Aan de fitterijwedstrijden op de Aquatech nemen deze keer 46 teams deel. De organisatie verwacht gezien de vele trainingsuren een hoog niveau.
Het team van PW Noord-Holland 3 beet vanmorgen het spits af. Het drietal (boorder, fitter en coach) kreeg 4 straffen, wat een flink aantal strafseconden opleverde.
De fitterijwedstrijden trekken traditioneel veel bekijks op de Aquatech. Er is vier dagen strijd in hal 7, verdeeld in vier categorieën: leerlingen, directies, dames en heren. Op vrijdagmiddag treden de laatste teams aan. “Ik verwacht een hoog niveau,” vertelt Arie Copier (foto), lid van de organiserende commissie. Hij draait al twaalf jaar mee in de organisatie van de fitterijwedstrijden en beleeft nu zijn laatste editie.
De organisatie maakt nog een keer intensief gebruik van zijn expertise, hij wordt volop bevraagd in de drukte om het evenement op gang te krijgen. “Ik heb gehoord dat er veel is geoefend. De teams uit Brabant zijn het meest fanatiek,” vertelt Copier. De motivatie is om de teams van Waternet, veelvuldig winnaar, te verslaan, legt de organisator uit.
De wedstrijden zijn een vakbekwaamheidstest. Het is de bedoeling, zo staat in de reglementen, dat de teams zo snel mogelijk een 150 mm GN/C drinkwater distributieleiding onder druk aanboren, vervolgens de aansluitleiding koppelen aan een meteropstelling en deze doorverbinden naar een tapkraan. Op het moment dat er water uit de tapkraan komt is het over en wordt de tijd gestopt. Bij de wedstrijden beoordelen minimaal twee scheidsrechters de deelnemers op kwaliteit, vakmanschap, en of er aan alle regels en veiligheidseisen is voldaan.
De fitterijwedstrijden, die gelden als Nederlandse kampioenschap, hebben deze keer geen internationale inbreng. De teams uit Amerika en Engeland, met wie de Nederlandsers strijden om de wereldkampioenschappen, zijn niet aanwezig in Amsterdam. Copier legt uit dat de internationele competitie een cyclus heeft van vier jaar. “En dat is deze keer dus niet. Op de volgende Aquatech hebben we weer een internationale categorie.”
De vraag is of dat dan komt door alleen de waterkwaliteit of dat het komt omdat we, bijvoorbeeld, gewoon gruwelijk dicht bevolkt zijn en ik al heel wat weilanden en dergelijke omgezet heb zien worden in woningen.
Mijn idee is overigens niet om te infiltreren in bestaande vennen - dat zou inderdaad de ecologie van die vennen veranderen – maar in aangelegde plassen (met een oppervlak minder dan 0,1 procent van de Veluwe). Die vallen droog, enkele dagen nadat infiltratie stopt. Infiltratieplassen hebben landschappelijk gezien wellicht wat waarde (als je saai naaldbos daarvoor kapt), aangaande natuur is die inderdaad beperkt.
Zeg 10 jaar geleden al waarschuwde ik dat we in 2027 in Nederland nooit de KRW doelen gaan halen. Ik betreur het ten zeerste dat ik gelijk ga krijgen. Ik voorspel nu dat we in 2030 met de mond vol tanden staan als Brussel ons vraagt wat onze plannen/maatregelen zijn om de Veluwe natuur en biodiversiteit te herstellen. Zonder fors ingrijpen in de waterbalans van het Veluwemassief gaan we verdroging echt niet bestrijden en zullen beken en sprengen niet structureel meer water voeren. Dat geef ik je op een briefje.