secundair logo knw 1

Voor de Groningers lijkt het vrijwel onmogelijk om hun aardbevingsschade vergoed te krijgen. De verantwoordelijke partijen zijn moeilijk te overtuigen welke schade het gevolg is van de aardbevingen. Eén van de oorzaken is volgens Peter van der Gaag dat er onvoldoende kennis over de Groningse bodemprocessen is. Dat geldt voor bouwers maar ook voor waterschappen. Van der Gaag is geohydroloog en heeft veel onderzoek gedaan in het Groningse aardbevingsgebied en in het buitenland.


door Mirjam Jochemsen


Velen denk bij het horen van uw naam direct: zwelklei! Hoe komt dat?
Peter van der Gaag 180 vk Peter van der Gaag
Bij de eerste beving in het Groningenveld, in 1991, was er aanzienlijke schade, met nameaan een pand in Middelstum. De bewoonster kon na de beving door de buitenmuur naar buiten kijken. Ik vroeg me af: hoe kan dat? Want in de omgeving was er eigenlijk niet zo’n aanzienlijke schade. Met collega’s heb ik daar geboord en we kwamen tot de slotsom: de klei hier is geen gewone klei. Ik ben gaan zoeken wat daarover bekend was, en wat blijkt?

In oude publicaties van ‘Wageningen’, maar ook in oude notities van schoolmeesters van achttien-zoveel staat: dit is zo'n bijzondere klei, die zwelt op als hij nat wordt, maar als hij opdroogt dan kan je je buurman er de hersens mee inslaan als je dat zou willen. Het heet knikklei, knipklei of, in West-Friesland, pikklei. Ik heb hier veel contact over gehad met Lee Jones van de British Geological Survey. Jones is dé zwelklei-expert in de wereld.

Samen met mijn Canadese partner en een Afrikaanse geoloog heb ik er al in 2004 een rapport over geschreven. En inderdaad, de Groningse knipklei bevat het typische zwelkleimineraal smectiet, dat water in het kristalrooster kan opnemen en daardoor sterk opzwelt.

Op basis van ons uitgebreide onderzoek concludeerden we dat zwelklei juist in de Groningse context gevaarlijk is. Wanneer het na een droge zomer hard gaat regenen neemt die klei het water op en zet funderingen onder spanning. Komt er dan een aardbeving, dan kan die tot veel grotere schade leiden dan je op grond van de afstand tot het epicentrum zou mogen verwachten. Zwelklei veróórzaakt niet de beving, maar vergroot wel de schade.

'Er moet dringend een bestemmingsplan voor de ondergrond komen. Slechte planning levert onnodige bouwkosten, procedurekosten en schade'

Wat gebeurde er met dat onderzoek?
De Provincie Groningen legde het voor commentaar voor aan TNO en GEO Delft. Tot onze grote verbazing noemden die het ‘onzin’, zonder daarvoor goede onderbouwing te geven. De Provincie nam dat oordeel over. Ik heb nooit begrepen waarom en al helemaal niet dat men zelfs niet de moeite nam om hierover contact op te nemen met ons.

Zwelklei komt op veel plekken in de wereld voor, het is een bekend en goed onderzocht fenomeen. Na de droge zomer van 1976 zijn ze in Engeland en Frankrijk begonnen met het onderzoeken van wat voor funderingsschade zwelklei oplevert. Engeland heeft landsdekkende bodemkaarten van het voorkomen van zwelklei. Trouwens ook van loopzand, een ander fenomeen dat in Groningen bij aardbevingen extra schade oplevert. Hier in Nederland komt er pas de laatste jaren iets van gericht bodemonderzoek op gang. De ideeën over dit onderwerp beginnen te kantelen, jonge wetenschappers bij de diverse kennisinstituten zeggen nu dat ze niet begrijpen waar het eerdere ongeloof vandaan kwam.

Het heeft wel grote gevolgen gehad. Er is veel tijd en geld verspild. Rechters laten zich leiden door wat Nederlandse onderzoeksinstituten zeggen.

Wat moet er nu gedaan worden, en door wie?
Eigenlijk ontbreekt het aan twee dingen: kennis en goede planning. We leven in Nederland op een postzegel, het wordt steeds voller in de ondergrond. Niet alleen met leidingen, maar ook met zaken als tunnels, mijnbouwactiviteiten voor CO2-opslag en winning van water, gas, zout, warmte, CO2-opslag. Zoals ik al in 1989 zei: er moet dringend een bestemmingsplan voor de ondergrond komen. Slechte planning levert onnodige bouwkosten, procedurekosten en schade.

En daarmee kom je op het eerste punt. Er is in Nederland schrikbarend weinig kennis over de bodem en de processen die daarin spelen; bijvoorbeeld over wat er precies gebeurt bij een aardbeving. Kennis die je nodig hebt om te weten welke plek geschikt is voor welke activiteit of hóé je gebouwen het best kunt versterken. Dat geldt voor bouwers maar ook voor bijvoorbeeld de waterschappen. Dat op sommige plekken huizen verzakken bij dijkversterkingen is voorspelbaar! En waarom staan er in Nederland nergens zo weinig peilbuizen als in Groningen om het grondwaterpeil en de kweldruk te meten? En waarom duurde het zo lang voordat er tiltmeters stonden om bodembeweging in kaart te brengen?

Met alles wat daar gebeurt, door bevingen maar ook door bodemdaling? Sommige boeren in Nederland kunnen over dertig jaar alleen nog maar zeekoeien houden. We kunnen die boeren misschien maar beter nu uitkopen, in plaats van voor veel geld al die poldertjes te blijven bemalen. Er wordt veel te weinig in bodemonderzoek geïnvesteerd, terwijl je dat dubbel en dwars terugverdient doordat je weet wat je kunt verwachten. En het is ook eerlijker. Bewoners worden nu met een kluitje in het riet gestuurd omdat de schade die ze melden ‘niet kan’.

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

h2ologoprimair    PODIUM

Podium is een platform voor opinies, blogs en door waterprofessionals geschreven artikelen (Uitgelicht). H2O draagt geen verantwoordelijkheid voor de inhoud van deze bijdragen, maar bepaalt wel of een bijdrage in aanmerking komt voor plaatsing. De artikelen mogen geen commerciële grondslag hebben.

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Afbreekbaarheid moet in de toekomst als eerste beoordelingsparameter voor toelating van stoffen worden ingevoerd. Er ontstaan anders onomkeerbare problemen in de toekomst.
In aanvulling hierop: Wij hebben voor terrein- en rivierbeheerders (VNBE) nog meer maatregelen in kaart gebracht om deze problemen te mitigeren (zie ook bijlage):
 
@Hans MiddendorpHoi Hans, beetje makkelijke reactie van het waterschap ('eerst moeten de waterbedrijven wat doen, tot die tijd kunnen wij niks doen'). De Waprog plaatste in 1986, in één jaar tijd, meer dan 100.000 watermeters bij gezinnen thuis. Dat kostte toen maar 150 gulden (!) per watermeter. Als de waterpartners echt zouden willen samenwerken, kan dit zo zijn opgelost. Dus ja, bureaucratie zegeviert. Niet iets om trots op te zijn.
@Gert Timmerman Eens. We moeten met al ons water zuinig omgaan (en het niet verontreinigen) zeker met zoet grondwater en met drinkwater.