Frisdrankenproducent Refresco mag jaarlijks maximaal 750.000 m³ grondwater winnen uit diepe en ondiepe bronnen. Dat heeft de Raad van State bepaald. De hoogste bestuursrechter zet daarmee een streep door het vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, die eind 2020 de door de provincie Noord-Brabant verleende vergunning vernietigde.

Refresco mag nu jaarlijks 750.000 m3 grondwater winnen, waarvan 633.000 m3 ondiep (op 30 tot 58 meter diepte) en 117.000 m3 diep (op 174 tot 216 meter diepte). Het internationale concern gebruikt het grondwater voor de productie van dranken en verpakt water op de productielocatie in Maarheeze. Refresco is producent van frisdranken, water, vruchtensappen en energiedranken en realiseerde vorig jaar een omzet van €4,2 miljard. Voor de vestiging in Maarheeze is de winning van meer grondwater essentieel om aan de stijgende vraag naar frisdranken te kunnen voldoen, aldus het bedrijf.

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant verleende 1 april 2019 een nieuwe vergunning aan Refresco voor het onttrekken en injecteren van grondwater. De vergunde 750.000 m3 per jaar was meer dan de oude vergunning (500.000 m3). Stichting Brabantse Milieufederatie, Stichting, Dorpsraad Maarheeze en Vereniging Duurzaam en Groen waren het daar niet mee eens en stapten naar de rechtbank in Den Bosch.

Zorgen
De bezwaarmakers maken zich zorgen over de gevolgen van de grondwaterwinning voor de beschermde natuurgebieden in de omgeving. Volgens hen kan een daling van het grondwaterpeil ernstige gevolgen hebben voor de natuur in droge periodes. Verder vrezen ze milieuschade, omdat de grondwaterwinning een verdere verspreiding van bodemverontreiniging zal veroorzaken.

De rechter in Den Bosch vernietigde de vergunning. Het verweer van de provincie dat de extra onttrekking van Refresco nog ruimschoots valt beneden de maximale onttrekking van 250 miljoen m3 waaraan de provincie vergunningaanvragen toetst, vond geen weerklank bij de rechtbank. Zij baseerde haar vonnis op het standpunt dat de vergunde ruimte moet zijn teruggedrongen tot de onttrekkingsplafond van 250 miljoen m3 per jaar, alvorens er aan Refresco een vergunning mocht worden verleend. De provincie betoogde dat er weliswaar meer vergund is (300 miljoen m3), maar dat er jaarlijks feitelijk slechts 220 miljoen m3 grondwater onttrokken wordt. Er was dus nog ruimte voor Refresco, aldus de provincie. Eerst maar eens de wel vergunde maar niet gebruikte onttrekkingsrechten intrekken, zei de rechter.

In haar afwegingen liet de rechtbank de zorgen die bij drinkwaterproducenten bestaan over de beschikbaarheid en kwaliteit van het grondwater in Brabant meewegen, maar stelde bovenal vast dat niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld dat ‘de vergunde ruimte voor onttrekking niet gebruikt zal worden’. ”Dat dat in het verleden niet is gebeurd, ziet de rechtbank niet als voldoende garantie voor de toekomst”, aldus het vonnis.

Raad van State
De afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State kijkt er anders naar, zo blijkt uit de uitspraak in het beroep dat Refresco aantekende tegen de uitspraak van de rechter in Den Bosch. De afdeling bestuursrechtspraak komt tot de conclusie dat de provincie de vergunning mocht verstrekken op basis van het oude beleid dat van kracht was toen Refresco de vergunning aanvroeg.

Het nieuwe grondwaterbeleid ging op 7 september 2018 in. De provincie hield bij het vaststellen van de nieuwe beleidsregel geen rekening met de al lopende aanvraag van Refresco. Dit terwijl de frisdrankenproducent al door de gedeputeerde was voorgespiegeld dat de aangevraagde ondiepe winning op basis van het toen geldende beleid ‘vergunbaar’ was. Het verzuim om een voorziening te treffen in de nieuwe beleidsregel, repareerde de provincie een jaar later door de vergunning als 'bijzondere omstandigheid' alsnog te verstrekken, met als argument dat met de feitelijke winning door Refresco de onttrekkingsgrens van 250 miljoen m3 niet zou worden overschreden.

De Raad van State keurt deze handelswijze goed met als argument dat toetsing aan de nieuwe beleidsregel 'onevenredig zou zijn in verhouding tot de daarmee te dienen doelen'. Daarbij noemt de bestuursrechter 'het commerciële belang van Refresco' dat de levensvatbaarheid van de vestiging in Maarheeze onder druk zou komen te staan, als het bedrijf niet meer grondwater mag winnen voor de productie en verpakking van frisdranken.

 

MEER INFORMATIE
Uitspraak Raad van State

LEES OOK
Rechter tikt Noord-Brabant op de vingers over grondwaterbeleid

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...