WATERBLOG - De drinkwatervoorziening, riolering en waterzuivering is natuurlijk altijd al van ons allemaal geweest, al is het maar omdat we het zelf betaald hebben. Maar voor de meeste mensen voelt dat niet zo. Wij gebruiken ze gewoon en de gemeente, het waterbedrijf en het waterschap zorgen wel dat het goed komt. Maar dat is nu toch aan het veranderen; door klimaatverandering, milieuaspecten en ruimtebeslag merken we steeds meer dat we zelf ook wat met de waterketen kunnen.
door Eilard Jacobs
Eilard JacobsOp het jaarlijkse afvalwaterketen-symposium van Stichting RIONED en STOWA wordt het duidelijk. Om te beginnen, het ruimtebeslag. Lidwien Besselink (ingenieursbureau Amsterdam) schetste een beeld van de steeds drukker wordende ondergrondse ruimte in Amsterdam (maar herkenbaar voor veel meer steeds dichter bebouwde gebieden). Nutsvoorzieningen maakten het al druk in de ondergrond en dat is er door de ICT-ontwikkelingen natuurlijk niet minder om geworden.
Nieuwe ruimtevragers
Maar er komen nog weer nieuwe ruimtevragers bij. Van het gas af leidt tot allerlei ondergrondse voorzieningen, met warmtenetten als grootste ruimtevreter. Meer neerslag verwerken vanwege de klimaatverandering gaat zowel boven als ondergronds effect hebben, óók door vergroening van de leefomgeving.
Ja, het wordt steeds drukker in de ondergrond en innovatieve functiecombinaties (bijvoorbeeld WKO gecombineerd met funderingspalen of een kademuur met kabel en leidinggoot) zijn nodig.
Verwerking van neerslag zorgt zeker voor een toenemende ruimtevraag. Natuurlijk is het dan handig om eerst eens te kijken of er nog rek in het huidige afvalwatersysteem zit. Ellen van Voorthuizen (RHDHV) gaf wat mogelijkheden. Afhankelijk van de belastbaarheid van het oppervlaktewater is soms keuze mogelijk tussen lokaal of via de zuivering afvoeren van overtollig hemelwater. Op de RWZI kan door verlaging van het slibgehalte de hydraulische capaciteit verhoogd worden. Sturing van de aanvoergemalen. Vaak zit er best nog wel rek in onze systemen.
Afkoppelen
En hoe zit het nu met afkoppelen? Remy Schilperoort (partners4UrbanWater) liet de resultaten van het STOWA-onderzoek zien. Sinds het NWRW-onderzoek (alweer 30 jaar geleden) weten we al dat afstromend regenwater vrijwel even veel verontreiniging kan veroorzaken als riooloverstorten.
Afkoppelen door een gemengd stelsel om te bouwen naar een gescheiden stelsel lost het belastingvraagstuk niet op (al gaat het wel om deels andere stofgroepen). Verbeterde gescheiden stelsels blijken ook nog steeds veel haken en ogen te hebben. De kosten van afkoppelen (gemiddeld € 40 per m2) wegen ook niet op tegen de baten (gemiddeld € 4 per m2).
Maar we hebben het hier natuurlijk over ombouw van bestaande stelsels, in nieuwe situaties ligt het allemaal heel anders. Lokaal en projectgewijs kan er natuurlijk best wel slim afgekoppeld worden (meer doorlatende verharding bij herinrichting bijvoorbeeld, of combinatie met inrichten van piekberging op het maaiveld).
Voorlopig zullen vuil- en hemelwater voor een groot deel nog wel samen verwerkt blijven worden. Doordat er geen nieuwe gemengde stelsels meer bijkomen en afkoppelkansen benut worden, wordt dit relatief wel steeds minder.
Energietransitie
De energietransitie en de waterketen hebben ook alles met elkaar te maken. De afvalwaterketen kan bijvoorbeeld warmte en biogas leveren. Ten opzichte van de totale energiebehoefte overigens maar een bescheiden bijdrage. Waterstof als energiedrager kan, met name bij de mobiliteit, een belangrijke rol gaan spelen, vertelde Arjen de Jong (Blue Terra Energy Experts).
Als je het splitsen van H2 en O2 combineert met gebruik van O2 voor de afvalwaterzuivering liggen hier ook mogelijkheden voor de afvalwaterketen. Ook drinkwaterbedrijven kunnen mogelijk een rol spelen voor de levering van het benodigde demi-water.
Trias Pragmatica
Dat de energietransitie in de gebouwde omgeving nog een hele uitdaging is, maakte Sven Ringelberg (gemeente Rotterdam) duidelijk. Dit is niet in de laatste plaats omdat de benodigde kosten door heel wat gebruikers onmogelijk gedragen kunnen worden. Hij pleit dan ook voor een pragmatische aanpak, de Trias Pragmatica, waarbij ook de waterketen een rol kan spelen.
De waterketen is aan het veranderen en er komen nog grotere veranderingen aan. Door de klimaatverandering raakt de gebruiker al meer en meer betrokken, bijvoorbeeld omdat hij regenwater voor een deel zelf moet verwerken.
De energietransitie gaat nog dieper ingrijpen en vraagt dikwijls grote aanpassingen in zowel de woonomgeving als de aangrenzende ruimte. Dat lukt alleen maar als de gebruiker meebeweegt en zo wordt (ook) de waterketen steeds meer van ons allemaal.
Eilard Jacobs blogt op H2O
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.