Foto Waterschap Rijn en IJssel

Om het watersysteem droogtebestendig te maken helpen ad-hoc-ingrepen niet, de effecten daarvan zijn beperkt. Er moeten structurele maatregelen komen. Dit vraagt om een ‘delta-aanpak’ met een ‘gezaghebbende regisseur’ die de benodigde aanpak van het bodem- en watersysteem nationaal en internationaal aanstuurt.

Dat stellen de adviesbureaus en kennisinstellingen KnowH2O, KWR, Deltares, Wageningen Universiteit, FWE en HSS na een breed opgezet onderzoek naar de droogte in 2018 en 2019. Conclusie van het door provincies en waterschappen geinitieerde onderzoek ‘Droogte in de zandgebieden van Nederland’: het watersysteem is erg kwetsbaar voor droogte, omdat deze sterk is aangetast door intensieve ontwatering voor de landbouw en grondwateronttrekkingen voor drinkwater, industrie en beregening.

Maar ook maakt het onderzoeksrapport duidelijk dat er met de registratie en beheer van data uit metingen en toezicht op onttrekkingen veel mis is. In reactie daarop is binnen het kader van het onderzoek een droogteportaal opgezet met meetgegevens uit het veld (zie kader).

Tekort aan neerslag
In de onderzoekjaren 2018 en 2019 beïnvloedde de droogte het gehele watersysteem: de bodem werd droger, de grondwaterstand daalde en in beken stond veel minder water.
“Het tekort aan neerslag leidde samen met een hoge verdampingsvraag tot droogte in bodemvocht, grondwater en beekafvoer, met droogval van beken tot gevolg”, aldus het rapport. 

Deze hydrologische effecten werden versterkt doordat meer water werd onttrokken voor de drinkwatervoorziening en de landbouw. “De onttrekkingen voor drinkwater waren in 2018 op jaarbasis 5 procent groter en in de zomermaanden 30 procent groter. De onttrekkingen voor de watervoorziening van de landbouw waren in 2018 in de zomermaanden 2 tot 3 keer groter dan in de periode 2003 t/m 2017.”

Nauwelijks effect
De droogte in 2018 duurde langer dan in 2019. Bovendien ijlden de hydrologische effecten van de droogte in 2018, via diepe watervoerende pakketten, veelal na in 2019. Het neerslagoverschot in de natte wintermaanden werd onvoldoende vastgehouden als buffer.

De ad-hoc maatregelen die provincies en waterschappen namen om droogteschade in de jaren 2018 en 2019 te voorkomen sorteerden nauwelijks effect. Ze werden genomen op het moment dat Nederland al in een hydrologische droogtetoestand verkeerde, aldus de onderzoekers. “Een verdere toename van de droogte is hiermee misschien vertraagd, maar men was te laat om nog water vast te houden in de bodem." 

Gewassen
In de land- en tuinbouw leden gewassen in het zandgebied schade; de zogeheten droge-stofopbrengst was laag. Ondernemers maakten bovendien extra kosten door het vele beregenen. Maar uiteindelijk voelden de boeren op de akkerbouw- en melkveebedrijven in het zandgebied het niet in de portemonnee, want de marktprijzen van hun producten waren gunstig die jaren; de jaarinkomens bleven gelijk of waren zelfs iets beter dan in andere – minder droge – jaren.

Hoewel de toestand van de natuur in Nederland slecht wordt gemonitord en er rekening moet worden gehouden met naijleffecten van de droogte, wordt in de studie op basis van een enquête onder natuurbeheerders vastgesteld dat in de natuur grote schade is opgetreden in de twee droge jaren. “Vooral beken, venen en bronnen leden schade, evenals natuurtypen die kenmerkend zijn voor natte en vochtige, voedselarme standplaatsen.” Een deel van de terreinbeheerders verwacht dat het herstel ten minste vijf jaar kan duren. “Mits we jaren krijgen met een ‘normaal’ neerslagpatroon.”

Robuust watervoorraadbeheer
In hun rapport stellen de onderzoekers toe te willen werken naar een watersysteem dat geschikt is voor voldoende afvoer van water en tegelijk beheerders en landeigenaren in staat stelt water vast te houden om de grondwatervoorraad aan te vullen. “Dat betekent dat we in sommige gebieden vernatting moeten accepteren. Dit levert een wezenlijke bijdrage aan een toekomst met robuust watervoorraadbeheer, waarbij we voldoende hoge grondwaterstanden kunnen behouden.”

De mogelijkheden om tijdens een droogte effectief in te grijpen zijn beperkt, alleen met structurele maatregelen kunnen de effecten van droogte voor een langere periode worden ondervangen, schrijven de onderzoekers. “Deze maatregelen vragen wel om een investering in alle onderdelen van het bodem- en watersysteem, ook in de haarvaten.”

In het rapport worden zes oplossingsrichtingen genoemd:

  • Ontwatering drastisch beperken
  • Minder grondwater onttrekken, vooral in gebieden die gevoelig zijn voor droogteschade
  • Meer grondwater aanvullen
  • Platteland herinrichten (functies en landgebruik) 
  • Transities combineren (water - landbouw) 
  • Daadkrachtig bestuur en beheer 

Nauw samenwerken
De laatste is een appèl aan de overheden, er moet intensief worden samengewerkt om het watersysteem droogtebestendig te maken, aldus de onderzoekers. “Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en dat van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit moeten nauw met elkaar optrekken. Provincies in het zandgebied dienen gezamenlijk het voortouw te nemen als het gaat om strategisch en operationeel grondwaterbeheer. Provincies en waterschappen moeten nauw samenwerken op het vlak van watergebruik, beheer en de inrichting van het bodem- en watersysteem.”

