secundair logo knw 1

In het najaar was de vistrap bij de stuw de Roffelaar in het Valleikanaal helemaal dichtgegroeid. Foto Arcadis

Om vissen ongehinderd doorgang te bieden, zijn de afgelopen decennia bij stuwen, sluizen en gemalen in het hele land al honderden vispassages aangelegd. Maar die werken lang niet allemaal zoals ze zouden moeten werken, blijkt uit onderzoek van Arcadis. 

Van de ruim 180 geïnspecteerde vispassages functioneerde maar liefst 60 procent helemaal niet en nog eens 22 procent niet optimaal. Zo bleken afsluiter geheel of gedeeltelijk gesloten, waren de doorgangen verstopt of was de stroomsnelheid te hoog.

0204 arntzJasper Arntz''Het gaat natuurlijk om een momentopname’’, benadrukt Jasper Arntz van Arcadis, die de inspectie samen met Mark van Heukelum van OAK Consultants uitvoerde. ''Maar duidelijk is wel dat er onvoldoende aandacht is voor beheer en onderhoud. Dat blijkt wel uit de resultaten.’’

Zowel Rijkswaterstaat als de waterschappen hebben de afgelopen decennia flink geïnvesteerd in de aanleg van vispassages in verschillende soorten en maten. Daarmee willen ze voldoen aan de Kaderrichtlijn Water. Inmiddels zijn er in het hele land ruim 1200 vispassages aangelegd; dat moeten er 2600 worden.

Om te testen of de passages effectief zijn, begon Arcadis in 2010 met fuikmetingen. Daaruit bleek volgens Arntz vaak dat fuikmonitoring overbodig was om aan te tonen dat een vispassage niet of nauwelijks werkt.

Met een zelf ontwikkelde methodiek, een zogeheten APK (Arcadis Periodieke Keuring) voor vispassages, is het ingenieursbureau vervolgens de markt op gegaan. Deze methodiek, waarbij de vispassages worden beoordeeld op twintig kritieke punten, verschaft in de meeste gevallen snel een duidelijk beeld. In twijfelgevallen kan alsnog de relatief dure fuikmonitoring worden ingezet, verklaart Arntz.

Begroeiing
Vijf waterschappen gaven Arcadis inmiddels de opdracht voor een APK. ''Dat hebben we de afgelopen drie jaar gedaan, vaak samen met de beheerders. En voor dit jaar staan er nog twee gepland.’’

Bij 36 vispassages was de afsluiter geheel of gedeeltelijk gesloten, terwijl er voldoende water over de stuw ging. Bij 15 vispassages was er sprake van ondoordringbare begroeiing in de passage zelf of in de directe omgeving; 44 vispassages waren volledig verstopt.

Ook met het ontwerp zelf was nogal eens wat mis. Bij 26 vispassages werd een stroomsnelheid gemeten van meer dan 1 meter per seconde, bij 12 vispassages was dat zelfs meer dan 1,5 meter per seconde. De uitstroomopening lag in 19 gevallen te ver weg van de stuw en in 11 gevallen was er sprake van een te lage waterstand. Verder waren er vaak te weinig rustkamers.

Dit alles wil niet zeggen dat de waterschappen dus maar moeten stoppen met het aanleggen van vispassages, stelt Arntz. ''Maar ze moeten wel voldoende aandacht houden voor de passages die zijn gerealiseerd. Als die niet optimaal functioneren, is het weggespoeld geld.’’

Het merendeel van de problemen is vrij eenvoudig op te lossen, concludeert de onderzoeker. ''Afsluiters kunnen worden geopend en overmatige begroeiing kan worden verwijderd. Voor de langere termijn adviseren wij om een degelijk beheer- en onderhoudsplan op te stellen. Inclusief opleiding, want soms ontbreekt het gewoon aan kennis.’’

 

-advertentie-

 

 

Bewustwording
Bij de vier onderzochte waterschappen – Rivierenland, Stichtse Rijnlanden, Vallei en Veluwe en Wetterskip Fryslân – is de bewustwording in elk geval op gang gekomen, zegt Arntz. De afzonderlijke resultaten zijn teruggekoppeld in sessies die tegelijk ook als opleiding fungeerden. Tevens zijn verbeterplannen opgesteld.

