secundair logo knw 1

Nitraat in uitspoelend water onder landbouwbedrijven | Bron: RIVM, Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid

De invloed van de droogte op nitraatconcentraties in uitspoelend water onder landbouwbedrijven lijkt af te nemen. Dat stelt het Compendium voor de Leefomgeving op basis van cijfers over 2021. Op löss- en kleigronden namen de concentraties af, maar op zandgronden stegen deze nog. Op löss- en zandgronden zitten de gemiddelde concentraties bovendien nog boven de Europese norm van 50 mg/l nitraat.

Het Compendium voor de Leefomgeving heeft aan het jaarlijkse overzicht van de nitraatconcentraties in uitspoelend water de cijfers van 2021 toegevoegd (zie boven). De gegevens laten zien dat de nitraatconcentraties na jaren van stijging weer licht zijn gedaald op löss- en kleigronden. Het instituut schrijft dat toe aan het feit dat het jaar 2021 minder droog was dan de jaren ervoor.

De droogte in de jaren 2018, 2019 en 2020 heeft een negatieve invloed gehad op de nitraatconcentraties op alle grondsoorten. In 2018 was het gedaan met de dalende trend. In dat jaar ontstond er door de droge zomer een groot stikstofoverschot in de bodem. Die ontwikkeling bepaalt in grote mate de trend in de nitraatuitspoeling, schrijft het Compendium.

Door de droogte groeiden de gewassen minder goed en werd er minder stikstof via de gewassen afgevoerd. Daarnaast waren de droge omstandigheden minder gunstig voor denitrificatie, het proces waarbij nitraat wordt afgebroken in de bodem.

In de drie droge jaren stegen de nitraatconcentraties in zandgebieden tot boven de EU-norm van 50 mg/l. In kleiregio’s reikten ze tot de norm. Op lössgronden bleven de concentraties ruim boven 50 mg/l. Alleen in veengebieden had de droogte minder effect op de nitraatconcentraties die sinds de metingen in deze regio's al ruim onder de Europese norm zitten.

In de regio’s met lössgrond voldeed in 2021 39 procent van de landbouwbedrijven aan de EU-norm. Een flinke verbetering ten opzichte van 2020 toen 29 procent van de bedrijven een voldoende scoorde. In kleigebieden voldeed 76 procent van de bedrijven aan de norm tegen 68 procent in 2020. In veengebieden was het uitspoelend water van 94 procent van de bedrijven in orde.

In zandregio’s tonen de cijfers over 2021 een ander beeld: minder dan de helft van de bedrijven (41 procent) voldeed aan de uitspoelingsnorm van de EU. Dat is minder dan in 2020 (48 procent). In de zandgebieden van Noord-Brabant en Limburg (Zuidelijk Zandgebied) is de gemiddelde nitraatconcentratie hoger dan in de zandgebieden in het noorden en midden van het land, schrijft het Compendium. “Dat komt onder andere doordat hier meer uitspoelingsgevoelige akkerbouwgewassen worden geteeld. Ook komen hier meer drogere bodems voor, die gevoelig zijn voor uitspoeling van stikstof.”

 

LEES OOK
H2O Actueel: Factsheet Vewin: de tijd dringt voor drinkwaterdoelen KRW en nitraat

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Ik geloof helemaal niets van dit doem verhaal. Zijn er nu al gebieden in de waddenzee die errst droog kwamen te liggen en nu niet meer? Zijn de oppervlaktes wadden tegen de eilenden en de vaste kustlijnen kleiner bij eb! Ik zie en hoor daar niets van! Wat ik wel hoor is dat de vaargeulen zeer snel verzanden en dat er 24 uur gebaggerd moet worden om te kunnen blijven varen.bwaar komt dat zand vandaan………..precies ! Dat is een continu proces en dat stopt niet door zeespiegel stijging. Dus maak je niet zo druk om de sterke natuur!
Wat een apart artikeltje Emile...  nitraat is niet organisch en liever stop ik wat zuurstof in infiltratiewater wanneer ik organische stoffen wil reduceren dan nitraat, dat immers het giftige nitriet kan vormen... de relatie met verbreding van irrigatiemogelijkheden met de aardappelteelt mort je nog maar eens uitleggen.. is toch iets heel anders? Joost
Hoi Marjolijn, bedankt voor je artikel. Het is duidelijk dat waterbeheer complex en uitdagend is, vooral nu klimaatverandering en hoger verbruik hun tol eisen. Gebieden zoals Zuid-Frankrijk en Catalonië staan niet op zichzelf met strenge restricties voor watergebruik.
Een interessant gegeven is dat 80% van ons drinkwater thuis wordt verbruikt. Daar ligt een enorme uitdaging, maar ook een kans om echt verschil te maken. Door slimmer om te gaan met de distributie van water, kunnen we helpen om het verbruik te verminderen zonder dat we daar veel van merken. Dit zou niet alleen helpen om onze waterbronnen te sparen, maar ook de druk op het systeem tijdens droge perioden verlagen.
Dit gaat verder dan alleen maar korter douchen; het gaat om een bewuste verandering in ons dagelijks leven om ervoor te zorgen dat er genoeg water is voor iedereen. Iemand iets gunnen. Beginnen met het nadenken over de oplossingen menukaart ook met water zoals we dat met energie doen - waar kunnen we besparen, hoe kunnen we efficiënter zijn, en hoe kunnen we ons aanpassen aan nieuwe omstandigheden?
Er is geen eenduidige oplossing voor het probleem, en additionele productie levert ons op langere termijn niets op. Misschien is het tijd om deze uitdaging aan te gaan en te kijken naar hoe we thuis ons watergebruik kunnen optimaliseren. 
Op dit moment (24 april 2024) na maandenlange neerslag is alles weer goedgekomen met hoog grondwater. De natuur hersteld zichzelf! Laat je niet beetnemen.
Afbreekbaarheid moet in de toekomst als eerste beoordelingsparameter voor toelating van stoffen worden ingevoerd. Er ontstaan anders onomkeerbare problemen in de toekomst.