secundair logo knw 1

Vier waterschappen hebben een coöperatie opgericht om de ontwikkeling van het ‘wondermiddel’ Kaumera te versnellen. Een nieuwe startup gaat zich daarnaast inspannen om de grondstof, die gewonnen wordt uit afvalwater, te vermarkten. Volgens de partijen zet Kaumera hiermee een grote stap vooruit. 

Kaumera is een bijproduct van de waterzuiveringstechnologie Nereda, die is ontwikkeld door ingenieursbureau Royal HaskoningDHV en de TU Delft. De eerste productielocatie werd in 2019 in Zutphen geopend door Waterschap Rijn en IJssel, in 2020 volgde Vallei en Veluwe in Epe. 

De twee waterschappen vormen samen met het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden en Waterschap Limburg, die beide ook al eerder bij de ontwikkeling betrokken waren, de coöperatie. Volgens hen is de marktinteresse voor Kaumera de afgelopen jaren aangetoond en is het nu tijd om de ontwikkeling te versnellen "met meer capaciteit en focus".

"We hadden gewoon de mensen niet om alle kansen die er liggen te pakken", zegt woordvoerder Sandra de Wit van de coöperatie. "De afgelopen jaren werkten we in een samengesteld team, maar die mensen hadden ook allemaal andere taken." 

Unieke samenwerking
De toekenning van een nieuwe Europese Life-subsidie voor de komende drie jaar maakt het mogelijk om een bv te beginnen, die zich onder de naam Kaumera Sales and Services BV gaat bezighouden met productontwikkeling en verkoop. De waterschappen kunnen zich dan volledig richten op de productie.  

Deze bv komt voor 50 procent in handen van de coöperatie en voor 50 procent van Royal HaskoningDHV. De partijen spreken van "een unieke samenwerking tussen de producerende waterschappen en een onderneming die expertise heeft in het vermarkten van innovatieve producten".

Kaumera (‘kameleon’ in het Maori) wordt gewonnen uit de slibkorrels die zich vormen bij het Nereda-zuiveringsproces. Het geldt als een ‘wondermiddel’, dat water kan vasthouden en afstoten, brandvertragend is en ook bindende eigenschappen heeft. Daarmee kan het een alternatief zijn voor petrochemische stoffen, bijvoorbeeld als coating voor zaden of als lijm- en bindmiddel in de bouw. 

Tweede fase
Sinds 2013 hield een consortium zich bezig met de ontwikkeling van de circulaire grondstof. In dit Nationaal Kaumera OntwikkelingsProgramma (NKOP) werkten de waterschappen Vallei en Veluwe en Rijn en IJssel, de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA), Royal HaskoningDHV en de TU Delft nauw samen. De coöperatie komt daarvoor in de plaats.

Kaumera wordt volgens De Wit tot nu toe vooral gebruikt in praktijktesten in de landbouw. "Wij willen heel graag de bewijzen leveren dat het werkt, ook in andere toepassingen. Er is zoveel opgebouwd, het is nu tijd voor de tweede fase."

Ook de eerste fase werd al ondersteund vanuit het Europese Life-programma. De nieuwe subsidie bedraagt circa 1 miljoen euro, de partijen zelf leggen daar met elkaar nog eens 0,6 miljoen euro bij.   

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Veel succes met deze geweldige actie, samenwerken met onze buren! Maar vergeet niet dat ze in Duitsland een andere taal spreken, ook m.b.t. het water, meetmethodes, waarden en normen. 

De aarde regelt haar zaken zelf daar hebben we als mensen geen enkele invloed op ze is er al miljarden jaren en we meten pas 120 jaar onze invloed dus…
Als de twee probleemkelders zijn afgesloten dan lopen we toch geen risico meer? Of zijn de verkeerde kelders per ongeluk afgesloten?
De waterschappen blijven achter bij de hoeveelheden neerslag die de komende jaren op ons afkomen. Dijkverhoging zal geen uitweg bieden in de ontstane situatie en zelfs gevaarlijk. Geef water zelf de ruimte in de huidige tijd en ga het gesprek aan met de landbouw of laat de landbouw zelf beslissen in kritieke regio's. Neerslaghoeveelheden van boven de 100 mm in een etmaal is geen uitzondering in deze tijd fase.
De SER redeneert blijkbaar met als uitgangspunt dat de intensieve landbouw in Nederland moet blijven bestaan. Jammer dat niet uitgegaan is van een algemener principe, want grote kans dat dit conservatieve uitgangspunt er nu juist voor zorgt dat de ontwikkeling van Nederland zich minder ontwikkeld.