Maar om tot de gewenste aanpak ‘tot in de haarvaten van het watersysteem' te komen, zullen met name landeigenaren een belangrijk rol moeten spelen; zij beheren meer dan 2 miljoen hectare land. “Het waterschap kan via het beheer van de eigen watergangen (o.a. via peilbeheer, inlaatbeheer en maaibeheer) dus maar een beperkte invloed uitoefenen.”

Rijk, provincies, waterschappen én landeigenaren dienen de handen ineen te slaan, aldus de onderzoekers, met voor elke partij een duidelijke verantwoordelijkheid, én met een gezaghebbende regisseur die 'het overzicht heeft en behoudt'.


VAN BEPERKTE REGISTRATIE TOT ONTOEREIKEND TOEZICHT

Om te komen tot een betere registratie en beschikbaarheid van data is er binnen het onderzoeksproject een droogteportaal opgezet. Het driejarige onderzoek heeft namelijk duidelijk gemaakt dat er veel mis is met registratie en beheer van data uit metingen. Genomen maatregelen worden niet bijgehouden, registraties zijn niet up-to-date of zijn niet beschikbaar, toezicht is ontoereikend. 

In het rapport worden veel tekortkomingen gesignaleerd. Een bloemlezing:

- De onderzoekers hebben bij het uitvoeren van analyses voor dit project last (gehad) van een tekort aan goede en bruikbare veldinformatie om de droogte te duiden. “Er zijn diverse informatie- en dataportalen op basis van online sensoren in het veld. Deze bevatten zelden informatie over het bodemvocht in de wortelzone. Daarnaast variëren de portalen in de manier waarop meetdata worden geduid."

- Genomen maatregelen tijdens de droogte zijn nauwelijks geregistreerd en ook de registratie van beoogde effecten van maatregelen was zeer beperkt.

- Het Landelijk Grondwater Register (LGR) is niet compleet en up-to-date. “Waterschappen hebben bovendien niet altijd voldoende zicht en grip op meldings- of vergunningsplichtige onttrekkingen.”

- In natuurgebieden zijn herstelmaatregelen uitgevoerd door o.a. terreinbeheerders en provincies. De registratie wat er waar en wanneer betreffende deze maatregelen is uitgevoerd is vaak onvolledig en niet op orde. Daarmee is de interpretatie van een effectmonitoring en evaluatie achteraf vaak moeilijk uit te voeren.

- In de praktijk blijkt dat betrouwbare langjarige meetreeksen voor een periode van 30 jaar voor grondwaterstanden of stijghoogten en afvoeren nauwelijks beschikbaar zijn in Nederland. "Ook betrouwbare langjarige metingen van debieten van beken zijn zeer beperkt beschikbaar."

- Het beleid aangaande onttrekkingen van grond- en oppervlaktewater verschilt per waterschap en per provincie. Sommige waterschappen hebben geen informatie over de hoeveelheid grondwater die voor beregening wordt onttrokken en hebben geen registratieplicht. Andere waterschappen zijn nog bezig om hun informatie te verwerken.

Hoewel veel organisaties overstappen op real-time monitoren van grondwaterstanden en afvoeren, zijn bijv. veel grondwaterstanden pas later, i.c. 3 of 6 maanden na de meting, beschikbaar binnen portalen als DINO-loket.

- De registratie van onttrekking van water (taak van provincies en waterschappen) voor beregening is 'een ondergeschoven kindje': ze is niet up-to-date. “Daarnaast gaat de melding en/of vergunning uit van watervolumes op jaarbasis, terwijl de feitelijke onttrekkingen tijdens droge perioden (weken tot maanden per jaar) plaatsvinden, juist op het moment dat grondwaterstanden en stijghoogten toch al dalen.”

- Exacte metingen van zowel gewasopbrengsten als beregeningsgiften zijn niet beschikbaar. "Metingen van beregeningshoeveelheden zijn dus onvolledig, hetgeen een accurate analyse verhindert."

- De toestand van de natuur in Nederland wordt slecht gemonitord. "Het ontbreekt aan voldoende steekproeven in de vegetatie waar de samenstelling aan plantensoorten regelmatig over een lange reeks van jaren wordt genoteerd, dus aan ‘Permanente Kwadraten’ (PQ’s)."


Het rapport is het resultaat van een groot driejarig onderzoek naar de droogte in 2018 en 2019 en werd vorige week aangeboden aan demissionair minister Barbara Visser. Op 10 maart 2022 wordt tijdens een symposium het onderzoek en de aanbevelingen besproken. Opdrachtgevers zijn de provincie Noord-Brabant (trekker), Gelderland, Limburg, Utrecht, Overijssel, Drenthe; de waterschappen Limburg, Aa en Maas, De Dommel, Brabantse Delta, Vallei en Veluwe, Rijn en IJssel, Vechtstromen, Drents Overijsselse Delta; Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer; ministerie van LNV

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...