In Duitsland zijn goede ervaringen opgedaan met het drogen van zuiveringsslib in kassen met behulp van restwarmte en zonlicht. Zeven waterschappen en STOWA onderzoeken of de methode ook in ons land een haalbare kaart is.
Deze slibverwerking kan energie en kosten besparen, is gebleken uit een eerder onderzoek van het kenniscentrum STOWA. De techniek werkt, zegt Bonnie Bult, strategisch adviseur afvalwatermanagement bij Wetterskip Fryslân. “Dat is in Duitsland bewezen. Wel zijn er vraagtekens bij de toepasbaarheid in Nederland, want het slib is bij ons anders. Het gaat vooral om het energierendement: hoeveel restwarmte is nodig om slib droog te krijgen? Ook wordt stankoverlast als een mogelijk bezwaar gezien.”
Praktijkproef
De waterschappen Drents Overijsselse Delta, Hunze & Aa’s, Noorderzijlvest, Rijn en IJssel, Vallei en Veluwe, Wetterskip Fryslân en Zuiderzeeland en het kenniscentrum STOWA testen nu gezamenlijk de haalbaarheid. Ook adviesbureaus Brightwork en Tauw zijn erbij betrokken. In een praktijkproef wordt slib van de centrale slibverwerkingsinstallaties van Wetterskip Fryslân in Heerenveen en Waterschap Noorderzijlvest in Garmerwolde te drogen gelegd in de kassen van de Oldenburger Fleischmehlfabrik. “Het gaat om vier charges van elk honderd ton slib”, licht Bult toe. “Uit Garmerwolde komt vergist slib en uit Heerenveen niet-vergist slib, zodat we van beide een beeld krijgen. Wij zijn in oktober begonnen met het vervoer naar Duitsland en de laatste charge ligt er nu.”
Het slib wordt op de vloer van de kassen uitgespreid en volautomatisch omgewoeld met een elektrisch karretje dat in Duitsland ‘Elektrische Schwein’ heet. Bult: “Het slib wordt dan een week lang gedroogd met behulp van restwarmte met een temperatuur tussen de 70 en 90 graden. In Oldenburg komt de restwarmte van een kadaver-verwerkend bedrijf, maar het kan bijvoorbeeld ook gaan om een afval- of energiecentrale. In de zomermaanden is het mogelijk om slib deels met zonne-energie te drogen. Het gedroogde slib wordt gebruikt als brandstof in een Duitse energiecentrale.”
Duurzame methode
Deze vorm van slibverwerking heeft volgens Bult meerdere voordelen. “De methode is duurzaam omdat laagwaardige restwarmte wordt gebruikt. Verder is het systeem eigenlijk heel eenvoudig. Er is maar één persoon voor de bediening nodig.” Is het ook goedkoper? “Dat hangt sterk af van wat restwarmte van derden kost. Vraagt de leverancier hiervoor een stevige prijs, dan is de methode niet rendabel. Waterschap Rijn en IJssel heeft een tender uitgezet om erachter te komen wat leveranciers voor restwarmte vragen.”
Het rapport over de proef wordt begin volgend jaar verwacht. Bult heeft vertrouwen in de resultaten. Stankoverlast is alvast geen bezwaar. “De geur in de kassen valt erg mee. Je kunt er gewoon doorheen lopen.”
Lees meer over de praktijktest
De vraag is of dat dan komt door alleen de waterkwaliteit of dat het komt omdat we, bijvoorbeeld, gewoon gruwelijk dicht bevolkt zijn en ik al heel wat weilanden en dergelijke omgezet heb zien worden in woningen.
Mijn idee is overigens niet om te infiltreren in bestaande vennen - dat zou inderdaad de ecologie van die vennen veranderen – maar in aangelegde plassen (met een oppervlak minder dan 0,1 procent van de Veluwe). Die vallen droog, enkele dagen nadat infiltratie stopt. Infiltratieplassen hebben landschappelijk gezien wellicht wat waarde (als je saai naaldbos daarvoor kapt), aangaande natuur is die inderdaad beperkt.
Zeg 10 jaar geleden al waarschuwde ik dat we in 2027 in Nederland nooit de KRW doelen gaan halen. Ik betreur het ten zeerste dat ik gelijk ga krijgen. Ik voorspel nu dat we in 2030 met de mond vol tanden staan als Brussel ons vraagt wat onze plannen/maatregelen zijn om de Veluwe natuur en biodiversiteit te herstellen. Zonder fors ingrijpen in de waterbalans van het Veluwemassief gaan we verdroging echt niet bestrijden en zullen beken en sprengen niet structureel meer water voeren. Dat geef ik je op een briefje.