Het is geen onwil of desinteresse, zo merkte hij. ''Maar er is gewoon onvoldoende aandacht voor. Je moet voorkomen dat beheerders zomaar wat in de schoot geworpen krijgen. Met een goed plan en voldoende budget kom je een heel eind.’’

Voor Mark van Kruining, beleidsadviseur water bij de Unie van Waterschappen, is het geschetste beeld herkenbaar. De genoemde percentages gaan echter niet overal op, benadrukt hij.

''De effectiviteit van een vispassage is afhankelijk van veel zaken. Kennis van het gebied, de lokale ecologie en de visstand, zoals aanwezig bij het waterschap, is van groot belang om mee te nemen bij het ontwerp, de aanleg en het beheer en onderhoud van een passage. De waterschappen monitoren zelf soms ook, en de uitdaging is inderdaad om maatregelen uit te voeren die de effectiviteit te vergroten. De APK van Arcadis is een mooi middel om daaraan bij te dragen.’’

Seminar
Op 25 november organiseert de World Fish Migration Foundation in Leiden een landelijk seminar over twintig jaar ervaring met vismigraties onder de titel ‘Nederland weer vol met vis'. Hier komen de resultaten van de APK voor vispassages uitgebreid aan bod.

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Ik geloof helemaal niets van dit doem verhaal. Zijn er nu al gebieden in de waddenzee die errst droog kwamen te liggen en nu niet meer? Zijn de oppervlaktes wadden tegen de eilenden en de vaste kustlijnen kleiner bij eb! Ik zie en hoor daar niets van! Wat ik wel hoor is dat de vaargeulen zeer snel verzanden en dat er 24 uur gebaggerd moet worden om te kunnen blijven varen.bwaar komt dat zand vandaan………..precies ! Dat is een continu proces en dat stopt niet door zeespiegel stijging. Dus maak je niet zo druk om de sterke natuur!
Wat een apart artikeltje Emile...  nitraat is niet organisch en liever stop ik wat zuurstof in infiltratiewater wanneer ik organische stoffen wil reduceren dan nitraat, dat immers het giftige nitriet kan vormen... de relatie met verbreding van irrigatiemogelijkheden met de aardappelteelt mort je nog maar eens uitleggen.. is toch iets heel anders? Joost
Hoi Marjolijn, bedankt voor je artikel. Het is duidelijk dat waterbeheer complex en uitdagend is, vooral nu klimaatverandering en hoger verbruik hun tol eisen. Gebieden zoals Zuid-Frankrijk en Catalonië staan niet op zichzelf met strenge restricties voor watergebruik.
Een interessant gegeven is dat 80% van ons drinkwater thuis wordt verbruikt. Daar ligt een enorme uitdaging, maar ook een kans om echt verschil te maken. Door slimmer om te gaan met de distributie van water, kunnen we helpen om het verbruik te verminderen zonder dat we daar veel van merken. Dit zou niet alleen helpen om onze waterbronnen te sparen, maar ook de druk op het systeem tijdens droge perioden verlagen.
Dit gaat verder dan alleen maar korter douchen; het gaat om een bewuste verandering in ons dagelijks leven om ervoor te zorgen dat er genoeg water is voor iedereen. Iemand iets gunnen. Beginnen met het nadenken over de oplossingen menukaart ook met water zoals we dat met energie doen - waar kunnen we besparen, hoe kunnen we efficiënter zijn, en hoe kunnen we ons aanpassen aan nieuwe omstandigheden?
Er is geen eenduidige oplossing voor het probleem, en additionele productie levert ons op langere termijn niets op. Misschien is het tijd om deze uitdaging aan te gaan en te kijken naar hoe we thuis ons watergebruik kunnen optimaliseren. 
Op dit moment (24 april 2024) na maandenlange neerslag is alles weer goedgekomen met hoog grondwater. De natuur hersteld zichzelf! Laat je niet beetnemen.
Afbreekbaarheid moet in de toekomst als eerste beoordelingsparameter voor toelating van stoffen worden ingevoerd. Er ontstaan anders onomkeerbare problemen in de toekomst.