De geborgde zetels verdwijnen niet uit het algemeen bestuur van de waterschappen. Wel wordt het aantal teruggebracht tot vier: twee voor ongebouwd (landbouw) en twee voor natuurterreinen. De geborgde zetels voor de categorie bedrijven vervallen. Ook is het niet langer een eis dat een geborgde zetel in het dagelijks bestuur van een waterschap vertegenwoordigd is.
door Bert Westenbrink
Dit is de uitkomst van de stemming vanmiddag in de Tweede Kamer over het initiatiefwetsvoorstel democratisering waterschappen van GroenLinks en D66 en het amendement van de ChristenUnie. Met de steun voor het wijzigingsvoorstel van de ChristenUnie moesten de initiatiefnemers Laura Bromet en Tjeerd de Groot genoegen nemen met een fundamentele aanpassing van hun wetsvoorstel: de geborgde zetels verdwijnen niet uit het waterschapsbestuur. Boeren en natuurbeheerders blijven verzekerd van hun geborgde inbreng in de algemene besturen van de waterschappen.
Lelijk amendement
Het compromis tekende zich al af in het Kamerdebat over het wetsvoorstel. Dat debat werd in twee termijnen gehouden, voor en na het meireces. Het CU-Kamerlid Peter Grinwis kondigde in de eerste termijn zijn amendement aan en diende dat in het tweede deel in. De Groot reageerde zeer kritisch op het wijzigingsvoorstel en met name de toelichting van Grinwis: “Er is één zin in de toelichting van Grinwis die ons onaangenaam heeft geraakt, namelijk dat het amendement de enige manier is om te voorkomen dat de geborgde zetels komen te vervallen. Dat maakt het een buitengewoon lelijk amendement".
De inzet van Bromet en De Groot was een verdere democratisering van de waterschappen door afschaffing van álle geborgde zetels in de besturen. De almaar grotere maatschappelijke opgaven van de waterschappen vragen om een democratisering van het bestuur zonder geborgde belangen, zo is de grondslag van het wetsvoorstel. Het leek er lange tijd op dat de initiatiefwet kon steunen op een meerderheid in de Tweede Kamer, maar in het tweede deel van het debat over het wetsvoorstel werd duidelijk dat de PVV, die zich aanvankelijk achter het wetsvoorstel leek te scharen, ging schuiven.
PVV-woordvoerder Barry Madlener lichtte in het Kamerdebat toe dat zijn partij voorzag dat de initiatiefwet geen meerderheid zou krijgen in de Eerste Kamer. Maar feit was ook dat zijn partij vanuit de landbouw veel reacties kreeg over de aanvankelijke steun aan het wetsvoorstel van de in boerenkring verfoeide partijen GroenLinks en D66. De agrarische actiegroep Farmers Defence Force zette zelfs een brievenactie op touw, met een oproep aan de leden om de PVV-fractie met een stroom aan brieven op andere gedachten te brengen.
Beter dan niets
Het ‘lelijke amendement’ van Grinwis bracht uitkomst. Het is beter dan niets, zei Madlener in de tweede termijn van het Kamerdebat. Een belangrijke uitspraak, aangezien de PVV met 17 zetels bepalend was voor de stemverhouding in de Tweede Kamer. De switch van Madlener zette het wetsvoorstel op losse schroeven.
Na het debat werd er achter de schermen onderhandeld over wet en amendement. Het vinden van een compromis duurde zo lang dat stemming in de Kamer werd uitgesteld. Niet verrassend, want De Groot had na het wegslikken van de teleurstelling al aangekondigd een eventuele aanpassing van het wetsvoorstel ‘netjes en stap voor stap’ te willen doen.
Dat resulteerde erin dat het wijzigingsvoorstel van Grinwis werd aangepast. Want stelde hij in de eerste wijziging nog voor om het aantal geborgde zetels terug te brengen tot zes: voor ongebouwd, bedrijven en natuur elk twee, in het nieuwe door de Tweede Kamer gesteunde amendement zijn het er nog vier: twee voor de categorie ongebouwd en twee voor natuurterreinen. De categorie bedrijven raken hun geborgde zetels kwijt. In het aanpaste amendement blijft wel de afschaffing van de verplichte geborgde zetel in het dagelijkse bestuur staan.
Adviescommissie Water
In een toelichting op het amendement staat dat de wijziging in lijn is met het advies over het waterschapsbestuur van de Adviescommissie Water (AcW) uit 2015. Belangrijk element in de overwegingen van deze adviescommissie om te pleiten voor behoud van de geborgde zetels was 'de kwaliteit van de inbreng, de gebiedskennis en het draagvlak in de omgeving waar het waterschap zijn projecten uitvoert' en niet het vergroten van de machtspositie van specifieke belangengroepen.
