secundair logo knw 1

  • Colors: Blue Color

Voor 1900 was de Overijsselse Vecht een meanderende rivier. Over het planten- en dierenleven in de toenmalige rivier is weinig bekend. Na 1900 is hij rechtgetrokken, beschoeid en gestuwd, en het stroomgebied is grotendeels in cultuur gebracht. Om tot een reëel streefbeeld voor de Vecht te komen, onderzocht Waterschap Velt en Vecht oude rivierbodems uit de periode 1500-1900. Om te beginnen is er nu een analyse van de aangetroffen macrofauna. De zuurstoftoestand van de Vecht lijkt vergelijkbaar met de huidige, de stroomsnelheid was veel hoger. Zes aangetroffen waterinsecten zijn inmiddels uitgestorven of uiterst zeldzaam.

Brabant Water heeft een visie ontwikkeld op het ‘tertiaire net van de toekomst’, het TNT. Het TNT maakt gebruik van ingebouwde sensoring, is duurzaam, wordt zo klein mogelijk gedimensioneerd en wordt op 60 cm diep aan weerszijden van de straat gelegd. Aansluitingen worden via het principe van Gardena®-koppelingen gemaakt. KWR heeft een aantal aspecten van het TNT-concept getoetst op haalbaarheid. Dit artikel gaat voornamelijk in op de consequenties van minimale dimensionering van het leidingnet en een andere diepteligging.

In het project Delft Blue Water wordt sinds april 2010 pilotonderzoek gedaan naar de mogelijkheden van levering van water voor ruimtelijke inrichting en de glastuinbouw. Twee zuiveringstechnieken, de ‘static bed bioreactor’ (SBBR) en de continue zand filtratie (CZF), worden in dit onderzoek op praktijkschaal met elkaar vergeleken. Geen van de beide technieken kan stikstof tot de gewenste concentratie verwijderen, maar de SBBR presteert het best.

Sinds de winning van schaliegas in Nederland ter sprake is gekomen, heeft dit tot veel discussie geleid. Eén van de redenen hiervoor is dat er mogelijk negatieve effecten op het grond- en oppervlaktewater optreden. In dit artikel beschrijven we hoe schaliegaswinning de kwaliteit van het oppervlaktewater kan beïnvloeden en tot welke problemen dit kan leiden voor aquatische organismen. Het geproduceerde afvalwater en het waterverbruik zijn de belangrijkste aandachtspunten, omdat deze kunnen leiden tot verzilting, vergiftiging en verdroging.

Bij hun dagelijkse werkzaamheden treffen vissers en medewerkers van waterschappen, zoals onderhoudsmedewerkers en muskusrattenbeheerders, regelmatig levende bijvangsten aan in hun vang- en vistuigen. Wat mag en kan eigenlijk met deze bijvangsten? Is dit verschillend voor inheemse en uitheemse dieren? En voor gewervelden en ongewervelden? Met dit artikel lichten we de praktische implicaties van de juridische kaders toe.

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Afbreekbaarheid moet in de toekomst als eerste beoordelingsparameter voor toelating van stoffen worden ingevoerd. Er ontstaan anders onomkeerbare problemen in de toekomst.
In aanvulling hierop: Wij hebben voor terrein- en rivierbeheerders (VNBE) nog meer maatregelen in kaart gebracht om deze problemen te mitigeren (zie ook bijlage):
 
@Hans MiddendorpHoi Hans, beetje makkelijke reactie van het waterschap ('eerst moeten de waterbedrijven wat doen, tot die tijd kunnen wij niks doen'). De Waprog plaatste in 1986, in één jaar tijd, meer dan 100.000 watermeters bij gezinnen thuis. Dat kostte toen maar 150 gulden (!) per watermeter. Als de waterpartners echt zouden willen samenwerken, kan dit zo zijn opgelost. Dus ja, bureaucratie zegeviert. Niet iets om trots op te zijn.
@Gert Timmerman Eens. We moeten met al ons water zuinig omgaan (en het niet verontreinigen) zeker met zoet grondwater en met drinkwater.