secundair logo knw 1

Toedienen fosfaatbindende klei. Foto: Brabantse Delta

Voor een effectieve aanpak van blauwalgenoverlast in stadswater moet de waterbeheerder de aanvoer van voedingsstoffen (fosfor) verminderen. Aanpak van de nutriëntenbron is de enige manier om de overlast van de blauwalg structureel terug te dringen. Dat stelt Guido Waajen na promotieonderzoek. 

Waajen, specialist waterbeheer bij waterschap Brabantse Delta, promoveerde gisteren aan de Wageningen Universiteit. Hij verdedigde met succes zijn proefschrift, gebaseerd op onderzoek naar de bestrijding van de blauwalg in stadswater. 

De blauwalg, een bacterie die ernstige gezondheidsklachten kan veroorzaken bij mensen en dieren, vormt een hardnekkig en wijdverbreid probleem in de stadswateren in Noord-Brabant, aldus Waajen. In zijn onderzoek richtte hij zich op een effectieve bestrijding van de blauwalgenoverlast, waarbij de waterkwaliteit langdurig verbetert, met helder water en goede groeimogelijkheden voor waterplanten. De onderzoeker testte verschillende methoden in het laboratorium, in kleine en grote proefvakken in waterpartijen en daarna in vijvers en meertjes.

Hij kwam tot de conclusie dat beperking van voedingsstoffentoevoer de enige aanpak is voor structurele verbetering. En dan met name fosfor. Waajen: “In feite zijn fosfor en stikstof de nutriënten voor de blauwalg. Van die twee is fosfor heeft meest eenvoudig om aan te pakken, stikstof is veel lastiger.”

Voor vier Noord-Brabantse stadswateren berekende de onderzoeker de fosforaanvoer. Dat waren de zwemplas De Kuil in Prinsenbeek bij Breda, De Kleine Melanen bij Bergen op Zoom, en stadsvijvers in Dongen en Eindhoven. Het bleek dat de hoeveelheid en herkomst van fosfor per locatie sterk verschilde, wat impliceert dat een plan van aanpak voor de bestrijding van de blauwalg moet worden afgestemd op de plaatselijke omstandigheden.

Als de onderzoeker de aanvoer van fosfor op de testlocaties van buitenaf wist te verminderen, dan kon met aanvullende herinrichtingsmaatregelen en aanpassingen in het beheer van visstand en waterplanten de blauwalgenoverlast langdurig worden teruggedrongen. Werd de fosforaanvoer geen halt toegeroepen, dan droegen ‘lokatiespecifieke maatregelen’ niet bij aan een langdurige oplossing. Dan was het 'dweilen met de kraan open’.

Voor waterbeheerders is het zaak om bij een water een diagnose te stellen van de bronnen van aanvoer, aldus Waajen. “Zo’n diagnose is heel belangrijk. Dan kun je analyseren wat bepalend is voor de algengroei en weet je aan welke knoppen je moet draaien.”

Op de vier testlocaties zijn uiteenlopende ‘aanvoerroutes van nutriënten’ gekwantificeerd, vertelt Waajen. Uit het onderzoek blijkt dat de rioollozing van hemelwater, bladinval, het voeren van eenden en hondenpoep bij het water belangrijke externe bronnen zijn van nutriëntenaanvoer. “En dan kun je ook nog te maken hebben met de interne factor dat er in het bodemmateriaal veel fosfor zit; een erfenis uit het verleden.”

Een en ander betekent dat bij elk stadswater maatwerk nodig is om een kansrijk plan van aanpak op te stellen voor de bestrijding van de blauwalgengroei. Aanvullend op de aanpak van de voedingsbron, noemt Waajen de mogelijkheid om met een fosforbindend middel (klei) de fosforvoorraad in waterpartij aan te pakken. “Zo’n middel is goedkoper dan het baggeren van de waterbodem.”

In de praktijk zal blijken dat niet overal de fosforaanvoer teruggedrongen kan worden of dat de aanpak pas op lange termijn effectief blijkt te zijn. Dan kan de waterbeheerder met maatregelen een tijdelijke vermindering van de blauwalgenoverlast bewerkstelligen. Waajen evalueerde een aantal van deze vaak voorgestelde symptoombestrijdingsmaatregelen. Zoals een vlokmiddel (een soort van zoutoplossing). Dat kan in bepaalde gevallen de blauwalgengroei snel en effectief, maar tijdelijk, de kop indrukken. Daarnaast noemt Waajien de quaggamossel.