In de toelichting van het amendement wordt ook verwezen naar het advies van de Commissie Boelhouwer, die weliswaar pleitte voor afschaffing van de geborgde zetels, maar ook inbracht dat de belangencategorie gebouwd (bedrijven) 'een nauwelijks relevante grondpositie heeft bij waterprojecten'. Ze zijn met name vertegenwoordigd vanwege hun relatief hoge bijdrage aan de zuiveringsheffing, die gekoppeld is aan de vervuilingsgraad van het geleverde afvalwater. “Deze heffing wordt echter bepaald door wettelijke normen, waar het waterschap geen invloed op heeft”, staat in de toelichting van het amendement. Het is de motivering om de geborgde zetels voor bedrijven af te schaffen.
Deze aanpassingen maakten van het ‘lelijke amendement’ een wijzigingsvoorstel dat zelfs door D66 en GroenLinks is omarmd. Naast Peter Grinwis zijn Senna Maatoug (GroenLinks) en Joost Sneller (D66) ondertekenaars van het wijzigingsvoorstel, dat vanmiddag met een flinke meerderheid werd aangenomen in de Tweede Kamer. Opvallend genoeg steunden de coalitiepartijen VVD en CDA het amendement en ook de aangepaste initiatiefwet niet. Het is nu aan de indieners Bromet en De Groot om de initiatiefwet democratisering van de waterschappen te verdedigen in de Eerste Kamer.
LEES OOK
Amendement ChristenUnie zet wetsvoorstel geborgde zetels op losse schroeven
In het genoemde Stowa rapport wordt een onderscheid gemaakt naar:
Op basis van de nadere uitwerking kunnen technologen en beleidsmedewerkers van waterschappen een gefundeerde keuze maken voor een natuurlijk systeem, afhankelijk van de specifieke situatie op een RWZI en de gekozen opties:
A. Toepassing van een enkel systeem als ‘stand alone’ techniek als uitbreiding van de RWZI, voor upgrading van het effluent (afloop nabezinktank).
B. Als inpassing in een integraal natuurlijk systeem wat naast effluentbehandeling ook recht doet aan de omgeving en waarbij functies zoals het creëren van natuurlijk, levend water, effluentbuffering, recreatie en natuur gecombineerd worden.
De Waterharmonica's nemen de meeste ruimte in, zeker omdat voor een goede verwijdering van medicijnen laag tot zeer lage belaste Waterharmonica's nodig zijn (zie ook Stowa 2013-07). Dus een hydraulische belasting van zeker niet meer dan 0,05 m/dag. Ofwel een ruimte beslag van 2,5 tot 3,75 m2 per inwoner.
Het totale debiet aan gezuiverd afvalwater in Nederland is ca. 2.000.000 m3 per jaar (CBS, data 2020). Dit zou dan neerkomen op een totaal netto ruimte beslag van 4.000 ha in heel Nederland. Zeg 5.000 tot maximaal 10.000 ha. Dit lijkt veel, maar het is wel met gestapelde belangen en mogelijkheden. Stel 25 cm waterberging: 10.000.000 waterberging, stel dat een kwart van de Waterharmonica's als KRW-waardig wordt beschouwd (is best wel reëel): 500 tot 1.000 ha.... En dan nog recreatie, natuur, CO2-vastlegging, stikstofrechten? Vrienden maken, bufferzones rond de rwzi's. Een voorbeeld van een zoektocht, uitgevoerd door het Wetterskip Fryslân: http://www.waterharmonica.nl/reports/LW289-47_005-rapd02-waterharmonica.pdf. Op weg naar 2027?
Ruud Kampf
Rekel/water
Dus bij hoogheemraadschap Delfland kies je een partij. Vervolgens hebben een paar partijen meer zetels dan andere. Daarna wordt er een Bestuursakkoord getekend door alle partijen, waar ook de minder grote (verliezende) partijen zeggenschap in hebben? Er staat ook: "De gezamenlijk gekozen hoogheemraden vertegenwoordigen in het dagelijks bestuur alle fracties". Wat betekent het dan om een fractie te vertegenwoordigen in de praktijk?
In het geval van hoogheemraadschap Delfland is stemmen op een partij dus niet super zinvol, omdat daarna toch met alle andere partijen wordt samengewerkt om tot een Bestuursakkoord te komen. Grote partijen hebben dan niet meer te bepalen dan kleine partijen?