secundair logo knw 1

Door slim gebruik te maken van bestaande commerciële vergunningen voor zandwinning in het Markermeer, wil Natuurmonumenten het natuurgebied Marker Wadden uitbreiden met 1.000 hectare.

Natuurmonumenten heeft bekend gemaakt dat er een onderzoek wordt gestart naar vergroting van de Marker Wadden, een opgespoten natuur-archipel in het Markermeer. De huidige eilandjes hebben last van afslag en erosie. Bij de hoge waterstanden en stormen van afgelopen winter is flink wat zand van de eilandengroep afgeknabbeld.

Natuurmomenten wil graag een ondiepe vooroever laten aanleggen, zodat de eilandengroep beter bestand is tegen zware golfslag. Daarnaast moeten er nieuwe eilandjes worden opgespoten. Marker Wadden is op dit moment 1.300 hectare groot.

Natuurmonumenten wil samenwerken met het commerciële consortium Markerzand, dat een vergunning heeft voor de winning van 65 miljoen kubieke meter zand uit het Markermeer. Het zand ligt onder een laag slib en klei. Met deze slib en klei kunnen de nieuwe natuureilanden worden gevormd voor Natuurmonumenten. Op die manier kan zandwinning worden gecombineerd met natuurontwikkeling.

Onder de vlag van Markerzand werken de volgende bedrijven samen: Boskalis Nederland, Van Oord, Deme groep en Mineralis. Natuurmonumenten en Markerzand gaan de haalbaarheid van uitbreiding van de Marker Wadden gezamenlijk onderzoeken. Landaanwinning in het IJsselmeergebied is in principe verboden, maar voor nieuwe natuur wordt mogelijk een uitzondering gemaakt, hoopt Natuurmonumenten.

Markerzand moet een vergunning krijgen om hun voorgenomen zandwinning te verplaatsen naar de buurt van de Marker Wadden, zodat de transportkosten van slib en klei zo laag mogelijk blijven. Rijkswaterstaat moet de aanvraag beoordelen.

“Door het slib en kleiachtige materiaal niet af te voeren maar direct toe te passen, kunnen we Marker Wadden verder versterken en uitbreiden. We zien dus kansen om de natuur verder te ontwikkelen door kosten te besparen bij de winning van zand”, aldus Jeroen Dekker van Markerzand.

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
People in conversation:
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.
  • Je reactie is nog niet geplaatst. We checken hem eerst.
    Ruud Kampf · 8 months ago
    Waarom niet gelijk combineren met een algemenere inrichting van het Markermeer om het inlaatwater van het Hoogheemraadschap HHNK te verbeteren, zwevende stof te verwijderen, hiervoor werden rond 1995 al plannen gesmeed. En ook natuurlijk ook om het effect van het door het Mantel gemaal bij Schardam op het Markermeer te neutraliseren. Dan kunnen de Marker Wadden gelijk 10 maal zo groot worden.
(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte mevr. Sien Kok,
alles is onlosmakelijk atomair verbonden binnen relativiteit van tijd/ruimte en eenheid geest stof, telen zonder chemie, inschakelen industrie en prive personen telt allemaal, maar denk ook even aan satellieten met hun negatieve effect op klimaat, 24/7. U geeft oude wetmatigheden een nieuw jasje. Succes, Jan Kalverdijk
Interessant. Hoe staat het met de PFAS-hoeveelheden die bij Chemelot in de Maas worden geloosd, wordt hier wel op gehandhaafd? 
Niet zo vreemd dat van die akker- en weidevogelsoorten de populaties teruglopen . Dat kan je zo hebben als je het vol zet met zonnepanelen en windturbines (birdblenders).
Dit heb ik ook nodig. Wij maken van slootmaaisel, een nieuw product, Wortelbeton, voor waterschap Rijnland. Artificiële Rietzudde, voor KRW- doelen. We hebben nog een toepassing van Wortelbeton en dat is veen maken. Daarmee werken we samen met gem Amsterdam en Waternet/AGV en VIP_NL. 
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.