volledig ondersteunt. De grenzen zijn bereikt op het gebied van bodem en watermanagement. “Daarom is in het coalitieakkoord afgesproken dat ‘water en bodem sturend worden bij ruimtelijke planvorming’. Met de steeds indringender inzichten over klimaatverandering en ervaringen met de gevolgen daarvan kunnen we stellen dat dit een zeer essentieel en urgent uitgangspunt is dat tot veranderingen in onder andere het ruimtelijk beleid en klimaatbeleid zal moeten leiden.”
Dit najaar komt Harbers met een Kamerbrief over de nadere uitwerking van ‘water en bodem sturend’. De minister sluit af met: “Tegelijkertijd zijn we bezig om de benodigde stappen te zetten waarmee we willen voorkomen dat de adaptatieopgave nog verder toeneemt.”
Bron: Brochure Deltaprogramma 2023 op hoofdlijnen
AANBEVELINGEN DELTACOMMISSARIS
Peter Glas doet deze aanbevelingen aan het kabinet:
I.v.m. het meer werk maken van gevolgbeperking via ruimtelijke maatregelen en crisisbeheersing en het bevorderen van de bewustwording over slachtoffer- en schaderisico’s.
* Neem in de aangekondigde Nationale maatlat klimaatadaptief bouwen heldere prestatie-eisen voor gevolgbeperkende maatregelen op. Laat het water- en bodemsysteem hierbij sturend zijn en leg vast hoe dit gaat doorwerken in concrete (bouw)regelgeving voor nieuwbouw, renovatie en beheer & onderhoud (vastgoed, mobiliteitsinfrastructuur en de stedenbouwkundige ruimtelijke inpassing).
* Pak dit thema beter op in de volgende ronde van stresstesten en vertaal dit door in risicodialogen, uitvoeringsagenda’s en kaders voor ruimtelijke plannen en de toetsing daarvan (onder meer in de watertoets).
* Bepaal samen met de veiligheidsregio’s en koepels van decentrale overheden welke partij bij de gevolgbeperking bij overstromingen de regie moet oppakken. Hierbij spelen naast het Rijk voor grootschalige rampen, gemeenten en veiligheidsregio’s altijd een rol. Voorkomen moet worden dat men naar elkaar kijkt.
I.v.m. het geven van een vliegende start aan de transities in het landelijk gebied.
* Zet de maatregelen en organisatie van het Deltaprogramma in als instrument en hulpmiddel om vaart te maken met de uitvoering van de transitie in het landelijk gebied.
* Maak vooruitlopend op de definitieve vaststelling van nieuwe financieringsarrangementen voor het transitiefonds gebruik van bestaande financieringsarrangementen, zoals deze onder meer vanuit het Deltafonds al worden gehanteerd. Hiermee kan snel worden gestart met de uitvoering van maatregelen.
* Koppel waar mogelijk de opgaven in het landelijk gebied voor natuurherstel en duurzame landbouw aan de doelen van het Deltaprogramma.
In het genoemde Stowa rapport wordt een onderscheid gemaakt naar:
Op basis van de nadere uitwerking kunnen technologen en beleidsmedewerkers van waterschappen een gefundeerde keuze maken voor een natuurlijk systeem, afhankelijk van de specifieke situatie op een RWZI en de gekozen opties:
A. Toepassing van een enkel systeem als ‘stand alone’ techniek als uitbreiding van de RWZI, voor upgrading van het effluent (afloop nabezinktank).
B. Als inpassing in een integraal natuurlijk systeem wat naast effluentbehandeling ook recht doet aan de omgeving en waarbij functies zoals het creëren van natuurlijk, levend water, effluentbuffering, recreatie en natuur gecombineerd worden.
De Waterharmonica's nemen de meeste ruimte in, zeker omdat voor een goede verwijdering van medicijnen laag tot zeer lage belaste Waterharmonica's nodig zijn (zie ook Stowa 2013-07). Dus een hydraulische belasting van zeker niet meer dan 0,05 m/dag. Ofwel een ruimte beslag van 2,5 tot 3,75 m2 per inwoner.
Het totale debiet aan gezuiverd afvalwater in Nederland is ca. 2.000.000 m3 per jaar (CBS, data 2020). Dit zou dan neerkomen op een totaal netto ruimte beslag van 4.000 ha in heel Nederland. Zeg 5.000 tot maximaal 10.000 ha. Dit lijkt veel, maar het is wel met gestapelde belangen en mogelijkheden. Stel 25 cm waterberging: 10.000.000 waterberging, stel dat een kwart van de Waterharmonica's als KRW-waardig wordt beschouwd (is best wel reëel): 500 tot 1.000 ha.... En dan nog recreatie, natuur, CO2-vastlegging, stikstofrechten? Vrienden maken, bufferzones rond de rwzi's. Een voorbeeld van een zoektocht, uitgevoerd door het Wetterskip Fryslân: http://www.waterharmonica.nl/reports/LW289-47_005-rapd02-waterharmonica.pdf. Op weg naar 2027?
Ruud Kampf
Rekel/water
Dus bij hoogheemraadschap Delfland kies je een partij. Vervolgens hebben een paar partijen meer zetels dan andere. Daarna wordt er een Bestuursakkoord getekend door alle partijen, waar ook de minder grote (verliezende) partijen zeggenschap in hebben? Er staat ook: "De gezamenlijk gekozen hoogheemraden vertegenwoordigen in het dagelijks bestuur alle fracties". Wat betekent het dan om een fractie te vertegenwoordigen in de praktijk?
In het geval van hoogheemraadschap Delfland is stemmen op een partij dus niet super zinvol, omdat daarna toch met alle andere partijen wordt samengewerkt om tot een Bestuursakkoord te komen. Grote partijen hebben dan niet meer te bepalen dan kleine partijen?