Deze zogeheten invasieve exoot afkomstig uit Zwarte Zeegebied heeft zich in korte tijd verspreid over de grote rivieren in Nederland en geldt als ‘filterfeeder’ die algen en zwevend stof uit het water filtert, wat tot helder water leidt. Waajen noemt de mossel een ‘grazer’ die de hoeveelheid algen en blauwalgen kan beperken. Maar de onderzoeker is terughoudend met zijn aanbeveling om de mossel gericht in te zetten. “De quaggamossel wordt beschouwd als een soort die niet van nature hier voorkomt. Het is dan ook belangrijk om een afweging te maken van voor- en nadelen, risico’s en alternatieven en wettelijke bepalingen, voordat de soort wordt gebruikt.”

Andere bestrijdingsmaatregelen zoals het toevoegen van kleine concentraties waterstofperoxide waar Hoogheemraadschap Rijnland proeven mee doet, heeft Waajen niet getest. “Ik weet van de proeven, maar ook voor dit middel zal gelden dat het maar tijdelijk tot vermindering zal leiden. Als je de oorzaak van de overlast niet wegneemt, kom je niet tot structurele oplossingen.”   

Voor waterbeheerders heeft de onderzoeker een routekaart voor de bestrijding van blauwalgengroei in stadswateren opgenomen in zijn proefschrift. De kaart, een soort stappenplan voor de bestrijdingsaanpak, is nog niet online beschikbaar, vertelt Waajen.

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

@SebastiaanDat is een goede vraag als we het over de waterkwaliteit van rivieren hebben, maar in dit project zijn vooral kleine watertjes gemeten. Dat komt niet uit het buitenland, dus daar zullen we echt zelf mee aan de slag moeten!
Bijzonder. Veel waterschappen spreken nog van ‘aan en afhaakproblematiek’ waarbij de zorg juist is voor afhakende bedrijven, lees verminderde heffingsopbrengsten.
Natuurlijk is het slim als bedrijven afhaken, met duurzamere zuivering, eventueel gevolgd tot eigen directe lozing in gebied, en vervolgens tot eigen waterhergebruik. Prima.
Maar aub geen dogma. We spreken nog steeds over stedelijk afvalwater, waarbij het bedrijfswater zeker af en toe een waardevolle bijdrage is in de gehele keten.
In @KNW, @skiw, @vemw @dbc verband nog maar eens over spreken.
Reintje Paijmans Kriens Waterschapsverkiezingen: apart of niet?
"Kennis van Waterbeheer" en "Provinciaal bestuur"  voor een groot deel van onze bevolking, is naar mijn ervaring heel gering. De situatie  is per provincie ook geheel anders. Of je nu in Zuid-Holland woont of in Drenthe: water aanvoer, afvoer  en tekort zijn niet met elkaar te vergelijken. De grenzen vallen niet samen. 
Ik heb als geograaf ook veel te maken gehad met wat dat voor problemen voor de bevolking, stadsbesturen en waterschappen veroorzaakte. Stadsbesturen hebben, zeker in de huidige tijd, andere, grotere problemen op hun agenda staan. Op welke manier moet, kan betere voorlichting opgelost worden? Ik heb lezingen gegeven, excursies georganiseerd, bestuursleden van de waterschappen daarbij uitgenodigd en wat ik ook erg belangrijk vind, aan het voortgezet onderwijs voorlichting, onderwijs gegeven. Bij excursies vroeg ik aan de ouders van de leerlingen of zij "mee wilden helpen" met vervoer, eten, geld ophalen voor de bijkomende kosten. Vaak meldden meer ouders zich aan dan eigenlijk nodig was, maar dat had voor de waterschappen in velerlei opzicht positieve gevolgen.
"Samenwerking", overleg met de landen waar de rivieren ontstaan en door stromen, afspreken hoeveel water ieder land wil, kan, mag gebruiken, afvoeren, dat zijn problemen, die nauwelijks bekend zijn bij de bevolking.
Ik hoop dat dit soort onderwerpen net zo belangrijk worden gevonden als problemen met  auto rijden, parkeren en boodschappen doen.
Ik wens Nederland veel succes.
Wat ik vooral interessant vind in dit artikel, is de min of meer terloopse opmerking dat het verlagen van de druk leidt tot een lager watergebruik. Ik ben erg benieuwd om hoeveel water het kan gaan als de waterdruk in heel Nederland wordt teruggebracht. 

Nu hopen dat het niet bij een oproep blijft, maar er ook gehoor aan wordt gegeven, duidelijk, ZO duidelijk een goede zaak.