secundair logo knw 1

Om ook in de toekomst te voldoen aan de waterkwaliteitseisen is er in Nederland nog het nodige werk aan de winkel. Al in 2014 concludeerde de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) dat waterbeheer in Nederland kwalitatief goed was, maar de kennis over waterkwaliteit te versnipperd. De kerngroep Waterkwaliteit van Stowa komt nu tot dezelfde conclusie in het rapport Inventarisatie Kennisbehoefte Waterkwaliteit.

"De verbetering van de waterkwaliteit was ingezet, maar stagneert nu. Terwijl we weten dat er mogelijkheden zijn om problemen op te lossen," zegt Miriam Collombon, medewerker van het Wetterskip Fryslan en auteur van het rapport. "De kennis die we in Nederland hebben, en dat is ontzettend veel, kan ons helpen bij het vinden van oplossingen, maar wordt nog veel te weinig toegepast."

Het rapport is uitgebracht door de kerngroep Waterkwaliteit van de STOWA adviesgroep Watersysteemanalyse. Op basis van een enquête en interviews brengt het in kaart aan welke kennis en informatie waterbeheerders behoefte hebben als het gaat om waterkwaliteit en ecologie. De enquête, die werd verspreid onder waterschappen, provincies en Rijkswaterstaat, bestond uit 170 concrete vragen. "Alle waterschappen vulden de enquête in, evenals drie provincies en RWS. Dat alle waterschappen hebben meegewerkt, is fantastisch. Het bewijst hun interesse in dit onderwerp. Dankzij de gedetailleerde vragen en de vele respondenten konden we in heel duidelijk in beeld brengen waar waterbeheerders nu precies behoefte aan hebben."

Uit de enquête en de interviews bleek dat veel waterbeheerders de huidige waterkwaliteit beter zouden willen verklaren: waarom heeft het water de kwaliteit die het heeft en aan welke knoppen moeten gedraaid worden om het te verbeteren? "We moeten echt toe naar een situatie waarin de aanwezige kennis beter wordt gedeeld. Bijvoorbeeld om het landelijke watermodelinstrumentarium te verfijnen op regionaal niveau. Zo kunnen we instrumenten ontwikkelen om de waterkwaliteit niet alleen te meten, maar ook te verklaren en te voorspellen."

Dat is volgens Collombon belangrijk om draagvlak te creëren voor de maatregelen die genomen zullen moeten worden om de waterkwaliteit te verbeteren. "Waterschappen, provincies, gemeenten, boeren en beheerders van natuurgebieden kunnen allemaal bijdragen aan een betere waterkwaliteit. Maar als we een van die partijen willen overtuigen van nut en noodzaak van een specifieke maatregel in een specifiek gebied, hebben we bijvoorbeeld behoefte aan veel fijnmaziger informatie over de oorzaak van waterkwaliteitsproblemen."

Het rapport pleit ervoor om meer kennis te delen en op een integrale manier nieuwe kennis te ontwikkelen om waterkwaliteitsvraagstukken op te lossen. "Daarmee bedoelen we het verbinden van vakkennis, bijvoorbeeld van de hydrologie met de waterkwaliteit en ecologie. Dat kunnen we doen door samen te werken bij monitoring, het uitwerken van data en het ontwikkelen van tools en modellen ten behoeve van waterkwaliteitsvraagstukken."

 

Meer informatie:
Inventarisatie Kennisbehoefte Waterkwaliteit, rapport van de kerngroep Waterkwaliteit van de STOWA adviesgroep Watersysteemanalyse (pdf)

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

@P.C. de RuiterOppervlakte is aangepast in 67 hectare.
Geachte Redactie, Dank voor uw bijdrage voor de uitreiking van de Keppler-prijzen. Afkomstig van een agrarisch akkerbouwbedrijf in het zuiden van de Haarlemmermeerpolder en betrokken vanaf het allereerste begin, de oplevering en dan nu een prijs als beloning. (Raadswerk Haarlemmermeer en fractie-ondersteuning Bestuur Rijnland)
Bovendien nog een tweede prijs in Hoofddorp, de Winnaar van de Publieksprijs de Gerritshoeve / Kastan van Ontwerper Architectenbureau Gijs de Waal. (Winnaars Arie Keppler Prijs 2024 - Architectuur.nl) Ik heb vaak en veel moeten uitleggen waarom juist in deze ruimte vragende polder opnieuw een aanslag wordt gedaan op vruchtbare agrarische grond. *)
De aanleiding van mijn reactie is een fout in de oppervlakte maat van de Piekberging, 16 ha. moet 67 ha. zijn. Aansluitend heb ik nog een verzoek om met een link ook de informatie over de Piekberging zelf te ontsluiten: https://www.rijnland.net/actueel/nieuwsoverzicht/piekberging-haarlemmermeer-wint-arie-keppler-prijs-2024/
https://www.rijnland.net/wat-doet-rijnland/in-uw-buurt/piekberging-haarlemmermeer/ 
https://www.rijnland.net/wat-doet-rijnland/in-uw-buurt/piekberging-haarlemmermeer/veel-gestelde-vragen-piekberging-haarlemmermeer/ *)
En de lozingen van de waterschappen zelf? Heeft al iemand een idee wat daar aan te doen is?
Interessante innnovatie.
Wat ik me nu afvraag met die sluitdeuren: ze moeten een faalkans hebben van iets van 10^-4 per jaar, mogelijk nog een factor 10 lager.
Hoeveel kogels heeft men laten vallen (op verschillende plaatsen) om te concluderen dat de faalkans als gevolg van een impact (25 kg bal van 22 meter hoogte lijkt me inderdaad een aardige klap geven) op een voldoende laag niveau zit?
Natuurlijk is een gat op één plek niet direct einde levensduur van deur, maar hij zal iig niet mogen bezwijken.