secundair logo knw 1

De verwachte verzilting van het Nederlandse grondwater bij een stijgende zeespiegel heeft serieuze consequenties voor de zoetwatervoorziening. Sloten doorspoelen met zoet water in dezelfde mate als nu zal waarschijnlijk lastig worden, concludeert Deltares in een onderzoek in opdracht van Rijkswaterstaat.

Het onderzoek maakt deel uit van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging, dat duidelijk moet maken of de verschillende voorkeursstrategieën in het Deltaprogramma houdbaar zijn in het licht van klimaatverandering en versnelde zeespiegelstijging.

Deltares dook in de grondwaterverzilting met behulp van het LHM zoet-zout, een rekenmodel voor zoet en zout grondwater. Daarmee is gekeken wat de verzilting van het Nederlandse grondwatersysteem waar, in welke mate en wanneer betekent voor de watervraag om sloten en kanalen zoet te houden.

Joost Delsman vk Joost DelsmanDat die verzilting consequenties zal hebben, is niet nieuw, zegt onderzoeker Joost Delsman van Deltares. Wel laat dit onderzoek volgens hem voor het eerst zien hoe erg het wordt. "En dat is erger dan gedacht."

Kweldruk
"In de Nederlandse kustprovincies is het grondwater al op geringe diepte brak tot zout", aldus de grondwaterspecialist. "Dit levert problemen op als we dat water willen gebruiken voor de drinkwaterproductie, voor de industrie of voor de landbouw. We spoelen de sloten voor de landbouw al sinds jaar en dag door en dat vergt veel zoet water. Het is de vraag of dit in de toekomst nog in deze mate lukt."

Door de zeespiegelstijging neemt de kweldruk op het grondwatersysteem toe, legt hij uit. De effecten hiervan zullen tot maximaal 10 tot 20 kilometer uit de kust merkbaar zijn. Er stroomt meer en dieper grondwater naar de oppervlakte, waardoor de verzilting van het oppervlaktewater toeneemt.

"Bij 1 meter zeespiegelstijging neemt de zoutvracht naar het oppervlaktewater met de helft toe, bij 3 meter zeespiegelstijging is deze toename zelfs meer dan verdrievoudigd."

Bollenstreek
Als we de sloten dan nog net zo zoet willen spoelen als we nu doen, is daarvoor veel meer zoet water nodig. Dat betekent volgens de onderzoekers dat de huidige praktijk bij een sterke zeespiegelstijging (meer dan 1 meter) niet overal meer houdbaar zal zijn. In het rapport worden de Bollenstreek, de Kop van Noord-Holland en het Zeeuwse eiland Tholen genoemd.

"En ook de gebieden die hier momenteel nog geen last van hebben, krijgen dan te maken met verzilting", waarschuwt Delsman. "De toenemende grondwaterverzilting heeft impact op heel Laag Nederland." 

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte mevr. Sien Kok,
alles is onlosmakelijk atomair verbonden binnen relativiteit van tijd/ruimte en eenheid geest stof, telen zonder chemie, inschakelen industrie en prive personen telt allemaal, maar denk ook even aan satellieten met hun negatieve effect op klimaat, 24/7. U geeft oude wetmatigheden een nieuw jasje. Succes, Jan Kalverdijk
Interessant. Hoe staat het met de PFAS-hoeveelheden die bij Chemelot in de Maas worden geloosd, wordt hier wel op gehandhaafd? 
Niet zo vreemd dat van die akker- en weidevogelsoorten de populaties teruglopen . Dat kan je zo hebben als je het vol zet met zonnepanelen en windturbines (birdblenders).
Dit heb ik ook nodig. Wij maken van slootmaaisel, een nieuw product, Wortelbeton, voor waterschap Rijnland. Artificiële Rietzudde, voor KRW- doelen. We hebben nog een toepassing van Wortelbeton en dat is veen maken. Daarmee werken we samen met gem Amsterdam en Waternet/AGV en VIP_NL. 
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.