secundair logo knw 1

Als er niets gebeurt, dalen de veenweidegebieden met gemiddeld nog zo’n 34 centimeter tot 2050 I foto: Hardscarf / Wikimedia Commons

Het is de hoogste tijd voor een Deltaplan voor de veengebieden en een veencommissaris die de kar trekt, vinden D66 en GroenLinks. De politieke partijen pleiten voor verhoging van het grondwaterpeil om de uitstoot van CO2 uit veen tegen te gaan.

De Tweede Kamerleden Laura Bromet (GroenLinks) en Tjeerd de Groot (D66) overhandigden vanmiddag de gezamenlijke initiatiefnota Veen red je niet alleen aan de ministers Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) en Carola Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Ook boden ze een initiatiefnota over klimaatadaptatie aan, waarin de veenproblematiek een belangrijk thema is.

Volgens D66 en GroenLinks die bij de waterschapsverkiezingen vertegenwoordigd zijn in de partij Water Natuurlijk, zijn een meer toekomstbestendig gebruik en beheer van veen hard nodig. De afgelopen 35 jaar is de totale oppervlakte veengrond met 20 procent afgenomen. Zonder maatregelen blijft er op den duur weinig veen over in Nederland en dalen de veengebieden met gemiddeld nog zo’n 34 centimeter tot 2050, aldus de twee partijen.

Waterpeilen kunstmatig laag
D66 en GroenLinks noemen het verhogen van het grondwaterpeil en plaatselijke extensivering van de landbouw - minder vee per hectare - van essentieel belang om de veenweidegebieden te redden. Zij vinden dat de waterpeilen kunstmatig laag worden gehouden, met name in Friesland en het Groene Hart tussen de grote steden. Veen wordt als de grote verborgen vervuiler betiteld. Omdat het veen bij drooglegging oxideert, komt er 7 megaton CO2 vrij op jaarbasis. Dat is bijna 4 procent van de totale Nederlandse CO2-uitstoot.

De partijen wijzen erop dat door de bodemdaling het maaiveld steeds dichter op het waterpeil komt. Daarom stellen waterschappen de waterpeilen ongeveer eens in de tien jaar naar beneden bij om de landbouw te beschermen. D66 en GroenLinks pleiten ervoor om dit mechanisme te doorbreken. Zij willen dat het uitgangspunt van ‘peilfixatie, tenzij’ wordt gehanteerd. Hierdoor wordt het waterpeil verhoogd en daalt de CO2-uitstoot. Weidevogels als de bedreigde grutto profiteren van hoge grondwaterstanden.

Deltaplan Veen
De eerste stap moet zijn dat de regering kerende grondbewerking - vooral gebruikt voor het verbouwen van mais op veenbodem - met ingang van 2020 verbiedt. Want dit proces zorgt voor nog snellere veenafbraak. De partijen zijn ook voorstander van experimenten met het actief vernatten van veengebieden en met natte teelten.

De partijen erkennen dat praktisch alle maatregelen om veenbodemdaling tegen te gaan leiden tot inkomstenverlies voor boeren. Zij vinden het van essentieel belang dat de regering zorgt voor een goed financieringssysteem om agrarische ondernemers te stimuleren over te stappen op een geëxtensiveerde vorm van landbouw. Hierin zouden boeren betaald worden voor de opslag van CO2 als zij hun waterpeil omhoog zetten.

D66 en GroenLinks vinden dat de regering het voortouw moeten nemen. Er moet een Deltaplan Veen komen, dat wordt opgesteld in samenwerking met de agrarische sector, natuur- en milieuorganisaties, kennisinstellingen en decentrale overheden. Een veencommissie met aan het hoofd een veencommissaris formuleert het plan. De veencommissaris is ook eindverantwoordelijk voor de uitvoering van het plan. De commissaris weegt de belangen tussen gemeenten, provincies en waterschappen af en maakt op basis daarvan een evenwichtige taakverdeling.

Andere voorstellen
In de initiatiefnota voor klimaatadaptatie doen de partijen nog verschillende andere voorstellen. Zo wordt onder meer voorgesteld om kustbeschermingsgebieden landinwaarts uit te breiden en zeewaartse verbreding van zulke gebieden te ondersteunen. Ook wordt gepleit voor het loskoppelen van hemelwaterafvoeren van de riolering en het verplicht maken van grijswaterafvoer.

D66 en GroenLinks vinden dat bij ‘meer ruimte voor rivieren’ samen moet worden gewerkt met de natuur: herintroduceer in het Deltaplan en hoogwaterbeschermingsprogramma de dubbele doelstelling van ‘waterveiligheid’ en ‘omgevingskwaliteit’. Tevens is er in de nota aandacht voor een toekomstbestendig drinkwaterbeleid. Enkele voorgestelde maatregelen zijn: stel een landelijke verdringingsreeks op voor grondwater, win drinkwater uit oppervlaktewater, maak grootschalig hergebruik van afvalwater mogelijk en creëer waterbuffers om verzilting van West-Nederland tegen te gaan.

 

MEER INFORMATIE
Bericht D66 en GroenLinks
Initiatiefnota Veen red je niet alleen
Initiatiefnota klimaatadaptatie
Veen oxideert, binnenstad verzakt, koe verdwijnt

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte mevr. Sien Kok,
alles is onlosmakelijk atomair verbonden binnen relativiteit van tijd/ruimte en eenheid geest stof, telen zonder chemie, inschakelen industrie en prive personen telt allemaal, maar denk ook even aan satellieten met hun negatieve effect op klimaat, 24/7. U geeft oude wetmatigheden een nieuw jasje. Succes, Jan Kalverdijk
Interessant. Hoe staat het met de PFAS-hoeveelheden die bij Chemelot in de Maas worden geloosd, wordt hier wel op gehandhaafd? 
Niet zo vreemd dat van die akker- en weidevogelsoorten de populaties teruglopen . Dat kan je zo hebben als je het vol zet met zonnepanelen en windturbines (birdblenders).
Dit heb ik ook nodig. Wij maken van slootmaaisel, een nieuw product, Wortelbeton, voor waterschap Rijnland. Artificiële Rietzudde, voor KRW- doelen. We hebben nog een toepassing van Wortelbeton en dat is veen maken. Daarmee werken we samen met gem Amsterdam en Waternet/AGV en VIP_NL. 
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.