Toon van der Klugt kondigt zijn afscheid aan als dijkgraaf van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. Eind dit jaar stopt hij ermee.
Toon van der Klugt Van der Klugt is al bijna 30 jaar betrokken bij het hoogheemraadschap. Eerst als lid van het algemeen bestuur en vanaf 1999 als dagelijks bestuurder met verschillende portefeuilles. Begin 2019 werd hij waarnemend dijkgraaf en op 28 mei 2019 volgde de installatie als dijkgraaf. Hij volgde Hans Oosters op, die Commissaris van de Koning was geworden in Utrecht.
Van der Klugt wordt als bestuurder gewaardeerd. Als hoogheemraad eindigde hij in 2015 en 2016 in de top 10 van de landelijke verkiezing van beste lokale bestuurder. In 2017 en 2018 behoorde hij tot de beste 50 en dat was ook in 2022 het geval, maar toen als dijkgraaf. Betrokken, deskundig en toegankelijk waren de competenties die Van der Klugt kreeg toebedeeld in zijn rol als dijkgraaf.
Van der Klugt, die werkzaam was in het onderwijs en het bedrijfsleven als directeur-eigenaar van een plantenkwekerij in Bleiswijk, is naast dijkgraaf actief als voorzitter van de Regionale Belasting Groep (RBG) in Schiedam, voorzitter van de Zuidhollandse vereniging van Waterschappen, en commissaris en vice-voorzitter van de Nederlandse Waterschapsbank.
“Dijkgraaf zijn van dit prachtige waterschap is één van de mooiste banen die je je kunt voorstellen. Met pijn in mijn hart ga ik afscheid nemen”, zegt Van der Klugt bij de aankondiging van zijn afscheid.
Het hoogheemraadschap moet op zoek naar een nieuwe dijkgraaf.
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.