secundair logo knw 1

Het Nederlands Normalisatie-Instituut (NEN) gaat een praktijkrichtlijn voor bodemvochtmetingen opstellen. Dat gebeurt in opdracht van kenniscentrum STOWA. Voor het vaststellen van het vochtgehalte in de bodem bestaan nog geen doorontwikkelde methodes.

Meten van bodemvocht is voor de waterschappen nog relatief nieuw en bestaande documentatie hiervoor, zoals richtlijnen of normen, zijn beperkt beschikbaar. De nieuwe Nederlandse praktijkrichtlijn (NPR) moet daar verandering in brengen en waterbeheerders helpen om beter inzicht te krijgen in de watervoorraad in de bodem. Daar is sinds de afgelopen droge jaren behoefte aan. 

Bij het optimaliseren van het waterbeheer gaat het om vasthouden van water, verminderde uitspoeling van meststoffen en betere operationele verwachtingen van wateroverlast. Om vochtgehalte in de bodem vast te stellen wordt met name gekeken naar het bodemvochtgehalte in de zogenoemde onverzadigde zone, het gedeelte van de bodem boven het grondwaterpeil.

De NPR zal aanbevelingen bevatten voor het verkrijgen van betrouwbare meetreeksen van bodemvochtmetingen. Daarbij komen verschillende onderwerpen aan de orde zoals toepassingsgebieden, meetmethoden, benodigde instrumenten, selectie van de meetlocatie en de wijze van databeheer en -verwerking. Uiteindelijk beoogt de praktijkrichtlijn bij te dragen aan een gedeelde kennis ten aanzien van bodemvochtmetingen en het opzetten van correct functionerende bodemvochtmeetnetten.

De NPR wordt ontwikkeld door een werkgroep, vallend onder de NEN-normsubcommissie voor Hydrometrie. Aanvullend onderzoek ten behoeve van het opstellen van de NPR wordt gefinancierd door STOWA. Experts die betrokken willen zijn bij de ontwikkeling van de praktijkrichtlijn, kunnen zich bij NEN of STOWA melden.

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

@P.C. de RuiterOppervlakte is aangepast in 67 hectare.
Geachte Redactie, Dank voor uw bijdrage voor de uitreiking van de Keppler-prijzen. Afkomstig van een agrarisch akkerbouwbedrijf in het zuiden van de Haarlemmermeerpolder en betrokken vanaf het allereerste begin, de oplevering en dan nu een prijs als beloning. (Raadswerk Haarlemmermeer en fractie-ondersteuning Bestuur Rijnland)
Bovendien nog een tweede prijs in Hoofddorp, de Winnaar van de Publieksprijs de Gerritshoeve / Kastan van Ontwerper Architectenbureau Gijs de Waal. (Winnaars Arie Keppler Prijs 2024 - Architectuur.nl) Ik heb vaak en veel moeten uitleggen waarom juist in deze ruimte vragende polder opnieuw een aanslag wordt gedaan op vruchtbare agrarische grond. *)
De aanleiding van mijn reactie is een fout in de oppervlakte maat van de Piekberging, 16 ha. moet 67 ha. zijn. Aansluitend heb ik nog een verzoek om met een link ook de informatie over de Piekberging zelf te ontsluiten: https://www.rijnland.net/actueel/nieuwsoverzicht/piekberging-haarlemmermeer-wint-arie-keppler-prijs-2024/
https://www.rijnland.net/wat-doet-rijnland/in-uw-buurt/piekberging-haarlemmermeer/ 
https://www.rijnland.net/wat-doet-rijnland/in-uw-buurt/piekberging-haarlemmermeer/veel-gestelde-vragen-piekberging-haarlemmermeer/ *)
En de lozingen van de waterschappen zelf? Heeft al iemand een idee wat daar aan te doen is?
Interessante innnovatie.
Wat ik me nu afvraag met die sluitdeuren: ze moeten een faalkans hebben van iets van 10^-4 per jaar, mogelijk nog een factor 10 lager.
Hoeveel kogels heeft men laten vallen (op verschillende plaatsen) om te concluderen dat de faalkans als gevolg van een impact (25 kg bal van 22 meter hoogte lijkt me inderdaad een aardige klap geven) op een voldoende laag niveau zit?
Natuurlijk is een gat op één plek niet direct einde levensduur van deur, maar hij zal iig niet mogen bezwijken.